Aafje raapt al tien jaar andermans afval op: ‘Bloemen zijn toch mooier zonder plastic eromheen’

Beeld: Ruben den Harder

28 augustus 2023, 10:00

Met een vuilniszak in haar linker- en een afvalknijper in haar rechter loopt Aafje Kooiman (1962) al tien jaar lang wekelijks hetzelfde rondje door Delft. “Er was laatst een jongen die dacht dat ik een taakstraf had.”

Auteur: Ruben Stift

Leestijd:

4 Min

Aafje Kooiman (1962) stapt met een brede glimlach naar buiten. Eindelijk, het kan weer. In haar handen heeft ze een afvalknijper en een vuilniszak: haar wapens in haar wekelijkse strijd tegen zwerfafval. Nu ze net terug is van vier weken kamperen in Frankrijk, staat ze te popelen om weer haar gebruikelijke rondje te lopen. Al tien jaar doet ze het. Weer of geen weer. “Heerlijk, vind ik het.”

Toen ik via een vriendin hoorde van Aafjes ritueel, besloot ik een appje te sturen. Of ik een keer een rondje mee mocht lopen? Want, vroeg ik me af, wekelijks andermans afval opruimen, wat is daar nou leuk? “Ja hoor, kom maar een keertje mee!”, reageerde Aafje.

Dus sta ik midden augustus rond twee uur met Aafje bij de hogeschool in Delft. Ik met een kladblok in mijn handen. Zij met haar grijper. “Die kun je in veel steden gratis ophalen bij natuureducatiecentra”, vertelt ze. “Je komt van alles tegen.” Koekverpakkingen, blikjes, peuken, pizzadozen – het gebruikelijke. Maar we zijn nog geen tien minuten onderweg of er liggen ook al een tandenborstel, fietsketting en een flesje bodylotion in Aafjes vuilniszak. “Een tijdje terug had ik van die AirPods gevonden”, zegt Aafje trots. “Ik heb ze in een zakje aan de lantaarnpaal gehangen.”

‘’

“Een jongen van een jaar of vijftien riep een keertje: ‘Heujj taakstraffie!’”

Gênant

Ze begon ooit met afvalrapen nadat ze een oude man zag die zijn hond aan het uitlaten was. “Die prikte ondertussen wat afval mee. Dat leek me best leuk”, vertelt ze, terwijl ze een Snickersverpakking in haar vuilniszak gooit. 

In het begin deed ze het eigenlijk alleen met mooi weer, als ze toch al een rondje ging lopen. Ze vond het ook een beetje gênant. “Een jongen van een jaar of vijftien riep een keertje: ‘Heujj taakstraffie!’” Maar schaamte voelt ze nu niet meer. Integendeel. “Ik merk dat de buurt echt veel mooier is als er geen afval ligt. Dat geeft veel voldoening. Dan kan je al het groen weer mooi zien. De bloemen zijn toch mooier zonder plastic eromheen.”

Ondertussen is ze steeds vaardiger geworden met de afvalklem. “Toen ik begon moest ik vaak wel drie keer knijpen voordat ik een pakje peuken te pakken had.” Tegenwoordig gaat het heel soepel.

“Het is een lichte verslaving”, zegt ze grappend. Tijdens corona speelde dat al helemaal. Haar werk als juffrouw op een school voor verstandelijk gehandicapten lag volledig stil. Alle cafés dicht, bioscopen gesloten. “Afvalrapen was voor mij eigenlijk de enige reden om de deur uit te gaan. Ik ging toen bijna dagelijks een rondje lopen.” Zo bleef ze bezig. Het sociale aspect ervan hielp ook. “Ik raakte met veel mensen aan de praat. Die waren erg positief als ze zagen wat ik deed. Ik kreeg regelmatig de vraag hoe je aan zo’n knijper kon komen. Ik denk dat het erg aanstekelijk werkt.”

‘’

“Met je verstand op nul met je handen bezig zijn. Hoe heet dat: helemaal zen?”

Schatzoeken

Niet iedereen is even enthousiast. “Sommige mensen vinden het dweilen met de kraan open”, vertelt ze terwijl we ze de eerste vuilniszak leegt in een container. “Of ze vinden dat mensen maar gewoon hun eigen rotzooi moeten opruimen en dat ik hierdoor slecht gedrag beloon.” Vrienden en familie krijgt ze dan ook moeilijk mee op haar tochtjes. Geen probleem. Eigenlijk vindt ze het wel lekker om alleen te lopen. “Met je verstand op nul met je handen bezig zijn. Hoe heet dat: helemaal zen?”

Nu de scholen weer open zijn, gaat ze regelmatig met haar klas afvalrapen. “Zij zijn héél fanatiek”, vertelt Aafje. “Ze springen in bosjes, kruipen onder auto’s. ‘Schatzoeken’, noemen ze het. Vaak gaat het dan gewoon om een flesje met statiegeld hoor. Het geld daarvan gaat dan in een potje en als er genoeg is halen we een ijsje met z’n allen.”

Als we de Kanaalweg oplopen, komen we aan bij een bekend plekje in Delft. ‘De zwerverbankjes’, worden ze genoemd. Ook met de mannen die daar zitten maakt ze een praatje. Ze herkennen haar al. Vragen hoe het met haar gaat. Bij die bankjes hoeft ze overigens nooit afval te prikken, vertelt ze. “Zij zijn heel zuinig op hun plekje.”

Stille activist

Wat ze niet meer opraapt: sigaretten. Te veel werk. “In één rondje had ik soms wel tweehonderd peuken”, vertelt ze terwijl we langs de Schie lopen. “Dan blijf je bezig.” Ze zegt het met een licht schuldbewustzijn. Want, zo leerde ze een tijdje terug, één peuk op de grond staat gelijk aan acht liter vervuild grondwater. 

Ze is maar gestopt met zoeken naar de gevolgen van zwerfafval. “Ik werd daar niet vrolijk van”, legt ze uit. Langs ons varen boten vol studenten die alvast aan het indrinken zijn voor de introductiefeesten vanavond. “De natuur gaat echt naar de gallemiezen. Al die arme vogels, al die beestjes, ik vind dat echt heel jammer.”

Het zou helpen als er meer vuilnisbakken werden geplaatst, denkt ze. Maar toen ze contact zocht met de gemeente hierover was het antwoord ‘nee’. Te duur. Afvalbakken plaatsen valt nog wel mee, maar het wekelijks legen kost bakken met geld. Inmiddels kan ik me daar wel wat bij voorstellen. Na drie kwartier zitten we al op anderhalve vuilniszak. Opeens zie ik afval liggen op plekken waar ik eerst overheen zou kijken en begin ik me schuldig te voelen over dat ik ook wel eens een sigaret op straat gooi.

Misschien zou je Aafje een stille activist kunnen noemen. Nu we in al onze (vaak terechte) systeemkritiek soms lijken te vergeten dat je als individu ook impact kunt hebben, laat ze zien dat alle beetjes helpen. Dat je verantwoordelijkheid kunt nemen, zelfs als andere dat nalaten. En dat dat aanstekelijk werkt. Al is het effect maar marginaal. Een iets schonere wijk, iets minder afval op straat. Zodat je de bloemen beter kunt zien. “Op m’n tachtigste doe ik het nog”, vertelt Aafje als na afloop nog even een drankje drinken bij haar thuis. “Ik blijf rapen.” Vuilniszak voor vuilniszak. Propje voor propje.

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.