November 2024, een bericht in mijn inbox.
“Vind je het niet eng wat je schrijft? Voor je familie in Iran?” Het was een vraag van Reza. Net als ik is hij in Nederland geboren. We zaten samen op school, spraken dezelfde taal, deelden herinneringen aan zomers in Teheran. Maar waar ik mij nu openlijk uitspreek, blijft hij terughoudend. “Ik wil niet dat mijn oma wordt lastiggevallen, omdat ik iets zeg,” zei hij. “Je weet hoe ze daar zijn.”
Zijn terughoudendheid is geen uitzondering. Sinds de protesten in 2022 in Iran opnieuw oplaaiden en de geopolitieke druk op het regime toenam, worstelen veel diaspora-Iraniërs met de vraag: spreek je je uit, of niet? Wat betekent veiligheid als jouw stem risico’s met zich meebrengt – niet alleen voor jezelf, maar ook voor je familie?
Wat leeft in de Iraanse diaspora?
Binnen de Iraanse diaspora bestaat een scherpe tweedeling. Er zijn activisten die hun stem verheffen, protesteren, opiniestukken schrijven en openlijk kritiek leveren op het regime. Maar er is ook een grote groep die bewust afstand houdt van politiek. De redenen zijn complex: sommigen vrezen voor hun familie in Iran, anderen willen niet op zwarte lijsten terechtkomen en sommigen geloven niet dat spreken zin heeft.
De opkomst van sociale media heeft deze dynamiek versterkt. Een enkele Instagram-post kan online intimidatie uitlokken of, erger nog, leiden tot bedreigingen richting familieleden in Iran. Er zijn activisten zoals Laleh, een student, die haar sociale media gebruikt om te documenteren wat in Iran gebeurt. “Ik voel het als mijn plicht. Wij hebben de vrijheid om te spreken, zij niet.” Maar er zijn ook mensen zoals Reza, die bewust afstand houden. Een groot deel van zijn familie woont nog in Teheran. “Een enkele tweet kan genoeg zijn om mijn oom op het politiebureau te laten belanden,” vertelt hij.
Het Iraanse regime probeert critici in het buitenland te intimideren en te onderdrukken via verschillende tactieken. Volgens het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), de Belgische overheidsinstantie die asielaanvragen beoordeelt en landenrapporten opstelt over mensenrechtensituaties, zet Iran zowel digitale intimidatie als druk op familieleden in Iran in om dissidenten in de diaspora het zwijgen op te leggen (CGVS, 2023).
Ook de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), melden dat buitenlandse overheden in Nederland druk uitoefenen op migranten, bijvoorbeeld via inlichtingendiensten. Buitenlandse inlichtingendiensten hanteren verschillende tactieken om invloed uit te oefenen op diaspora-gemeenschappen. Volgens een analyse van de AIVD en NCTV (2024) omvatten deze strategieën onder meer het monitoren van sociale media, het onder druk zetten van familieleden in het land van herkomst en directe intimidatie van critici in het buitenland. Daarnaast worden sommige diaspora-leden benaderd door personen die zich voordoen als een vriend, maar in werkelijkheid informatie verzamelen voor het regime. Dit creëert een klimaat van wantrouwen binnen de gemeenschap en zorgt ervoor dat veel Iraniërs in Nederland zich niet vrij voelen om zich openlijk uit te spreken.
Generaties en angst
Maar het dilemma beperkt zich niet alleen tot de dreiging vanuit Teheran. Binnen de Iraanse gemeenschap in Nederland en andere westerse landen, bestaan verschillende ideeën over politieke betrokkenheid.
Opvallend is dat jongere diaspora-Iraniërs vaker geneigd zijn om zich uit te spreken dan hun ouders. “Mijn ouders hebben de revolutie en de oorlog meegemaakt,” zegt Darya, een jurist. “Zij weten wat het betekent als je opvalt. Voor hen is angst een instinct. Voor mij voelt zwijgen juist verkeerd.”
Dit generatieverschil wordt bevestigd door onderzoek van het Atlantic Council uit 2021, waaruit blijkt dat jonge diaspora-Iraniërs, vooral zij die in het Westen zijn opgegroeid, meer geneigd zijn om publiekelijk stelling te nemen. Zij identificeren zich met de protestbeweging in Iran en zien hun relatieve veiligheid als een verplichting om te spreken namens degenen die dat niet kunnen.
De sociale media hebben de rol van de diaspora vergroot. Terwijl oudere generaties afhankelijk waren van satellietzenders zoals BBC Persian of Iran International, hebben jongere Iraniërs directe toegang tot informatie via Instagram, Twitter en Telegram. Dit geeft hun niet alleen een podium om hun stem te laten horen, maar creëert ook een grotere verantwoordelijkheid.
Trauma en sociale druk
Naast geopolitieke dreiging speelt ook psychologisch trauma een rol. Mijn eigen ouders hebben vrienden verloren aan het regime. En dat geldt hetzelfde voor vele anderen. Voor veel Iraniërs in de diaspora is angst niet alleen een rationele afweging, maar ook een door de generaties heen overgedragen realiteit (CGVS, 2023).
Familieleden waarschuwen elkaar: “Geen kritiek op sociale media, geen interviews, denk aan je familie.” Ook ik ben na een artikel aan dit verzoek herinnerd en heb overwogen welke voorzorgsmaatregelen nodig zijn. Hoewel ik me niet direct bedreigd voel, confronteert het me met de realiteit dat vrijheid van meningsuiting, zelfs in de diaspora, niet zonder risico is.
Dit creëert een onuitgesproken code van voorzichtigheid, waarbij stilzwijgen een vorm van bescherming wordt. Maar steeds meer jonge diaspora-Iraniërs beginnen zich hiertegen te verzetten. De protesten na de dood van Mahsa Amini in 2022 waren voor velen een breekpunt (VluchtelingenWerk Nederland, 2022).
“Dat was de eerste keer dat ik echt bang was,” zegt Lila. “Bang voor mijn familie in Iran, maar ook bang om niets te doen. Want als wij stil blijven, verandert er nooit iets.”
De rol van de Iraanse overheid
Een voorbeeld van de dreiging waarmee de diaspora te maken krijgt, is de zaak van de Iraans-Zweedse arts en mensenrechtenactivist Ahmadreza Djalali. Hij werd in 2016 tijdens een bezoek aan Iran gearresteerd en later ter dood veroordeeld op beschuldiging van spionage – een aanklacht die door Amnesty International als politiek gemotiveerd wordt beschouwd. Sindsdien wordt hij gebruikt als pion in onderhandelingen tussen Iran en Europese landen. Ondanks internationale oproepen tot zijn vrijlating blijft hij vastzitten, en zijn situatie dient als een waarschuwing voor critici in de diaspora dat zelfs een bezoek aan Iran grote risico’s met zich meebrengt (Amnesty International, 2023).
Naast gerichte arrestaties heeft het Iraanse regime ook journalisten in ballingschap bedreigd. Zo waren de in Londen gevestigde medewerkers van de Perzische nieuwszender Iran International herhaaldelijk doelwit van dreigementen. In februari 2023 zag het mediabedrijf zich genoodzaakt zijn activiteiten in Londen op te schorten en zijn journalisten over te plaatsen naar Washington D.C., nadat de Britse autoriteiten serieuze en geloofwaardige waarschuwingen hadden afgegeven over mogelijke aanvallen op hun leven. Dit toont aan hoe ver de lange arm van Teheran reikt, zelfs buiten de landsgrenzen, en benadrukt de reële gevaren voor diaspora-Iraniërs die zich kritisch uitlaten over het regime (The Guardian, 2023).
Kruispunt
De Iraanse diaspora staat op een kruispunt. De geopolitieke situatie verslechtert, de repressie vanuit Teheran wordt intensiever, maar tegelijkertijd groeit het besef dat zwijgen ook een keuze is met gevolgen. De vraag is of de nieuwe generatie diaspora-Iraniërs de angst van hun voorgangers zal doorbreken of dat de dreiging van het regime hen toch zal blijven achtervolgen. Toch laat de geschiedenis iets zien: onderdrukking mag dan diepgeworteld zijn, verzet is dat ook.
Eén ding is duidelijk: hoe de diaspora reageert op de ontwikkelingen in Iran, zal niet alleen hun eigen gemeenschap beïnvloeden, maar ook hoe de wereld kijkt naar de strijd voor vrijheid in Iran. En misschien nog wel belangrijker: de eigen rol daarin.
*De namen van de geïnterviewden in dit artikel zijn om veiligheidsredenen gefingeerd. Dit is gedaan ter bescherming van henzelf en hun familieleden in Iran.
Eindredactie door Daisy Hagendoorn