Van beschuldigende tweets tot arrestaties en rechtszaken: hulpverleners op de Middellandse Zee worden steeds vaker in verband gebracht met criminaliteit. Ondertussen zijn er sinds 2017 niet meer zo veel vluchtelingen op die zeeroute overleden als in de eerste drie maanden van dit jaar. “Mensen verdrinken niet door de zee, maar door politieke keuzes.”
Na haar studie geneeskunde maakt Ayla Emmink (32) haar eerste reis op een reddingsschip, inmiddels zeven jaar geleden. Tussen die missie en haar meest recente keer aan boord – een paar maanden geleden – is het doel onveranderd gebleven: mensen in nood helpen. Geen makkelijke opgave op de Middellandse Zee. Toch is de zee lang niet meer het enige obstakel, vertelt ze. Afgelopen jaren is er een component bijgekomen die het reddingswerk nog veel moeilijker maakt: het is steeds sneller strafbaar.
Afgelopen januari voerde de Italiaanse regering strengere regels in voor hulporganisaties op de Middellandse Zee. Nog geen maand later lag de Geo Barents, het reddingsschip van Artsen zonder Grenzen, al aan de ketting.
Het schip had niet één, maar meerdere reddingsacties uitgevoerd voor het een haven bereikte en had hiermee de nieuwe regels overtreden. Het werd hierna wekenlang vastgehouden in de haven en de organisatie kreeg een boete van 10.000 euro.
Met de invoering van de nieuwe regels hoopt Italië het aantal bootvluchtelingen dat in het land arriveert te verminderen. Reddingsschepen zouden een aantrekkende werking hebben met hun aanwezigheid, zo menen critici van hulporganisaties. Vastgelegd is dus nu dat een reddingsschip nog maar één reddingsactie per keer mag uitvoeren. Daarna moet het direct naar de toegewezen haven varen en mogen er onderweg geen andere boten in nood geholpen worden.
Humanitaire plicht
De beslissing van de Italiaanse regering stuit internationaal op veel kritiek van mensenrechtenorganisaties. Het aanscherpen van de regels zou een nieuwe stap zijn in de criminalisering van hulpverlening, een trend die zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Zelf benadrukken de organisaties dat ze een wettelijke en humanitaire plicht vervullen – en hiermee een gat opvullen dat de Europese Unie heeft achtergelaten toen zij zelf stopte met het uitvoeren van reddingsoperaties.
Vanaf het eerste moment werd ik gegrepen door het werk op de Middellandse Zee
Nadat de Italiaanse reddingsoperatie Mare Nostrum was gestopt in 2014, werd deze vervangen door operatie Triton, gecoördineerd door het Europees Grenswachtagentschap (Frontex). De focus van Europa ligt sinds die periode meer op grensbewaking en het tegengaan van mensensmokkel en minder op het uitvoeren van zoek- en reddingsacties. Als reactie hierop werden hulporganisaties actief op de Middellandse Zee.
De Middellandse Zee
Emmink is met verschillende hulporganisaties de Middellandse Zee op geweest. Ook met de Geo Barents, het reddingsschip van Artsen zonder Grenzen. Toen ze na haar afstuderen als hulpverlener werkte in Turkije, werd ze gebeld. “Ze hadden per direct een arts nodig om mee te gaan.” Een paar dagen later vertrok ze. “Vanaf het eerste moment werd ik gegrepen door het werk op de Middellandse Zee. En dat heeft me nooit meer losgelaten.”
Ze heeft altijd al mensen willen helpen, overal waar ze komt. Het leed van mensen die met een crisis geconfronteerd worden, raakt haar hard. Op de Middellandse Zee speelde extra motivatie op. “Daar werd ik het meest direct geconfronteerd met hoe de keuzes van Europese overheden rechtstreeks leiden tot het onnodig riskeren van mensenlevens.”
Dat er mensen verdrinken, komt niet door de zee. Dat komt door de politieke keuzes die gemaakt worden
Recent publiceerde de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) cijfers waaruit blijkt dat er dit jaar al 441 mensen zijn overleden op de Middellandse Zee – een aantal dat in werkelijkheid waarschijnlijk hoger ligt, omdat niet alle mensen die omkomen op zee worden geregistreerd. De route over de Middellandse Zee staat al langer bekend als de meest dodelijke migratieroute ter wereld, maar sinds 2017 was er geen kwartaal dodelijker dan de eerste drie maanden van 2023.
“Dat er mensen verdrinken, komt niet door de zee. Dat komt door de politieke keuzes die gemaakt worden,” zegt Emmink. Het nieuwe beleid van Italië noemt ze zorgwekkend, maar niet verrassend. “Het past in de continue dynamiek van politiek getouwtrek.”
VN-zeerechtverdrag
Niet alleen vanuit humanitair oogpunt oogst de aanscherping kritiek, ook juridisch lijkt het eraan te schorten. Vlak nadat de wet door het Italiaanse parlement werd aangenomen, sprak Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties Volker Türk zich al scherp uit dat de nieuwe regels met bestaande wetten zouden botsen. Zo verplicht het VN-zeerechtverdrag iedere kapitein om boten in nood te helpen.
Ook liggen de havens die aan de hulporganisaties worden toegewezen steeds noordelijker, vertelt Emmink. Hierdoor duurt de periode waarin reddingsschepen onderweg zijn en dus geen reddingsacties meer uit mogen voeren langer.
We vragen onszelf wel af: wil je je schip iedere maand aan de ketting hebben liggen?
De Geo Barents, het schip van Artsen zonder Grenzen, kreeg al snel te maken met de nieuwe regelgeving. Nadat het schip al een reddingsactie had uitgevoerd, kreeg het meldingen van andere boten in nood binnen. “Er werd natuurlijk over gediscussieerd, zowel aan boord van het schip als op het hoofdkantoor aan land. Iedere melding die binnenkomt wordt overwogen: wat zijn de mogelijkheden, welke andere reddingsschepen zijn er in de buurt, wie kan er als eerst zijn? In dit geval was daar niet veel vraag over: de Geo Barents was het enige schip dat binnen bereik was. Het was heel duidelijk welke keuze gemaakt moest worden in het mandaat van onze organisatie. We konden de meldingen van boten in nood niet negeren.”
De Geo Barents werd aangehouden en kreeg een boete. In de tijd dat het reddingsschip werd vastgehouden, konden er geen reddingsacties uitgevoerd worden. AzG heeft beroep aangetekend tegen de praktijken van de Italiaanse regering. “We vragen onszelf wel af: wil je je schip iedere maand aan de ketting hebben liggen? Onze bedoeling is om zoveel mogelijk op zee te kunnen zijn, dus daarin moeten nu afwegingen gemaakt worden.”
Traumatiserend en beschadigend
De criminalisering van hulporganisaties heeft ook impact op de hulpverlener zelf. Dat ziet Emmink ook bij collega’s in haar directe omgeving, ongeacht de uitkomst. “Rechtszaken leiden in de meeste gevallen tot vrijspraak van de hulpverlener, maar overtuigd zijn dat je het goede doet en er vervolgens om aangeklaagd worden, zorgt ervoor dat het proces traumatiserend en beschadigend kan zijn.”
Achteraf kan je nachtenlang wakker liggen met de vraag of je de goede keuze hebt gemaakt
Ze vindt het zelf niet moeilijk om vast te blijven houden aan het idee dat ze het goede doet. “Maar ik denk wel dat juist de mensen die in dit veld werken van zichzelf al geneigd zijn alles te overdenken en een perfectionistisch complex hebben. Hulpverleners staan daar natuurlijk wel om bekend: onmogelijke keuzes moeten maken is inherent aan het werk.”
Emmink vervolgt: “Je wordt geconfronteerd met situaties waarin de beste oplossing er niet lijkt te zijn en je alleen het kwade kan zien. Je bent op zee, en er zijn meldingen van verschillende boten die te ver uit elkaar zijn en die je niet allemaal kan bereiken, vanwege een tekort aan tijd of brandstof. Dan moet je een keuze maken wie jouw hulp het hardst nodig heeft. Dat is niet een keuze die ik iemand ooit zou gunnen om te moeten maken. Achteraf kan je nachtenlang wakker liggen met de vraag of je de goede keuze hebt gemaakt. Dan is daarbovenop ook nog eens aangevochten worden om het werk dat je doet, extra heftig”.
Hoewel Emmink vindt dat de coördinatie van zoek- en reddingsacties een taak van overheden zou moeten zijn, verwacht ze dat deze taak voorlopig bij hulporganisaties ligt. Zolang dit werk nodig is, wil ze daar een rol in blijven spelen.
“Het gebeurt regelmatig dat mensen zeggen hoe bijzonder het voor hen is dat er iemand naar ze glimlacht. Dat ze weer als mensen worden gezien. We doen moeite om medische hulp te bieden maar in de basis lijkt het in de mens een ander mens herkennen én erkennen nog wel de grootste waarde te hebben. Als ik ergens een rechtszaak voor zou moeten riskeren, dan hiervoor.”
Eindredactie door Marijne Beijen