Voor de voorstelling spreekt redacteur Jamiro Andrews Femi en Thijs in Bodegraven, een kleine gemeente in Zuid-Holland met een sfeervol theater, dat ook dienstdoet als bibliotheek en cafetaria. De zaal is niet helemaal uitverkocht en het publiek dat zich al in de foyer verzameld heeft, is grotendeels oud, grijs en wit. Tot zover niets ongewoons in Bodegraven. Dan arriveert de cast: een luide, energieke groep mensen die bijna volledig uit mensen van kleur bestaat. Er wordt koffiegezet, gegrapt en hard gelachen. De aanwezigen lijken er niet te veel aandacht aan te willen besteden, maar aan alles merk je dat de cast een opvallende verschijning is in Bodegraven.
Duizend aanslagen op de Obama’s opent met de aankondiging dat het publiek aanwezig is bij de openbare repetities van een film over de Obama’s. De acteurs stellen zich voor onder hun eigen naam en lichten toe welke rollen ze zullen spelen, waaronder de leden van het gezin Obama, de campagneadviseur en een therapeut. In 2024 bevinden Barack en Michelle zich namelijk in een relatiecrisis. Vanaf de therapiebank blikken ze terug op Baracks presidentschap en de weg daarnaartoe. Aan de hand van deze flashbacks spelen de acteurs vervolgens de scènes bij elkaar voor hun film. Waarbij onvermijdelijk de vraag rijst, welke scènes de film halen en wie dat bepaalt.
Naarmate de repetities vorderen, onderbreken de acteurs hun spel steeds vaker om hun twijfels en ongenoegen te uiten. Ze vragen zich hardop af wat voor film ze eigenlijk aan het maken zijn. De voorstelling reflecteert daarmee op de nalatenschap van de Obama’s: welke verhalen verdienen het om verteld te worden, en van wie zijn die verhalen? Het is deze vraag die de acteurs onderling verdeelt en ook het publiek aan het denken moet zetten.
De voorstelling nodigt ook Femi en Thijs uit tot zelfreflectie. Mede doordat zij beiden meerdere rollen spelen, waaronder een gefictionaliseerde versie van zichzelf. Op de vraag hoe dicht de fictieve Femi en Thijs bij de echte Femi en Thijs staan, geven ze uiteenlopende antwoorden. Femi legt uit: “De fictieve Femi die ik speel, ligt niet heel ver af van wie ik in werkelijkheid ben. Ze is wat terughoudend, kijkt een beetje de kat uit de boom, maar stelt scherpe vragen als het nodig is. Dat herken ik in mezelf.”
“Bij mij ligt dat heel anders”, vertelt Thijs. “Fictie-Thijs staat eigenlijk symbool voor het witte systeem en hoewel ik wit ben, ben ik niet het witte systeem. Het zijn denkbeelden en motivaties waar ik me tegen verzet.” Toch houdt deze rol hem ook een spiegel voor: “Alle vormen van ongelijkheid, maar ook de uitbuiting van de planeet en indirect klimaatverandering zijn terug te voeren op het gedachtengoed van witte kolonisten. Die witte kolonist bestaat in zekere zin nog steeds.” Voor de acteur is het spelen van deze rol een leerzaam proces: “Ik vind het ongemakkelijk om met mijn eigen naam te spelen en ergens ook onmogelijk, maar tegelijkertijd is het voor iedereen goed om daar dieper in te graven. Misschien herken je wel meer vormen van sluimerend racisme of ongelijkheid dan je aanvankelijk dacht. Het is bovendien veel interessanter om overeenkomsten te zoeken met een vijand. Ik denk dat dat het beginpunt is van empathie.”
Hoewel het stuk de acteurs zelf aan het denken zet, hopen ze ook wat los te maken bij het publiek. Femi vertelt: “Het spel met realiteit en fictie zorgt ervoor dat mensen zich afvragen wat echt is en wat niet. Het zet aan tot nadenken over verantwoordelijkheid. Mijn rol gaat ook over hoe de jonge generatie naar de wereld kijkt. In het stuk stel ik bijvoorbeeld vragen aan de actrice die Michelle Obama speelt, zoals: ‘Denk je dat Michelle echt zo volgzaam was als je haar neerzet?’ Of: ‘Wat voor norm creëren we voor zwarte leiders door Obama zo op een voetstuk te plaatsen?’ Door deze rol ben ik zelf ook meer over zulke vragen gaan nadenken.”
Thijs haakt in: “Ik denk ook dat het in veel theaters beter werkt dan ik had verwacht. Mensen raken inderdaad in de war: ‘hè, maar is dit nou echt? Stappen ze er nou uit?’ De vraag of we aan het improviseren waren had ik niet verwacht. Eigenlijk is die verwarring supergoed, want het is het bewijs dat het iets losmaakt. Het publiek wordt gedwongen stil te staan bij de complexiteit van de boodschap en de realiteit waarin we leven. Ik denk dat het zorgt voor reflectie en discussie.”
Femi: “Dat vind ik ook het mooie aan de rol van Thijs: hij houdt mensen een spiegel voor. Het gaat daarbij niet eens specifiek om kleur, maar om de blindheid die vaak gepaard gaat met goede bedoelingen. Mensen denken: oh ja, ik zie die goede bedoelingen, maar ik zie ook waar die goede bedoelingen overheen walsen. Ik hoop dat als ze zichzelf daarin herkennen, ze zich afvragen: hoever zijn we eigenlijk als het gaat om gelijkheid? En wat is mijn rol daarin?”
Thijs: “Dat wij meerdere personages spelen, helpt om meerdere perspectieven te laten zien. Ik denk ook niet dat de voorstelling een eenduidige boodschap heeft. Wat ik vooral waardeer is hoe goed ze laat zien dat het probleem begint bij het rubriceren van mensen. Dat is voor mij de oorsprong van veel kwaad. Zodra je onderscheid begint te maken, creëer je problemen. Zodra die lijnen worden getrokken, passen mensen hun gedrag daarop aan.”
Femi: “We krijgen ook mooie reacties van het publiek. Na de allereerste try-out tijdens Black Achievement Month kwam er een vrouw naar me toe. Ze bedankte me, omdat de voorstelling haar aan het denken had gezet. Ze had nooit stilgestaan bij wat het betekent om Obama op zo’n voetstuk te plaatsen zonder zijn fouten te erkennen, of welke lat we daarmee creëren voor zwarte leiders. Als we niet erkennen dat zwarte helden ook fouten mogen maken en we alleen die ene zwarte held blijven vieren, dan blijven we stilstaan in plaats van dat we vooruitgang boeken. In die zin geloof ik dat mijn rol wel iets losmaakt.”
Thijs: “Zo kwamen er na een voorstelling twee oudere witte vrouwen naar ons toe, die geschrokken waren omdat ze zichzelf herkenden in mijn rol. Ze realiseerden zich: hé, ik ben eigenlijk veel meer onderdeel van dat witte systeem dan ik me ooit had gerealiseerd. Als mensen dan denken: wacht even, dit leert me iets over mezelf, dan is de voorstelling voor mij geslaagd.”
Duizend aanslagen op de Obama’s is tot en met 21 december te zien in verschillende theaters door het land.