Vrouwenrechtenactivist Husna Jalal: ‘Na mijn studie keer ik terug naar Afghanistan’

Beeld: Kiki Groot

31 maart 2024, 13:00

Activisme is er bij de Afghaanse Husna Jalal (27) met de paplepel ingegoten. Haar moeder was minister van Vrouwenzaken in Afghanistan. Jalal werkte als vrouwenrechtenactivist in Kabul, maar zet haar werk nu noodgedwongen voort in Nederland. 'We mogen jonge Afghaanse vrouwen niet vergeten.'

Auteur: Iris van Boven

Leestijd:

4 Min

Jalal omschrijft zichzelf als geboren vrouwenactivist. Toen ze slechts enkele maanden oud was kreeg ze borstvoeding van haar moeder, voormalig minister van Vrouwenzaken in Afghanistan, in de gevangenis van Kabul. In 1996 werden ze opgepakt door de Taliban vanwege het werk van Jalal’s moeder voor de Verenigde Naties. De onrechtvaardigheid die haar moeder destijds ervaarde, leidde voor Jalal tot een diepgewortelde drang om het leven van Afghaanse vrouwen te verbeteren. De studente, die nu inmiddels drie jaar in Den Haag woont, keert het liefst per direct terug naar haar land van herkomst om vrouwen een hart onder de riem te steken.

Nadat de Taliban in 2021 opnieuw de macht greep, ging de kwaliteit van leven voor het merendeel van de Afghaanse vrouwen drastisch achteruit. Universiteiten sloten voor vrouwen hun deuren en al gauw werd duidelijk dat vrouwen in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, openbare plekken zoals parken en winkelcentra niet meer mochten bezoeken. “Ook in het Westen hebben jullie de beelden gezien van de chaos op de Afghaanse vliegvelden na de inval van de Taliban,” vertelt Jalal. “Er was geen enkele reden om in het land te blijven. Iedereen wilde weg.” Red Pers sprak met Jalal over haar leven als vrouwenrechtenactivist.

Hoe was het voor jou om Afghanistan achter te laten?

“Vóór de daadwerkelijke overname waren er natuurlijk al lang geruchten dat de Taliban zou binnenvallen, maar we wisten niet wanneer. Uiteindelijk zie je het nooit precies aankomen. Voor 15 augustus 2021, de dag waarop Kabul in handen viel van de Taliban, leidde ik nog een doodnormaal leven. We studeerden, gingen naar cafés. Ik gaf zelfs nog een training aan vrouwen over onze rechten voordat de Taliban daadwerkelijk binnenviel. Ik heb uiteindelijk zes dagen in Afghanistan onder het regime van de Taliban gewoond voordat ik met een militaire vlucht naar Pakistan vluchtte, waarna ik naar Nederland afreisde. Tijdens mijn tijd in diverse asielzoekerscentra bleef ik contact houden met andere vrouwen die uit Afghanistan vluchtten. Samen met hen heb ik de Young Afghan Women’s Movement opgericht, een NGO waar ik nog werk. Het was verschrikkelijk om mijn land achter te laten, maar ik had geen keus.”

Hoe zag jouw leven eruit voor de overname van de Taliban?

“Er is veel misconceptie over het leven van Afghaanse vrouwen voor de overname van de Taliban. Ik ben heel dankbaar dat ik veilig ben in Nederland, maar het leven in Afghanistan was niet per se slecht. In Nederland draait echt alles om geld. Daar heb ik soms wel moeite mee. In Afghanistan was dit echt minder. Hoe dan ook, na het afronden van mijn studie politicologie in India ben ik gaan werken bij een advocatenkantoor in Kabul, Afghanistan. Mijn vader werkte in de academische sector en vanuit zijn vakgebied leverde hij, zo af en toe, kritiek op de Afghaanse overheid. Hierdoor kon ik niet aan de slag bij een Afghaans ministerie, ondanks dat ik dat misschien wel had gewild. Ik heb ten slotte de achternaam van vader geërfd.

Na een maand werken in de Afghaanse ‘bedrijfsbubbel’ realiseerde ik me dat mijn leven bevoorrecht was. Natuurlijk had ik als vrouw ook last van discriminatie, maar alleen op de werkvloer. Mensplaining is een universeel begrip, maar geloof me, het woord komt pas echt tot leven in Afghanistan. Vlak voor de overname van de Taliban zag ik steeds vaker beelden van kinderen die werden ingezet als soldaat en dat brak echt mijn hart. Na het zien van beelden waarop groepen kindsoldaten waren omgekomen, besloot ik mijn baan bij het bedrijf op te zeggen en me te richten op het bevorderen van mensenrechten. Uiteindelijk was ik verantwoordelijk voor het leiden van projecten gericht op vrede, veiligheid en gendergelijkheid voor jonge vrouwen in zowel Kabul als op het platteland. In juli 2021 verzorgde ik nog een training voor dertig jonge vrouwen, waarbij we zes dagen lang hebben gesproken over het bestrijden van het patriarchaat en de betekenis van sociale rechtvaardigheid.”

Je geeft aan dat jouw leven in Afghanistan voor de overname van de Taliban niet slecht was, maar toch besloot je om een studie te volgen in een ander land. Waarom was dat?

“Ook voor de overname van de Taliban was het toekomstperspectief voor jonge meisjes en vrouwen redelijk traditioneel. Na de middelbare school heb je eigenlijk maar twee opties: je trouwt met een man of je meldt je aan voor medschool. De laatste optie is veelal ontoegankelijk. Er zijn hele strenge toelatingseisen en maar een beperkt aantal plekken. Bovendien ambieert niet elke vrouw een carrière als arts of verpleegkundige. Of beter gezegd, niet iedereen heeft de capaciteit om de studie succesvol af te ronden. Mijn zus, die destijds in Amerika studeerde, moedigde mij aan om een studie in het buitenland te volgen. Met de toestemming van mijn vader ben ik business administration gaan studeren aan de Universiteit van New Delhi, maar diep van binnen wist ik dat ik politicologie wilde studeren. Ik ben toen stiekem geswitched.”

Liep je geen gevaar als vrouwenactivist in Afghanistan?

“Het werk wat ik verrichtte, was destijds geoorloofd, maar mensen hadden zeker vooroordelen. Toch kon ik me hier niet zo druk om maken. Ik handelde vanuit de motivatie om het leven van vrouwen in Afghanistan te verbeteren.”

Wat motiveerde je om vrouwenrechtenactivist te worden?

“Als baby in de gevangenis had ik al te maken met onderdrukking. Hierdoor geloof ik dat ik ben geboren als activist. Mijn moeder is oorspronkelijk arts, maar toen de Taliban haar in 1996 verboden om nog langer te werken aan de medische faculteit van de Universiteit van Kabul, werd ze vrouwenrechtenactivist. In 2001 kon iedereen zich verkiesbaar stellen als presidentskandidaat van het land, ook vrouwen. Mijn moeder was de eerste vrouw die deelnam aan de presidentsverkiezingen, maar eindigde op de tweede plek. In ruil voor haar kandidaatstelling werd mijn moeder een rol als vicepresident aangeboden, maar dat aanbod sloeg ze af. Uiteindelijk werd ze van 2004 tot 2006 minister van Vrouwenzaken onder het presidentschap van Karzai. Tijdens de eerste regeerperiode van de Taliban, zo’n twintig jaar geleden, werd het ministerie van Vrouwenzaken vervangen door het ministerie van Bevordering van de Deugd en Preventie en Ondeugd. Hoewel mijn moeder haar gooi naar het presidentschap geen succes had, was ze een inspiratiebron voor veel Afghaanse vrouwen. En ook voor mij. Ik wil iets kunnen betekenen voor mensen.”

Hoe zet jij je werk als vrouwenactivist door in Nederland?

“Na de Taliban-overname zijn veel Afghaanse ambtenaren en politieke leiders naar het Westen gevlucht. Zij beschikken over veel geld en ontvangen nog steeds donaties van non-profitorganisaties, terwijl dit geld niet terechtkomt bij Afghanen die het nodig hebben. Voor mijn werk bij de NGO heb ik soms contact met vrouwen die nog in Afghanistan wonen. De leefsituatie voor hen is echt drastisch verslechterd. Veel Afghaanse vrouwen zitten vast tussen de muren van hun eigen huis, ze kunnen nergens heen. Nederlandse beleidsmakers focussen zich momenteel op andere oorlogen, zoals de crisis in Oekraïne of het conflict in Gaza. Na mijn studie keer ik terug naar Afghanistan. Met mijn werk probeer ik nu bij beleidsmedewerkers aandacht te vragen voor de situatie van Afghaanse vrouwen. We mogen jonge Afghaanse vrouwen niet vergeten.”

Eindredactie door Isa Martens

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Iris van Boven (1997, zij/haar) studeerde Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is breed geïnteresseerd en vooral nieuwsgierig naar het persoonlijke verhaal achter het nieuws. Voor Red Pers schrijft ze over migratie, duurzaamheid en het buitenland, maar maakt soms ook een uitstapje naar een ander onderwerp.

Lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.