Diyar (25) ontvluchtte Syrië en liet op achttienjarige leeftijd het lelijke gezicht van Turkije achter zich. Met zijn gehandicapte broertje en een kleine bepakking arriveerde hij drie weken later in Nederland. Diyar doet zijn verhaal bij Red Pers over zijn vluchtroute langs acht Europese grenzen. “Ik riskeerde liever de dood, dan in Turkije te blijven.”
Diyar vluchtte weg van het conflict in Syrië, werkte in een textielfabriek in Istanbul, zat klem in een vrachtwagen van een mensensmokkelaar, werd van een zinkende rubberboot gered op de Middellandse Zee en passeerde acht Europese grenzen. Nu, tien jaar later, woont hij in een studentencomplex en studeert hij rechten aan de Universiteit van Amsterdam. In een Amsterdams café vertelt hij over zijn vluchtroute. Een reis van bijna 4.000 kilometer die jaarlijks wordt afgelegd door tienduizenden vluchtelingen.
Het verhaal van de Syrische Diyar begint in Aleppo. Een stad in het noordwesten van Syrië, vlak bij de Turkse grens. Hij is vijftien jaar oud en woont met zijn ouders, zus en twee broers in een huis gelegen in de stad. Vanwege het aanhoudende conflict besluit Diyars familie Syrië te ontvluchten. Op een doordeweekse dag begint hun reis van Aleppo naar Turkije. Een dag later arriveren zij in Istanbul.
De eerste dagen op Europees grondgebied zijn fijn, vertelt Diyar. “Het voelde als thuiskomen.” Maar wanneer Diyar in Turkije aankomt, zijn er geen procedures voor de opvang van migranten. Samen met zijn broertje werkt hij in een textielfabriek om de huur voor zijn familie bij elkaar te sprokkelen. “Mijn familie had geen inkomsten en geen rechten.” Ondanks de gebrekkige veiligheid en het voortgaande conflict in Syrië, besluit hij tóch op een dag zijn spullen te pakken en terug naar Syrië te keren. Maar bij aankomst wordt hij terug naar Turkije gestuurd door Turkse douanemedewerkers, en bedenkt hij een nieuw plan: op naar Europa.
Poging één
Dat de oversteek vanuit Turkije naar Griekenland levensgevaarlijk is, is voor Diyar niet onbekend. Dagelijks hoort hij verhalen over hulporganisaties op de Middellandse Zee die migranten in nood uit het water redden. Toch zat er voor hem niks anders op, legt Diyar uit. “Ik riskeerde liever de dood, dan in Turkije te blijven.” Via een mensensmokkelaar koopt Diyar twee tickets om de oversteek tussen het Turkse dorpje Dikili naar Griekse eiland Lesbos te maken. Samen met zijn broertje, zodat de kans op gezinshereniging met zijn achtergebleven familie in Turkije groter zou zijn.
‘We zaten in een volgepropte vrachtwagen, zonder enige ventilatie en zuurstof’
De route zou tien uur duren, legt Diyar uit aan de hand van zijn Google Maps. Eerst pak je de bus naar Dikili, een Turks dorpje aan zee, waarna je met een groep van ongeveer vijftig man naar de Griekse kust vaart. “Maar onze eerste poging mislukte. We zaten in een volgepropte vrachtwagen, zonder enige ventilatie en zuurstof.” Tijdens de vier uur durende rit vielen veel mensen flauw, legt Diyar uit. “Om de vrachtwagen te laten stoppen besloten we tegen de wanden van de cabine te duwen.” Maar de situatie was hierdoor echt onhoudbaar, zegt Diyar. “De chauffeur verloor de macht over het stuur en de vrachtwagen begon te slingeren.” De chauffeur wordt uiteindelijk aangehouden door de politie die de kantelende vrachtwagen signaleert op de snelweg. Samen met de andere groep migranten reist Diyar diezelfde dag nog terug naar Istanbul, om drie weken later de nationale stadsbus naar Dikili te pakken. Deze poging verloopt volgens plan.
Europa keek weg
Door de korte afstand over zee tussen Turkije en het Griekse eiland Lesbos is de boottocht tussen deze landen een populaire route. Dagelijks leggen ongedocumenteerde vluchtelingen en andere migranten deze levensgevaarlijke vlucht af, volgens bronnen van het bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR). Diyar is een van de inmiddels tienduizenden vluchtelingen uit Syrië die zich gewaagd hebben aan de riskante vluchtroute over de Middellandse Zee.
Diyars tocht naar Griekenland vindt plaats in 2015. Op een nacht met relatief rustige weersomstandigheden stapt hij een boot in vol vluchtelingen. De boottocht van Dikili naar Lesbos is voor Diyar en zijn broertje onstuimig aangezien ze op een kleine, overvolle boot zonder schipper zitten. Al een half uur na vertrek begeeft de motor het. Een uur later begint de boot te zinken. Aan boord sloeg de paniek toe, zegt Diyar. “Kinderen gilden en moeders snakten naar hulp.” Verschillende meevarende aan boord hadden een Internationale Simkaart, waarmee zij de kustwacht informeerden over hun levensbedreigende situatie, maar Europa keek weg. Zowel Griekenland als Turkije wilde tot drie uur na de schipbreuk geen verantwoordelijk nemen voor de vijftig drenkelingen op de Middellandse Zee. Pas rond vier uur ’s nachts werden alle opvarenden gered door de Griekse kustwacht.
Drie weken zonder thuis
Eenmaal aangekomen op Lesbos verblijven Diyar en zijn broertje enkele dagen op het Griekse eiland, waarna zij hun tocht voortzetten naar Nederland. Hun eerstvolgende bestemming is Macedonië. Samen met een groep migranten reizen Diyar en zijn broertje vanuit Skopje naar Servië. Ze verblijven in hostels, reizen met het openbaar vervoer en kopen onderweg eten en drinken van hun spaargeld. Vanuit Servië trekt Diyar met zijn broertje naar Hongarije. Deze tocht langs de Europese grens is voor hen het wreedst, met duizenden lotgenoten die ook vastzitten in de ‘transitzones’ van de Hongaarse grens. “Het was een niemandsland,” zegt Diyar. “Ik zag geen ander uitweg dan samenspannen met andere reizigers. Uiteindelijk ben ik samen met duizend man als een blokkade richting de grenswachters gelopen. Meerdere luchtschoten werden afgevuurd. Sommige migranten werden met grof geweld teruggestuurd naar Servië.” Door zich schuil te houden achter de grote groep mensen, passeren Diyar en zijn broertje veilig de grens.
‘We aten iedere dag bevroren voedsel’
Gearriveerd op Hongaars grondgebied begint hun tocht naar de hoofdstad van het land. Samen met vijftien anderen migranten stappen Diyar en zijn broertje een kleine auto in van een Hongaarse mensensmokkelaar. De twee uur durende autorit was volgens Diyar erg akelig. “Een meneer had astma, en moest van onze mensensmokkelaar in de achterbak. Hij werd bedreigd met een vuurwapen en er werden verschillende schoten gelost. Onze chauffeur wilde niet vetrekken totdat de astmatische meneer plaats nam in de achterbak.” Eenmaal in Boedapest aangekomen kopen Diyar en zijn broertje een treinticket naar Nederland.
Van Aleppo naar Amsterdam
Diyar herinnert zich zijn aankomst in Nederland nog goed. “Het was een fase van wachten en onrust. We verbleven eerst drie weken in Ter Apel, waarna we werden verplaatst naar Budel. Hier woonde ik samen met mijn broertje in een gedeelde slaapkamer. We waren erg dankbaar, maar de leefomstandigheden waren niet fijn. We aten iedere dag bevroren voedsel en het was er héél vies.” Na zes maanden verblijf in Nederland, ontvangen Diyar en zijn broertje een verblijfsvergunning. In 2016 wordt zijn familie herenigd. Ooit hoopt Diyar te werken bij de Verenigde Naties, om zelf te vechten voor de waardigheid van vluchtelingen wereldwijd.
Eindhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png door Alistair Keepe