Voortijdige schoolverlaters zijn jongeren onder de 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie: een diploma op havo-, vwo- of mbo-niveau 2. Na het behalen van een vmbo-diploma moeten deze jongeren dus minimaal twee jaar een beroepsopleiding volgen en succesvol afronden om een startkwalificatie te verkrijgen. Jongeren die na hun vmbo-diploma stoppen met school en geen werk vinden, vallen in de categorie voortijdig schoolverlaters. Dit geldt ook voor jongeren die het onderwijs verlaten met alleen een mbo-niveau 1 diploma en geen werk hebben.
In 2021-2022 schoot het aantal vsv’ers boven de 30.000. Het jaar daarop bleef dit aantal nagenoeg gelijk. De overgrote meerderheid – ruim 24.000 – bestond uit mbo-studenten. Voor de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Robbert Dijkgraaf, was dit in oktober 2023 reden om aan de bel te trekken.
‘Het ligt vaak niet aan het willen, maar simpelweg aan het kunnen’
Oorzaken van uitval
Maar waarom stijgt het aantal vsv’ers? Schort het aan motivatie?
“Het ligt vaak niet aan het willen, maar simpelweg aan het kunnen”, zegt Eric Lemain (40). Hij werkt voor Jongerenpunt070, een initiatief van de gemeente Den Haag. Hier kunnen jongeren aankloppen wanneer zij tegen problemen aanlopen. Als jongerencoach loopt hij regelmatig rond op verschillende mbo’s en staat hij in nauw contact met docenten en zorgteams binnen de scholen. Jongeren hebben volgens hem steeds meer aan hun hoofd, en dat zorgt ervoor dat ze zich niet volledig op hun opleiding kunnen concentreren. Volgens hem neemt de mentale druk sterk toe. Zo ziet hij veel jongeren met schulden of een instabiele thuissituatie.
Het is een trend die steeds zichtbaarder wordt in het onderwijs. Docenten, coaches en hulpverleners signaleren dat jongeren vaker kampen met stress, angst en somberheid. Factoren zoals prestatiedruk, sociale verwachtingen en zorgen over financiële of thuissituaties spelen hierbij een grote rol. Voor mbo-studenten, die vaak jong beginnen aan beroepsopleidingen, komen daar nog specifieke uitdagingen bij: het combineren van stage, werk en studie. Daarom kwam minister Dijkgraaf in 2023 met een actieplan gericht op het voorkomen van uitval binnen het mbo. Daarin legt hij de bal bij de mbo-scholen zelf; zij zijn primair verantwoordelijk voor de aanpak van verzuimpreventie.
Tech4Care
Op de Campus Techniek & ICT van ROC Mondriaan in Den Haag werd twee jaar geleden het team Tech4Care opgericht. Een initiatief om mbo-studenten in moeilijkheden te begeleiden. Sinds de start hebben sommige functies een verandering doorgemaakt. Michael Zick (41) werkt zo’n anderhalf jaar als verzuimpreventiecoach en ziet een duidelijke verschuiving van reactief handelen naar preventie.
“Het begint al bij het intakegesprek: wat heeft een student nodig om succesvol te zijn?” Veel jongeren die bij Tech4Care worden aangemeld, kampen met taalbarrières, financiële problemen of een instabiele thuissituatie. Zick benadrukt: “Je kunt jongeren coachen op talentontwikkeling, maar als ze zich zorgen maken over hoe ze hun boeken moeten betalen, gaat dat niet werken.”
Zick coacht jongeren die dreigen te verzuimen door samen te kijken naar de redenen daarvoor. “Ik probeer de student duidelijk te maken dat hij het niet moet doen voor zijn ouders of een zak geld, maar echt voor zichzelf. En dan kijk ik wat er concreet nodig is om succes daarin te bereiken.”
Ondanks de preventieve aanpak valt een deel van de studenten langdurig uit. Eveline de Koning (49), eveneens van Tech4Care, gaat actief op huisbezoek bij studenten die ondanks eerdere hulp uitvallen. Zij zoekt uit waarom de student niet meer op school verschijnt. Soms gaat het om een verkeerde studiekeuze of achterstand, maar vaak spelen psychische problemen of sociale druk een rol. “Jongeren met zorgen over een scheiding thuis of zonder stabiele woonplek hebben het ontzettend zwaar”, zegt De Koning.
Tech4Care is een voorbeeld van de verzuimaanpak die door scholen wordt gemaakt. En dat gaat steeds iets beter. Lemain: “Jarenlang voerde het verzuimaspect de boventoon. De focus lag op het rode kruisje en dan de dringende oproep om naar school te komen. Inmiddels slaan gemeenten en scholen steeds vaker de handen ineen om op zoek te gaan naar de achterliggende problematiek.” En dat gaat steeds beter volgens hem. Studenten raken sneller in zicht bij de gemeente, wanneer er problemen met uitval op school optreden. Inmiddels is Gemeente Den Haag bezig deze aanpak regionaal uit te rollen.
Eindredactie door Daisy Hagendoorn