zaterdag 13 december, 2025
Podium voor de Journalistiek

Herbergier biedt dementiezorg met een open-deurbeleid: ‘Er bestaat geen algemeen gedrag, iedereen is uniek’

Beeld: Guus Tacke
Binnenland

Herbergier, een cluster zorginstelling voor mensen met dementie, wordt gekenmerkt door hun open-deurbeleid. Dit geeft bewoners een gevoel van zelfbeschikking in een periode waarin het bewustzijn vervaagt. Maar hoe ziet de invulling van dit beleid eruit? Red Pers-redacteur Guus Tacke ging langs en liep mee. 

Door: Guus Tacke
Leestijd: 6 min

Bij binnenkomst heerst direct een gemoedelijke sfeer in Herbergier-locatie Hazerswoude-Rijndijk. De praktisch ruime, interne structuur wijst op het verleden van het gebouw: Een oud gemeentehuis getransformeerd tot een Herbergier, een zorginstelling waar nu zestien bewoners met dementie wonen. Zorgmedewerker Kay Delfos (24) geeft een rondleiding door het gebouw. Hij loopt er al vijf jaar rond en is nog steeds helemaal op zijn plek: “Ik geniet elke dag van mijn werk.”

Open deuren, warme sfeer

Dwalend door de lange gangen vertelt Delfos over het open-deurbeleid dat hier wordt gehanteerd. Het houdt in dat de deuren letterlijk open zijn voor de bewoners. Volgens hem is het belangrijkste aspect daarvan dat iedereen zich serieus genomen voelt: “Het is net als bij kinderen, als je hen een paniekreactie geeft op hun gedrag dan voelen ze zich gek en reageren ze daarop.” Deze aanpak eist daarom ook invulling vanuit de medewerkers. “In de Herbergier is niks erg, zo moet je dat ook duidelijk maken,” voegt hij toe. De rondleiding eindigt in het kloppend hart van het huis, de woonkamer, voor een kop koffie. 

Al is het buiten koud en licht bewolkt, binnen heerst er in de ruime woonkamer een warme sfeer. Bewoners vertoeven in hun eigen tempo in de ruimte en werknemers lopen gecoördineerd rond. De koffie wordt ingeschonken en uitgedeeld in verschillende kopjes. “Elke bewoner neemt er een stuk of veertig mee bij intrek, dus aan kopjes hebben we geen gebrek,” vertelt Delfos lachend.

‘Door een gesloten deur wordt een bewoner begrensd, en dat is een moeilijk gevoel om te beleven’

In de stille maar levendige ruimte vertelt hij verder over het open-deurbeleid: “Het heeft de meeste invloed binnenshuis. Het naar buiten gaan maakt de bewoners niet eens heel veel uit.” De kennis van vrijheid maakt al een groot verschil. “Als jij een deurklink aanraakt en die gaat niet naar beneden, heb je snel het gevoel dat je opgesloten zit,” verklaart Delfos. “In het geval van een gesloten deur wordt een bewoner begrensd, en begrenzing is een moeilijk gevoel om te beleven.” Door dit gevoel te doorbreken lijkt een open-deurbeleid de sleutel naar de vrijheid. 

Mensenkennis

Vanaf het eerste moment ’s ochtends staat menselijkheid centraal in de zorg van de bewoners. Delfos: “Mensen moeten zich vooral niet gek voelen.” Maar wat bedoelt hij hier precies mee? Hij onderschrijft het belang van blijven vragen: “Elke dag begin ik met een basisvraag, zoals: ‘heb je lekker geslapen?’ Dit geeft de bewoner een moment om bewust te worden van de interactie, in plaats van ze meteen te overrompelen, dan staan ze snel versteld.” Zo neemt hij polshoogte bij de bewoners: hoe voelen ze zich? Wat voor bui hebben ze? Dat vergemakkelijkt verdere omgang. 

Het valt op dat de bewoners en het personeel vrij informeel met elkaar omgaan. Delfos: “Hiermee doorbreek je dat formele gedoe en creëer je sneller een band. Je houdt jezelf juist op afstand door ‘U’ te zeggen.” Dit is iets waar hij op andere plekken in de zorg tegen aanliep, tevens de reden dat hij juist bij de Herbergier is blijven plakken: “Vooral in ziekenhuizen en revalidatiecentra. Daar is het meer afhandelen en door, hier gaat het om de menselijkheid. Naast theoretische kennis en zorgvaardigheden, gebruik je hier ook echt je mensenkennis.” 

‘Er bestaat geen algemeen gedrag, iedereen is uniek’

Er lijkt in de Herbergier een verdieping van de mens ten opzichte van de ziekte te heersen: “Hier werken we niet met hokjes van ‘mensen met dementie’. Hier zorgen we dat je eerst weet met wie je te maken hebt, dan pas kun je gaan handelen. De dementie is in dat opzicht een toevallige bijkomstigheid. De een vergeet zich soms te wassen, de ander gaat op een rotonde bloemen plukken. Er bestaat geen algemeen gedrag, iedereen is uniek.”

Zelfbeschikking geeft zelfvertrouwen

Na het koffiemoment begeleidt Delfos een vrouw naar een andere zitplek om zo plaats te maken voor de schilderactiviteit die op de planning staat. Dit soort activiteiten zijn van de dagelijkse orde, maar niks is verplicht. “Soms zeggen ze, ‘ik kan niet, ik heb het al zo druk’, daar zit ook wel een kern van waarheid in. Soms hebben ze het drukker dan ik,” zegt hij grinnikend. Het schilderen blijkt een drukbezochte activiteit, bijna alle bewoners nemen plaats aan de lange tafel in de woonkamer, ieder krijgt zijn eigen canvas. Het schuifelen van de bewoners wordt vervangen door de stilte van hun concentratie.

‘We hoeven niet te racen naar het koffiemoment, de koffie is er gewoon. Elk moment van elke dag’

Terwijl alle bewoners geconcentreerd schilderen, benadrukt Delfos nogmaals het belang van de bewustwording van de zelfbeschikking van de bewoner: “In het begin voelde ik een soort druk tijdens het werk, dat is er nu wel af. Als iemand iets echt niet wil dan wil die persoon gewoon niet.” De ruimte geven aan de persoon is een van de kernpunten van zijn invulling van zelfbeschikking: “We hoeven hier niet te racen naar het koffiemoment, de koffie is er gewoon, elk moment van elke dag. Er is ook geen apart koffieapparaat, of iets dat wijst op rare privileges als werknemer.” Zo zorgt de zelfbeschikking van de bewoners ook voor medemenselijkheid. “De bewoners zijn ook heel bewust van elkaar. Als iemand even ziek is, wordt er vaak naar die persoon gevraagd. Ze helpen elkaar daarom ook erg met ‘goed’ blijven, als ik het zo kan noemen.” 

Zo vullen de dagen van de bewoners en medewerkers van de Herbergier zich. Delfos benadrukt nog een keer het belangrijkste aspect van zijn werk: vragen stellen. “Het maakt niet uit wat de standaard is: altijd vragen, altijd wakker maken.” Daarbij voegt hij toe: “Ook al gaat iemand voor de 400e keer schilderen, dan vraag je het alsnog en laat je die persoon voor de 400e keer ‘ja’ zeggen. Mensen moeten zich bewust worden van de acties die ze ondernemen. Leg een keuze voor, laat ze actief nadenken, gun ze die menselijkheid door die zelfbeschikking echt te voelen.” Ook voor de medewerkers is die zelfbeschikking cruciaal, Delfos: “Ga vragen stellen, net als bij de bewoners, aan jezelf. Durf jezelf verder te oriënteren en vergeet niet dat de keuzes in jouw handen liggen.”

Eindredactie door Maria van Riel

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Guus Tacke (2002, hij/hem) is student psychologie en alumnus culturele antropologie en ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden. Naast een grote nieuwsgierigheid naar het observeren en begrijpen van onze omgeving, heeft hij vooral fascinatie voor de verbanden die we tussen disciplines kunnen leggen. Als redacteur Subculture & Lifestyle streeft hij ernaar de samenhang in de maatschappij uit te leggen, om zo te onderzoeken hoe mensen hun leven invulling geven.

Lees meer van Guus Tacke