In september stelde Donald Trump zelfverzekerd: “Onder mijn leiderschap zullen wij de banen van andere landen afpakken […] we zullen hun fabrieken afpakken […] we gaan duizenden bedrijven en triljoenen aan dollars naar de Verenigde Staten terughalen.” Het terughalen van industriebanen naar de VS vormde de kern van de economische politiek tijdens zijn vorige presidentschap en was tevens een speerpunt in zijn campagne en daarmee naar alle waarschijnlijkheid een doorslaggevende factor in Trumps overwinning op Kamala Harris. Volgens Amerikaans opinieonderzoeksbureau Pew Research Center was de economie het belangrijkste thema voor een overgroot deel van de Amerikaanse kiezers, en Trump werd met tien procentpunten beter beoordeeld op dit onderwerp door kiezers.
Hoe gaat Trump onze banen en fabrieken afpakken?
Trumps grootste doorn in het oog is het Amerikaanse handelstekort: de structurele hogere import dan de export, waardoor buitenlandse producten de Amerikaanse markt domineren. Volgens hem ligt de oorzaak hiervan bij oneerlijke handelspraktijken van landen als Duitsland en China. Trump wijst bijvoorbeeld naar valuta-manipulatie, waarmee landen hun munten kunstmatig goedkoop houden om export te stimuleren, en importbeperkingen zoals hoge tarieven en subsidies die buitenlandse concurrentie benadelen. Met harde maatregelen wil hij import afremmen, export aanjagen en de Amerikaanse industrie nieuw leven inblazen – met Amerikaanse banen als resultaat.
Als zelfbenoemde tariff man blijft Trump trouw aan zijn harde lijn. Hij belooft forse belastingen op buitenlandse producten: een algemene importheffing van 10%, oplopend tot 20%. Specifiek tegen China voorziet hij tarieven tot 60%, ondanks dat landspecifieke maatregelen strijdig zijn met de regels van de Wereldhandelsorganisatie, waar de VS lid van is.
Mogelijke Risico’s van Protectionisme voor de Wereldwijde Economie
Economen zijn verdeeld over de impact van Trump’s beleid op de wereldeconomie. Desmond Lachman van het American Enterprise Institute vergelijkt de tariefverhogingen met de Smoot-Hawley Tariff Act van 1930, die bijdroeg aan de Grote Depressie, een periode die gekenmerkt werd door massale werkloosheid en armoede. Volgens Lachman leidde deze wet tot instortende internationale handel, vergeldingsmaatregelen van handelspartners en schade aan exportsectoren. “De wet deed alles behalve banen beschermen, en faalde spectaculair,” aldus Lachman.
Met de opkomst van economisch nationalisme is de vraag hoe handelspartners zouden reageren cruciaal. Lachman waarschuwt dat tariefverhogingen kunnen leiden tot een spiraal van vergeldingsmaatregelen en protectionistisch beleid. Dit soort beggar-thy-neighbor-strategieën, waarbij landen productie subsidiëren ten koste van consumptie, en daarmee export stimuleren ten koste van import, kunnen handelstekorten elders vergroten. Als meerdere landen deze koers volgen, zoals in de jaren ’30, zal de wereldeconomie fors krimpen omdat er dan een overproductiecrisis ontstaat. Wanneer iedereen immers productie subsidieert ten koste van consumptie zullen er niet genoeg mensen zijn om te consumeren.
Robert Lighthizer, voormalig handelsvertegenwoordiger voor de Trump-regering, beargumenteert in de Financial Times dat het mondiale systeem al ‘decennia’ gekenmerkt is door zulk beleid. Lighthizer beschuldigt landen met aanhoudende handelsoverschotten van ‘protectionisme,’ terwijl landen zoals de VS, met hun grote handelstekorten, volgens hem ‘de slachtoffers’ zijn van een scheefgetrokken systeem.
Anders dan Lachman benadrukt Michael Pettis, hoogleraar Financiën in Peking, dat de effectiviteit van tarieven sterk afhankelijk is van de context. Hij stelt dat “tarieven inkomen verschuiven van huishoudens, die netto-importeurs zijn, naar producenten, die netto-exporteurs zijn.” Voor een land met een handelstekort, zoals de VS kan dit binnenlandse besparingen en groei stimuleren door productie in de VS aantrekkelijker te maken. Doordat de productie in de VS toeneemt, wordt er minder geleend van het buitenland voor consumptie, wat leidt tot hogere binnenlandse besparingen. Pettis wijst erop dat de situatie vandaag anders is dan in de jaren ’30, toen de VS een handelsoverschot had en tarieven juist de vraag verzwakten. In de huidige context kunnen ze echter ‘de Amerikaanse economie juist versterken’. Zijn conclusie: “Tarieven zijn niet per definitie goed of slecht; hun effect hangt volledig af van de economische context,” aldus Pettis op X.
Waar economen het wel over eens zijn, is dat export-georiënteerde economieën het zwaarst worden getroffen in een handelsoorlog, en de EU is bijzonder kwetsbaar door haar afhankelijkheid van handel. Sinds 2012 is het aandeel van de Eurozone-export naar de VS gestegen van 12 naar 16 procent. Dit maakt de EU extra gevoelig voor Trumps plan om importtarieven van 10-20 procent in te voeren. Vooral open economieën zoals Nederland en Duitsland zullen hard geraakt worden, met brede gevolgen voor de EU als geheel, aldus Center for European Reform (CER).
Volgens Dana Bodnar, Amerika-econoom bij export-kredietverlener Atradius, zal Trump zijn ondermijning van internationale regels, multilaterale samenwerking, en ‘verdragen als TPP’ tot ‘onzekerheid zorgen in globale markten en voor Nederlandse exporteurs’.
“Voor de EU als geheel zou een lagere Amerikaanse vraag naar Europese exporten leiden tot een gedeeltelijke heroriëntatie naar andere markten, maar dit brengt hogere kosten met zich mee en leidt onvermijdelijk tot handelsverlies. Verminderde wereldwijde handel en economische groei zouden indirect de externe vraag naar Nederlandse producten drukken. Daarnaast kunnen onzekerheid en volatiliteit op de wereldmarkten het Nederlandse investeringsklimaat aantasten, wat de groei verder onder druk zet,” aldus Bodnar.
VNO NCW: Werken aan concurrentiepositie prioriteit voor Europa
Kees Bakhuis, woordvoerder van werkgeversorganisatie VNO-NCW – de organisatie die 300.000 Nederlandse ondernemingen vertegenwoordigt en daarmee 90% van de private werkgelegenheid – onderschrijft dit sentiment: “De VS zijn de belangrijkste niet-Europese handelspartner van ons land en de grootste investeerder in onze economie. Andersom is de VS de grootste ontvanger van Nederlands kapitaal,” zegt Bakhuis. “Als Trump zijn aangekondigde importheffing doorvoert, is dat natuurlijk schadelijk voor onze Nederlandse, open economie. Zo berekende ABN-AMRO dat een universele importheffing van 10 procent voor de Nederlandse economie zal resulteren in een 2 procentpunten lager BBP in 2027 (ten opzichte van een scenario zonder tariefverhogingen).”
Bodnar benadrukt dat Europese handelssamenwerking cruciaal is om de impact van handelsfragmentatie te beperken, maar waarschuwt dat beleidsmaatregelen nodig zijn om de Europese binnenlandse vraag te stimuleren als compensatie voor de terugval van de Amerikaanse vraag. Dit betekent dat overheden ervoor moeten zorgen dat Europeanen een hoger besteedbaar inkomen krijgen.
Een handelsoorlog zou Kabinet-Schoof zwaar onder druk zetten. Volgens CER kunnen maatregelen van Trump de goede politieke relaties tussen Nederland en de VS op de proef stellen. “Een Trump-regering zou technologische of financiële sancties kunnen inzetten om ASML te dwingen een deel van zijn productie naar de VS te verplaatsen,” stelt CER.
Tegelijkertijd is het afwachten welk beleid Trump daadwerkelijk gaat voeren zodra hij op 20 januari de troon bestijgt. Investeerders, CEO’s en zijn Republikeinse bondgenoten verwachten namelijk dat Trump – waar aan zijn verleden als zakenman – de historische tariefverhogingen als een onderhandelingstactiek zal inzetten voor geopolitieke en handelsconcessies van buitenlandse mogendheden, schrijft The Washington Post.
Ook Bakhuis blijft afwachtend: “We zullen moeten zien hoe het handelsbeleid van Trump in de praktijk uitpakt, net als welke sectoren geraakt kunnen worden. Hoe het ook loopt, Europa moet werken aan het versterken van de concurrentiekracht van de eigen economie en meer investeren in veiligheid en economische weerbaarheid. De overwinning van Trump kan wat dat betreft een wake-up call zijn om hier nog harder en sneller mee aan de slag te gaan.”
Eindredactie door Youssef el Khattabi