Uit cijfers van het Nederlands Jeugd Instituut blijkt dat er in 2015 ruim 19.000 echtscheidingen plaatsvonden waarbij minderjarige kinderen betrokken waren. Hoewel dit serieuze gevolgen heeft voor de ouders zelf, moeten we de psychologische consequenties voor de kinderen, zowel op de lange als korte termijn, niet uit het oog verliezen.
Storm en strijd
Het is belangrijk om in gedachten te houden dat de scheiding niet een op zichzelf staande gebeurtenis is. Zowel voor als na het daadwerkelijke moment van scheiden krijgt het kind veel te verduren. Niet alleen gaan aan het moment van scheiding bijna altijd echtelijke ruzies vooraf, ook wordt de periode na de scheiding gekenmerkt door ingrijpende veranderingen in het leven van zowel de ouders als het kind.
Beide fasen kunnen grote, onmiddellijke gevolgen hebben voor het psychologisch welzijn van het kind. De ouders zijn voor het kind doorgaans de stabiele figuren, die zo het kind warmte en geborgenheid bieden. Conflicten zijn zodoende enorm beangstigend voor het kind: de ouders op wie het kind wil en moet kunnen rekenen, verschaffen niet langer die noodzakelijk stabiele en veilige basis.
Psychosociale gevolgen
Voor de onmiddellijke psychologische gevolgen van een echtscheiding voor het kind is het belangrijk om onderscheid te maken tussen directe en indirecte effecten. Een direct effect van de scheiding is bijvoorbeeld de emotionele stress bij het kind, veroorzaakt door het meermaals zien van ruziënde ouders.
Getuige zijn van deze conflicten zorgt voor een onveilig gevoel, wat de kans op psychosociale problemen bij het kind kan vergroten. Denk hierbij aan het ontwikkelen van angst- en depressieproblemen, maar ook aan het ontstaan van vijandige en agressieve relaties met leeftijdsgenoten.
Het indirecte effect van de scheiding beslaat vooral de relatie tussen de ouders en het kind. Na een scheiding worden de ouders vaak volledig in beslag genomen door het eigen verdriet, maar ook door allerlei administratieve zaken en papierwerk.
Doordat de ouder minder tijd, ruimte en aandacht overhoudt voor het kind kunnen problemen ontstaan in de relatie tussen ouder en kind. Ook deze problemen in de ouder-kindrelatie worden vervolgens geassocieerd met de ontwikkeling van psychosociale problematiek bij het kind.
Naast de onmiddellijke gevolgen bestaan ook risico’s op de lange termijn. Zo schrijft David Shaffer, professor emeritus aan de University of Georgia, over een associatie tussen het meemaken van een scheiding in de kindertijd en het ontwikkelen van depressieve problematiek op volwassen leeftijd. Daarnaast hebben deze volwassenen vaak een pessimistischer beeld van hun eigen huwelijk. Zij rapporteren meer onzekerheid over het voortduren van hun relaties dan volwassenen wiens ouders bij elkaar bleven.
Academische gevolgen
Echtscheidingen hebben niet alleen gevolgen voor de interpersoonlijke relaties, maar ook voor de academische voortgang. Uit een onderzoek van Harold, Atiken en Shelton uit 2007 blijkt dat conflicten tussen de ouders problematische gevolgen kunnnen hebben voor de schoolprestaties van het kind.
Kinderen van gescheiden ouders lopen een groter risico op het ontwikkelen van gedragsproblematiek, wat geassocieerd wordt met verminderde schoolprestaties. Uit het onderzoek blijkt dat dit verband tussen gedragsproblemen en schoolprestaties verklaard wordt door de aanwezigheid van self-blaming perceptions.
Kinderen zijn vaak geneigd om zichzelf de schuld te geven van het conflict tussen de ouders, waardoor zij last kunnen krijgen van sterke schuld- en schaamtegevoelens. Met andere woorden: kinderen lijken hun eigen aandeel in de ruzies tussen de ouders dramatisch te overschatten.
Licht aan de horizon
Hoewel het nu klinkt alsof het welzijn van het kind door een echtscheiding onvermijdelijk verslechtert, zijn er interventies ontwikkeld om de schadelijke gevolgen te verminderen en zelfs te voorkomen. Het Nederlands Jeugd Instituut geeft een overzicht van verschillende maatregelen die kunnen bijdragen aan het welzijn van het kind.
Hierbij wordt vaak niet alleen gekeken naar de ervaringen het kind zelf, maar ook naar de omgang met de ouders. Door de ogen niet te sluiten en gezamenlijk constructief aan de situatie te werken, krijgt het kind een kans om zich te ontwikkelen tot een zelfstandig en positief individu, ongeacht wat hij of zij heeft meegemaakt.