Pieter de Gans weet hoe het is om als homo op het voetbalveld te staan. Problemen levert dit eigenlijk nooit op. Althans, niet van buitenaf. ‘Ik heb er zelf meer moeite mee gehad dan de mensen om me heen.’
Iedere zondag levert Pieter de Gans strijd op het middenveld bij het tweede van TOS Actief. Hij draagt de aanvoerdersband, met regenboogkleuren, trots om zijn linkerarm. Van jongs af aan doet De Gans niets liever dan voetballen, voetballen en nog eens voetballen.
Logisch dus, dat hij het op zijn club wilde bespreken toen De Gans uit de kast kwam. Op zijn zeventiende, zijn directe kring wist het al enige tijd, ging hij naar zijn toenmalige trainer om te vertellen dat hij homo was. Een grote stap. Vooral voor hemzelf, bleek achteraf. “Ik merkte dat ik er mee zat, dus ik wilde het graag met mijn trainer bespreken. Hij reageerde er heel goed op.” Maar toch werd het nieuws niet meteen binnen het team bekendgemaakt. “Volgens mij wisten de meesten het wel, maar er werd verder niet over gesproken”, vertelt De Gans.
Niet helemaal gerust
Toen De Gans de overstap maakte naar zijn huidige club TOS Actief, was het team van tevoren al op de hoogte. “Een vriend had me daar geïntroduceerd als de homo,” lacht hij. “Eigenlijk was dat wel fijn. Zo hoefde ik er zelf niet over te beginnen.” Hoewel het in zijn huidige team voor niemand een probleem was, was De Gans er niet helemaal gerust over. “Je vraagt je toch af hoe ze zullen reageren als je voor het eerst samen gaat douchen.” Er gebeurde niks. “Uiteindelijk was ik er zelf veel meer bezig dan mijn teamgenoten.”
Inmiddels is De Gans aanvoerder én speelt hij al een paar jaar met een aanvoerdersband met regenboogkleuren. “Ik had het voorbij zien komen in de Premier League en ik vind het een goed initiatief. Sindsdien heb ik hem altijd om.” Die durft, ben je geneigd te zeggen. Maar dat valt mee. De Gans: “Ik denk ook niet dat tegenstanders meteen denken dat ik gay ben als ze die band zien. Of ze denken het wel maar maakt het ze niets uit.”
Natuurlijk krijgt De Gans weleens iets naar zijn hoofd geslingerd. Vooral bij de gebruikelijke opstootjes op het veld. “Maar daar wordt iedereen voor van alles en nog wat uitgemaakt, dus dat neem ik allemaal niet te persoonlijk.” Ook de opmerkingen binnen het team laten hem koud. “We hebben een vrij divers team en er worden over iedereen grapjes gemaakt. Ik heb daar weinig moeite mee, ik hoop de andere jongens ook.”
Iedere voetballer uit de kast helpt. Maar het zou het best zijn als dit een van de grootste van Europa was
De reacties op en naast het voetbalveld zijn bijna altijd positief, maar dat betekent niet dat De Gans zich overal direct op zijn gemak voelde. Toen hij net begon op de Academie voor Lichamelijk Opvoeding (ALO), duurde het even voordat De Gans doorhad dat hij ook daar welkom was. “Er lopen daar veel macho’s rond, dus ik vond het best moeilijk om er daar over te beginnen.” Ook daar waren de reacties uiteindelijk positief, maar De Gans weet wat daarbij meespeelde: “Ik had veel gedeelde interesses met die jongens daar. Ik merkte aan hen dat dat wel hielp om mij te accepteren. Daar heb ik het ook met ze over gehad. Daarnaast speelt misschien ook mee dat ik niet heel vrouwelijk ben. En hoewel het absoluut niet zou moeten, denk ik wel dat dat voor sommige mensen uitmaakt.”
Er is nog veel te winnen
De Gans weet dat niet iedereen zo welkom is in het voetbal als hij. Hij ziet de toestand in de sport dan ook met lede ogen aan. “Er is nog een lange weg te gaan als het gaat om de acceptatie van homo’s.” En hij weet ook waardoor dat komt: ‘bepaalde supporters.’ Wat er moet gebeuren om dit te veranderen, vindt ook De Gans een moeilijke vraag. “Iedere voetballer die openlijk uit de kast komt helpt. Maar het zou het best zijn als dit een van de grootste spelers van Europa is. Ik ben ervan overtuigd dat er dán meer zullen volgen. Maar dan moet er daar toevallig wel net eentje tussen zitten”, knipoogt hij.
Hoewel het profcircuit nog de nodige stappen moet maken, lijkt het in het amateurvoetbal steeds beter te gaan. Toch ziet De Gans ook daar nog problemen. “Ik zag op Instagram een keer een bericht voorbijkomen van een jongen die niet meer op zijn club werd geaccepteerd omdat hij uit de kast was gekomen.” De Gans bood direct een helpende hand. “Ik vroeg hem of een keer met ons mee wilde spelen. Inmiddels heeft hij al een paar keer meegetraind.”
Ook tijdens zijn werk als gymdocent probeert De Gans zijn steentje bij de dragen. Door het gesprek aan te gaan met zijn leerlingen. “Voor veel jonge kinderen is het iets onbekends,” vertelt hij. “Dus er komen altijd vragen.” Op zijn manier hoopt De Gans bij te dragen aan een toekomst waarin iedereen zichzelf kan zijn. “Door het openlijk bespreekbaar te maken leren mensen het beter te begrijpen.”
Met medewerking van Jan Tourkov