Bij studentenverenigingen maak je vrienden voor het leven. Toch kunnen vrouwen elkaar flink naar beneden halen. De pedagogiek heeft hier een term voor: meidenvenijn. Hoe zit dat bij vrouwen binnen verenigingen? Zijn zij een bolwerk van vrouwelijke steun of juist helemaal niet?
Bente wilde zich graag aansluiten bij een jaarclub van een van de grootste studentenverenigingen in Groningen. De dag voordat bepaald werd wie zichzelf een gelukkig nieuw lid van de jaarclub mag noemen, kreeg Bente een telefoontje: “Om 4 uur moet je met een kratje bier op plek X in Groningen staan,” is de boodschap van een meisje uit de jaarclub dat hoog op Bente’s lijstje staat. Zodoende stapt Bente in de vroege ochtend op de fiets naar de binnenstad. Eenmaal aangekomen op de afgesproken plek, krijgt ze een telefoontje. De boodschap komt rauw op haar dak vallen: “We willen je d’r niet bij hebben.”
Slutshaming en buitensluiten
De selectieprocedure van studentenverenigingen is gebaseerd op een vorm van relationele agressie. “Meidenvenijn is een vorm van pesten. Het gaat om relationele agressie: via relaties met anderen kenbaar maken wie erbij hoort en wie niet,” zegt onderwijsadviseur Pierre Pas. Dit komt niet alleen bij meisjes, maar ook bij jongens voor, hoewel in mindere mate. Meidenvenijn uit zich in roddelen, buitensluiten en negeren. “Meisjes zijn juist door hun gerichtheid op sociale relaties gevoelig voor wat anderen van ze denken en vinden. Erbij horen is belangrijk en dat maakt meisjes extra gevoelig voor meidenvenijn”, aldus onderwijsspecialist Anke de Vries.
Rondom meiden binnen verenigingen hangt een stigma
Milou Deelen, journalist en feminist, had het naar haar zin bij Vindicat in Groningen. In 2017, anderhalf jaar nadat Deelen lid was geworden, sprak Red Pers haar nadat ze viral ging met een Facebook-video tegen slutshaming binnen het corps, waar het volgens haar ‘druipt van het seksisme’. De mannen schreven een lied over Deelen met de titel ‘Laagste meid van het jaar,’ wijzend op haar drukke seksleven. De vrouwen maakten haar achter haar rug uit voor ‘slet’ of ‘hoer’. Nadat ze deze meiden had aangeklaagd voor seksisme, werd de situatie erger. Ineens stond ze bekend als ‘aandachtshoer’. Samen met Daan Borrel, journalist en schrijver, startte ze een onderzoek naar de vraag waarom vrouwen elkaar zo genadeloos naar beneden kunnen halen. Het resultaat: het boek Krabben, dat sinds 16 juni in de winkels ligt.
Studentenverenigingen als sociaal vangnet
Max van Duijn is taalwetenschapper en docent aan de Universiteit Leiden. Hij deed samen met het Fraternity Friendship Fund in 2013 onderzoek naar taalprocessen binnen studentenverenigingen. Volgens hem voldoen studentenverenigingen aan een belangrijke behoefte: die van het opbouwen van een sociaal netwerk en het bevestigen van een vangnet. In een interview met Jort Kelder zegt hij: “Universiteiten zijn erg oude instituties. Mensen uit de regio komen naar de universiteit en moeten daar een vangnet opbouwen. Vroeger voorzag de kerk daarin. Later zie je dus rondom universiteiten een heel bloeiend leven ontstaan van sociale instituties die dat vangnet bieden. In Nederland voorzien studentenverengingen voor een groot deel in het opbouwen van zo’n vangnet en een sociaal netwerk.”
Dispuuttrutjes
Rondom meiden binnen (corporale) verenigingen hangt een stigma. Denk bijvoorbeeld aan de serie Koefnoen met de bekende ‘dispuuttrutjes’. Het satirische blad Esquire wijdde een artikel aan de reputatie van de verschillende corpsverenigingen, waarin ze menen dat de interesse van AVSV-leden “over het algemeen niet veel verder strekt dan het eigen Instagram-profiel” en leden van de Utrechtse Vrouwen Studentenvereniging (UVSV) “wat kilootjes te veel hebben en makkelijk uit de kleren gaan”. Al met al spreekt de media op denigrerende toon over vrouwen én mannen binnen verenigingen.
Venijnig gedrag tussen vrouwen ligt niet in hun natuur
Journalist en oud-UVSV-lid Cathelijn Paling zegt in de Volkskrant: “Het beeld dat in de media van het corps wordt geschetst is erg eenzijdig.” Waar in de media het corps exclusief wordt genoemd in verband met negatieve gebeurtenissen zoals door ontgroening veroorzaakte ongelukken of het slutshamen van vrouwen – wat Paling overigens begrijpelijk vindt – pleit ze voor een minder eenzijdig beeld van het corps. Wat de media niet laten zien, vertelt Paling, is dat een studentenvereniging je leert vriendschappen op te bouwen en te onderhouden. Het leert je stevig in je schoenen te staan en het biedt kansen op professioneel gebied. Geen woord over venijnig gedrag of slutshamen.
Deelen ervoer wel degelijk meidenvenijn binnen haar vereniging. Met het boek Krabben hopen Borrel en Deelen vooral te laten zien dat het venijnige gedrag tussen vrouwen niet in hun natuur ligt, maar ontstaat in de samenleving. “We worden in een krabbenmand geboren. Als we echt gelijkheid willen, moeten we elkaar supporten,” zegt Deelen. “Krabben is een pleidooi voor een wereld met meer sisterhood, waarin vrouwen doen wat ze moeten doen: voor elkaar opkomen.”