Van enorme urban jungles met tropische kamerplanten tot volledige cactusverzamelingen: groene decoratie doet het goed. Maar waar komt deze trend vandaan? En hoe goed is een kamerplant nou voor mens en milieu? Onze redacteur Marlies de Baare zocht het voor je uit.
In bijna ieder huis heeft de kamerplant een plek bemachtigd. Zo ook bij de tot bioloog opgeleide Tobias Glimmerveen (28) en zijn vriendin. Het huisje van 50 vierkante meter in Amsterdam is goed voor 52 planten. “Maar het begint nu wel vol te raken, dus we zijn gestopt met het kopen van nieuwe kamerplanten,” vertelt Glimmerveen. Samen met zijn vriendin zorgt hij voor een goede taakverdeling. Hij verzorgt de planten in huis, zij die op het balkon.
Veel mensen uit hun omgeving hebben ook een collectie kamerplanten in hun bezit, vertelt Glimmerveen. “We ruilen af en toe stekjes, of geven kamerplanten weg als ze te groot zijn geworden. Vooral onze pannenkoekplant is erg gewild, want die groeit heel goed. Ik let altijd even op of iemand niet even de schaar erin zet,” zegt hij gekscherend.
Gezellige planten
Ook Emma de Beer (27), illustrator en ontwerper van beroep, is verzot op planten. Samen met haar vriendin en 87 kamerplanten woont ze in Utrecht. Op de 45 vierkante meter staan veel tropische planten, waaronder een Nepenthes Alata, beter bekend als de vleesetende bekerplant. “Planten betekenen voor mij vooral gezelligheid,” vertelt De Beer. “Als ik terugkijk naar foto’s van hoe het huis er hiervoor uitzag, dan denk ik: wat was dat ongezellig en kaal.”
De tijd die ze aan haar planten kwijt is, heeft De Beer er graag voor over. Vroeger maakte ze een schema om water te geven, maar inmiddels weet ze wat een plant nodig heeft. Wanneer de planten goed gedijen, geven ze haar ook een goed gevoel. “Dat voelt echt als een beloning. Anderzijds baal ik ook als het totaal niet goed gaat met een plant.”
Terug naar de jaren zeventig
Maar waar komt de liefde die deze jongeren voelen voor kamerplanten vandaan? Aafje Nijman, trendwatcher en eigenaar van Bureau Nijman + Van Haaster, legt uit dat de opkomst van deze trend meerdere oorzaken kent. “Ten eerste is deze trend niet per se nieuw. De laatste golf van deze trend borduurt voort op de jaren zeventig. Toen hadden veel mensen zelfs geen gordijnen, omdat ze planten voor de ramen hingen,” vertelt Nijman.
‘Wat het effect voor de rest van de wereld is, doet er voor veel mensen niet toe’
Ondanks dat de trend in herhaling treedt, is er wel iets aan veranderd. “Er is tegenwoordig een tendens dat we graag op een natuurlijke manier met dingen omgaan. Daar passen planten logischerwijs bij,” zegt de trendwatcher. Maar de duurzaamheid van deze trend maakt volgens haar voor de consument minder uit. Zo beaamt ze dat planten goed zijn voor het binnenklimaat. “Wat het effect voor de rest van de wereld is, doet er voor veel mensen niet toe.”
Dat gevoel van dichter tot de natuur komen is voornamelijk ontstaan door urbanisatie. “Men verhuist naar de stad en heeft in de beste gevallen nog een kleine tuin of balkon. Soms hebben mensen ook niets – en dat is de reden dat we het contact met de natuur verliezen,” legt Nijman uit. “Dit gevoel compenseren we door onder andere kamerplanten in huis te nemen.”
Sociale media als inspiratiebron
Dat juist millennials zo geïntrigeerd zijn door planten, verbaast Nijman niets. “Deze generatie is opgegroeid in een periode waarin de sociale media opkwamen.” En juist de sociale media hebben volgens haar veel effect op het gedrag van de consument. “Nu we vaker blootgesteld zijn aan beelden uit andermans leven, krijgen we sneller een impuls om iets soortgelijks aan te schaffen zodat je ook zoiets kunt posten.”
‘Planten zijn niet alleen decoratief, maar hebben meetbare positieve effecten op de stemming’
Volgens Nijman stijgt de populariteit van kamerplanten juist nu, vanwege de coronapandemie. “Mensen zijn nu meer bezig met gezondheid dan ooit tevoren en zitten allemaal meer binnen. Een kamerplant is dan gezond én gezellig; de perfecte aankoop tijdens een pandemie,” zegt ze lachend. Dat kamerplanten positieve effecten hebben op het menselijk lichaam bevestigt ook Agnes van den Berg, omgevingspsycholoog en hoogleraar natuurbeleving aan de Universiteit van Groningen.
Ze ziet deze trend dan ook zeker als iets positiefs. “Planten zijn niet alleen maar decoratief, maar hebben meetbare positieve effecten op de stemming en worden als rustgevend ervaren,” legt Van den Berg uit. De omgevingspsycholoog geeft wel aan planten in huis ‘als een vogel in een kooitje’ te zien. “Voor binnenshuis zouden we best alleen kunstplanten kunnen nemen, die zijn tegenwoordig levensecht en hebben dezelfde positieve, rustgevende effecten als echte planten.”
Bewuster omgaan met kamerplanten
Toch ziet Margo Togni, grafisch ontwerper en voormalig bloemist, de verzorging van levende kamerplanten als iets unieks en denkt dat veel mensen juist baat hebben bij deze handeling. Het viel haar echter op dat we als consument duurzamer met kamerplanten kunnen omgaan. In haar boek The Good Plan(t) geeft zij tips aan consumenten om duurzaam kamerplanten te kopen en te verzorgen. “Bijvoorbeeld stekjes ruilen en natuurlijke bestrijdingsmiddelen gebruiken,” aldus Togni. Plantenliefhebber De Beer vindt het goed om bewuster na te denken over de verzorging van haar planten. Zo gebruikt ze voor het watergeven al jaren regenwater in plaats van water uit de kraan.
Ook de producent speelt in Togni’s ogen een grote rol: “Veel kamerplanten worden weggegooid voordat ze verkocht kunnen worden, omdat ze bijvoorbeeld een vlekje op het blad hebben.” Daarnaast komen sommige plantensoorten ook uit het buitenland. “Deze moeten worden ingevlogen wanneer het nog kleine stekjes zijn en vervolgens groeien ze in Europa uit tot verkoopbare kamerplanten,” legt de schrijver uit. “Maar door dit te doen is een plant helemaal niet zo groen als hij eruitziet. Bovendien zijn veel consumenten hier niet van op de hoogte.” Wel kunnen mensen het verplichte plantenpaspoort checken, maar volgens Togni geeft ook dit niet altijd uitsluitsel over de herkomst.
‘De plant is dan helemaal niet zo groen als hij eruitziet’
Plantenliefhebbers De Beer en Glimmerveen geven aan nooit te kijken naar de oorsprong van een kamerplant. “Ik ben een beetje verbaasd dat ik hier nooit op heb gelet,” zegt Glimmerveen. “Door mijn werk als locatiemanager bij een hightech stadsboerderij ben ik dagelijks bezig met plantenpaspoorten, maar ik heb er nooit aan gedacht wanneer ik een kamerplant kocht.” Ook De Beer geeft aan het plantenpaspoort te kennen maar heeft er net als haar medeliefhebber geen seconde aan gedacht dit te checken voorafgaand aan een aankoop.
Bovendien geeft Glimmerveen net als Togni aan dat het plantenpaspoort niet altijd duidelijkheid geeft over de herkomst van een plant. “Soms staat er alleen ‘Europa’ als herkomst en niet een specifiek land.” Hier moeten bedrijven transparanter mee omgaan, vindt Togni. “Veel bedrijven zijn wel hard bezig om te verduurzamen”, zegt de schrijver, “en als steeds meer bedrijven deze trend volgen, gaat het de goede kant op.”
Met medewerking van Silvijn Stokman.