De Europese Unie zit in haar maag met Hongarije: het ene na het andere kritische rapport over ondemocratische praktijken in het Oost-Europese land verschijnt. Democratische EU-waarden staan schijnbaar lijnrecht tegenover die van Hongarije. Hoe nu verder?
Welke democratische waarden schendt Orbán precies?
Om te mogen toetreden tot de Europese Unie moeten landen aan verscheidene voorwaarden voldoen. Eén daarvan is dat een natie een stabiele democratie is: de rechtsstaat, mensenrechten en minderheden moeten te allen tijde worden beschermd. In Hongarije, lid sinds 2004, wordt deze voorwaarde steeds vaker genegeerd. Specifiek sinds het aantreden van Viktor Orbán als minister-president in 2010, namens de politieke partij Fidesz.
Een van Orbáns eerste antidemocratische wapenfeiten was een strenge mediawet, die in 2011 werd ingevoerd. De wet houdt in dat over de Orbánfamilie niet mag worden geschreven en dat alles wat indruist tegen zijn politieke ideeën in de gevarenzone ligt. De overheid kan door die wet ook maatregelen treffen tegen media die niet conformeren, via een mediawaakhond die wordt bestuurd door partijgenoten van Orbán. Volgens Amnesty International kan de waakhond hoge boetes opleggen aan media als zij niet ‘objectief’ of ‘moreel’ berichten. Deze controle zorgt ervoor dat de pers voornamelijk schrijft vanuit het perspectief van Orbán en zijn partij. Op dit moment zijn er daardoor nog maar enkele onafhankelijke media in Hongarije.
Daarnaast voerde Orbán in 2017 een universiteitswet in. Buitenlandse universiteiten moesten voortaan aan nieuwe voorwaarden voldoen. Eén daarvan is dat instellingen ook een campus moeten hebben in hun thuisland, zo schreef de Volkskrant. Dit heeft ervoor gezorgd dat de Central European University in Boedapest, opgericht door filantroop George Soros, met als doel democratie te promoten, noodgedwongen verhuisde naar Wenen. Over de jaren heen zijn ook nationale onderwijsinstellingen onderworpen aan strikte regels van Orbán. De meesten heeft hij overgedragen aan stichtingen, waar leden van zijn rechts-populistische partij aan het hoofd staan. Zo sijpelt Orbáns gedachtegoed onherroepelijk het onderwijs in.
Het homohuwelijk is al langer niet toegestaan in Hongarije en geslachtsverandering op het paspoort aanvragen is helemaal uit den boze
Verder wordt een omstreden anti-LHBTI-wet uitgebreid. Het homohuwelijk is al langer niet toegestaan in Hongarije en geslachtsverandering op het paspoort aanvragen is helemaal uit den boze. Sinds 2021 is het praten over homoseksualiteit en geslachtsverandering verboden in media en er mag niet over onderwezen worden op scholen. Niet lang daarna werd ook bepaald dat in de omgeving van kerken het uiten of bespreken van homoseksualiteit of een ‘afwijkende’ identiteit met betrekking tot het geboortegeslacht niet is toegestaan.
Orbán heeft al twaalf jaar nagenoeg vrij spel. Een paar jaar na zijn aantreden, in 2014, labelde hij zijn gedachtegoed als ‘illiberale democratie’. Een flinke conceptuele tegenstelling die duidt op een regime met autoritaire trekken. Volgens Amnesty International maakt Orbán onderscheid tussen een volledig ‘westers’ systeem, gebaseerd op liberale waarden en verantwoordelijkheid, en een ‘oosterse’ benadering, gebaseerd op een sterke staat, een zwakke oppositie en uitgemergelde checks and balances.
Wat doet de Europese Unie hiertegen?
De Europese Commissie (EC) ziet erop toe dat lidstaten democratische kernwaarden ook daadwerkelijk naleven. Nadat de Commissie de beoogde Hongaarse mediawet in 2011 hevig bekritiseerde, werd deze op papier aangepast. Echter, Orbán heeft de facto de touwtjes nog steeds in handen. De partijdige mediawaakhond bestaat nog en vertrouwelingen van Orbán controleren de pers.
Er wordt genoeg gerapporteerd over Hongaarse praktijken, alleen het realiseren van daadwerkelijke consequenties gaat moeizaam
De universiteitswet is na invoering illegaal verklaard door de EC en het Europees Hof van Justitie, maar toch is de Central European University uiteindelijk uit Boedapest vertrokken. Kritiek is er veel, aangezien er nooit sancties tegen Orbáns wetten zijn opgelegd. Het blijkt complex om Orbán te bestrijden: de juridische procedures tegen Hongarije in Europees verband zijn veelal onduidelijk en traag. Er wordt genoeg gerapporteerd over Hongaarse praktijken, alleen het realiseren van daadwerkelijke consequenties gaat moeizaam.
In reactie op Orbáns inperking van LHBTI-vrijheden is de Europese Commissie in 2021 wél een strafprocedure gestart. Mogelijke sancties tegen Hongarije zijn voornamelijk financieel, zoals het ontvangen van minder Europese subsidies of het krijgen van boetes. Sommigen pleiten voor het volledig dichtdraaien van de geldkraan. Ook een Artikel 7-procedure is in gang gezet, waarbij Hongarije in het slechtste geval zijn stemrecht in de Europese Raad verliest. Alleen: ook dit vraagt om een langdurig en ingewikkeld traject.
“Orbán denkt zo: wij hebben een verschillende geschiedenis en cultuur – dus ook verschillende waarden. Wij interpreteren de rechtsstaat daarom anders dan jullie dat doen,” zegt Katarina Barleys, vicepresident in het Europees Parlement, in ‘Hello, Dictator’. De sancties vanuit de Europese Commissie lijken dus langs de kern van het probleem heen te lopen: de democratische waarden die Hongarije hoort te eerbiedigen volgens EU-normen staan lijnrecht tegenover de waarden van Orbán. Financiële sancties zullen hem daarom waarschijnlijk niet tot inkeer doen komen.
Moet de EU een spiegel voorgehouden worden?
Aan de andere kant: misschien moet de EU als institutie een spiegel worden voorgehouden om haar fundamentele gebreken in te zien. Tegen Orbáns omstreden anti-LHBTI-wet loopt een strafprocedure bij het Europees Hof van Justitie. Financiële sancties zijn een mogelijk gevolg, maar dit lijkt slechts een leeg omhulsel, een schijnbeweging van de EU om toch haar rol zo toch te hebben vervuld. Het schenden van democratische EU-waarden wordt namelijk niet opgelost met een verlaging van subsidies of het uitdelen van boetes. Sterker nog, de belangen van Hongarije moeten nog altijd worden meegenomen in EU-besluitvorming, omdat iedere lidstaat een vetorecht heeft op een aantal gebieden. Hier moet consensus ontstaan, mét Hongarije.
Een nieuwe generatie Viktor Orbáns, dát is het risico
Zo wordt het imago van de Europese Unie aangetast. Het laat andere landen zien dat ze ver kunnen gaan: Polen en Roemenië zijn voorbeelden van landen waar eenzelfde ‘illiberale democratie’ in opkomst lijkt. De Europese Commissie zoekt naar oplossingen tegen antidemocratisch geluid, maar sancties die daadwerkelijk gericht zijn op het beschermen van kernwaarden is met de huidige EU-structuur lastig.
“De EU moet haar eigen immuunsysteem versterken tegen dergelijke uitdagingen. Want als andere lidstaten zien hoeveel er mogelijk is, zal dit een precedent scheppen,” aldus Gergely Karácsony, burgemeester van Boedapest in ‘Hello, Dictator’. “Dan zullen veel Viktor Orbán-achtigen in de EU opduiken. Een nieuwe generatie Viktor Orbáns, dát is het risico.”