Dit vooruitzicht zorgt voor grote zorgen bij Stichting Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS), een organisatie waar mensen zonder verblijfsvergunning terechtkunnen voor begeleiding en opvang. ROS organiseert spreekuren, Nederlandse taallessen en cursussen zoals ‘toekomstoriëntatie’. Hierbij worden basisrechten en mogelijkheden besproken: opnieuw een verblijfsvergunning aanvragen, in de illegaliteit overleven, verder migreren naar een ander land, of vrijwillige terugkeer.
Ongedocumenteerden leven vaak een anoniem bestaan. Medewerker Katja van Nimwegen van stichting ROS vertelt dat mensen zonder verblijfsvergunning vaak niet naar een dokter durven, niet naar de politie stappen als er iets gebeurt en vaak geen netwerk hebben. “De meeste mensen kunnen geen kant op en denken dat ze geen rechten hebben. Dit is de bevolkingsgroep die het kwetsbaarst is van alle groepen in Rotterdam,” aldus Katja. Daarom vindt ze dat er een vangnet nodig is, maar dat wordt in 2025 alleen maar kleiner.
Het nieuwe kabinet heeft namelijk besloten per 1 januari te gaan stoppen met de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV), ook wel bekend als de bed-bad-broodregeling. Binnen deze regeling kunnen mensen zonder verblijfsvergunning op een sobere manier worden opgevangen. Dit is een verplichting van de Nederlandse overheid volgens een uitspraak die in 2014 werd gedaan door het Europees Comité voor Sociale Rechten.
Ondanks deze uitspraak en de positieve evaluaties van de regeling, is het einde van de bed-bad-broodregeling nu toch echt in zicht. De vijf gemeenten waarin LVV-noodopvang voor ongedocumenteerden plaatsvindt (Amsterdam, Eindhoven, Rotterdam, Utrecht en Groningen), reageerden bezorgd op het besluit en schreven een gezamenlijke brandbrief aan minister Faber. Ze zijn bang dat er meer mensen op straat zullen belanden. Deze zorgen zijn een belangrijke reden waarom de gemeenten, met uitzondering van Rotterdam, besloten zelf door te gaan met de opvang, of hiervoor nog een plan maken.
Zorgen en onzekerheid
Het is woensdagmiddag, het moment in de week dat stichting ROS een ‘open lunch’ organiseert. Iedereen is welkom. “Het is elke week even afwachten hoeveel mensen er naar de lunch komen,” vertelt Katja. Vandaag zijn we met een groep van ongeveer tien mensen. Iemand die in de opvang van de stichting verblijft, heeft een grote pan soep gemaakt. Tijdens de lunch klinken er complimenten over het eten en de sfeer lijkt, op het eerste oog, ontspannen. Het leven van de mensen in de noodopvang van ROS is echter allesbehalve zorgeloos. “Er heerst heel veel onzekerheid,” zegt Katja.
Ook de postbode die na de lunch binnenkomt, snapt dat de zorgen groot zijn. Hij steekt bij het naar buiten gaan de medewerkers een hart onder de riem. “Het ziet er niet goed uit, hoorde ik. Heel veel sterkte de komende tijd.” Hij doelt hiermee op het besluit van de gemeente Rotterdam om de noodopvang van ongedocumenteerden niet uit de gemeentekas te gaan betalen. “De verantwoordelijkheid ligt in essentie bij het Rijk,” zegt wethouder Achbar.
‘Ze willen liever dat deze mensen er niet zijn. Maar dat is niet de realiteit. Ze zijn er wel’
Zonder opvang geen terugkeer
Op dit moment zijn er in Rotterdam 45 bedden (waarvan 21 bij stichting ROS) voor een groep van naar schatting duizenden ongedocumenteerden. Katja: “We vangen niet zomaar iedereen op. Het zijn de meest schrijnende situaties, mensen die echt nergens heen kunnen.” Over het besluit van het kabinet zegt ze: “Ik snap waar het vandaan komt, ze willen liever dat deze mensen er niet zijn. Maar dat is niet de realiteit. Ze zijn er wel.”
Ondanks de geuite zorgen van de gemeenten en organisaties zoals ROS ziet het er op dit moment niet naar uit dat er iets gaat veranderen aan het besluit van het nieuwe kabinet. “Ik zet in op terugkeer in plaats van gesubsidieerde opvang,” schreef minister Faber op X. “Heel dom,” vindt Katja, “juist door gesubsidieerde opvang kun je dingen nog bespreekbaar maken, kun je nog met iemand in gesprek over terugkeer. Vanaf de straat gaat niemand terug, echt niemand.”
Dat opvang helpt in het realiseren van terugkeer blijkt ook uit het werk van ROS. Katja: “We hebben op dit moment twee mensen in de opvang die binnenkort gaan terugkeren. Dat is hun eigen beslissing, vanuit rust gemaakt. Je hebt rust nodig om zo’n beslissing te kunnen maken en de terugkeer voor te bereiden. Dat doen we samen en kan echt niet als iemand ’s nachts onder een brug slaapt. Dat is gewoon geen optie. Dus Faber snijdt zichzelf totaal in de vingers.”
‘Dit is geen plek waar mensen willen zijn. Ze hebben gewoon echt geen andere opties’
Geen alternatief
Katja verwacht dat de afschaffing van de LVV gaat leiden tot meer uitbuiting, dakloosheid en afhankelijkheid. Het zijn voornamelijk vrouwen die nu in de opvang van ROS verblijven, met af en toe een uitzondering. Met op straat leven als alternatief zijn de vrouwen die in de noodopvang van ROS verblijven blij dat ze hier veilig kunnen slapen. Toch benadrukt Katja ook dat ‘dit geen plek is waar mensen willen zijn. Ze hebben gewoon echt geen andere opties’.
Of de bewoonsters van de noodopvang na 1 januari nog in de opvang van stichting ROS kunnen blijven, is onzeker. “Bij de LVV gaat het maar om een paar bedden,” vertelt Katja. “Ik spreek nu ook al vrouwen die geen opvang kunnen krijgen en dan maar bij een man verblijven die ze eigenlijk niet vertrouwen. Dat soort situaties krijg je dan nog vaker.”
De nieuwe maatregelen plaatsen ROS in een ingewikkelde positie. De organisatie wil graag mensen helpen, maar zal binnenkort niet meer de middelen hebben om dit te doen. “We gaan ons best doen om mensen niet op straat te hoeven zetten, maar mensen weten niet hoelang ze hier kunnen blijven, dus de onzekerheid wordt steeds groter.”
Eindredactie door Caya van der Plas