Generatie Z-ers van gesegregeerde scholen ontmoeten elkaar: ‘Hier is echt iets gevormd’

13 juli 2023, 11:00

Leidt gescheiden onderwijs tot gescheiden levens? In uitwisselingsproject Welkom in Mijn Wijk ontvangen leerlingen van een Islamitische basisschool uit Amsterdam Nieuw-West hun leeftijdgenoten uit Watergraafsmeer. “Wat is dit dan voor pauperbuurt waarin we zijn beland?!”

Auteur: Jeroen Grooten

Leestijd:

4 Min

De opeenstapeling van witte flatgebouwen en sociale huurwoningen wordt aangevuld met kufi’s (gebreide gebedsmutsen), baarden van minstens een vuistlengte lang en islamitische kledij. Het staat haaks op de leefwereld die de leerlingen uit Watergraafsmeer kennen. Lokale etnisch-culturele invloeden sijpelen door in het onderwijs.

Met rekensommetjes bedekte traptreden en slogans als ‘samen maken we onderwijs’ geven de islamitische school een openbaar karakter dat gecombineerd wordt met religieuze sluikelementen. Zo staan de groene muren symbool voor de traditionele islam terwijl de klok in het klaslokaal niet alleen wijst naar de tijd, maar ook naar de twaalf maanden van de islamitische kalender.

Een divers kleurenpalet

Islamitische scholen, maar ook andere scholen die lesgeven vanuit een godsdienst, levensovertuiging of visie, bieden een divers kleurenpalet aan opties voor bijzonder onderwijs. De diverse onderwijsopties zijn representatief voor onze samenleving, maar tegelijkertijd veroorzaken ze ideologische bubbels die tot een soort neo-verzuiling in het onderwijs leiden.

“Het gevolg is dat kinderen vaak leeftijdsgenoten ontmoeten die eenzelfde achtergrond hebben”, zegt Tesora Velišček, projectleider van Stichting Welkom in Mijn Wijk. De stichting is in 2006 ontstaan toen een van de medeoprichters in gesprek kwam met jongeren die nooit in contact kwamen met mensen die ‘anders’ waren dan zijzelf.

Cijfers van de gemeente Amsterdam wijzen uit dat 33 procent van het basisschoolonderwijs gesegregeerd is door verschil in opleidingsniveau. Dit neemt op het voortgezet onderwijs toe tot 37 procent. Ook segregatie op basis van migratieachtergrond is met 37 procent aanzienlijk op basisscholen, terwijl dit percentage op het voortgezet onderwijs zelfs stijgt naar 47 procent. Dat is bijna de helft van alle middelbare scholen.

“Als kinderen van vijftien en zestien nog niet de sociale vaardigheden hebben kunnen oefenen om zich op een positieve manier in een diverse samenleving te kunnen bewegen, wordt het heel lastig om dit later nog te ontwikkelen”, zegt Velišček. “Dan zijn ze eigenlijk niet klaar om in een diverse samenleving op een positieve manier te functioneren.”

Sociaal experiment

Om de trend van toenemende segregatie te doorbreken, organiseert Welkom in Mijn Wijk een sociaal experiment door de deelnemende scholen aan elkaar te koppelen. Op basis van sociaaleconomische en etnisch-culturele verschillen wordt een match gemaakt: kinderen met een migratieachtergrond uit Nieuw-West worden daarom gekoppeld aan leeftijdsgenoten met hoogopgeleide ouders uit Watergraafsmeer.

Verdeeld over drie dagen worden de leerlingen van beide scholen gemengd tot verschillende kleurengroepen die deelnemen aan een reeks spelletjes. “Het kleurengroepje wordt het nieuwe wij-zij”, zegt Velišček. Zo wordt competitie tussen sociale achtergronden omgezet in een inclusieve leeromgeving waarbij onderlinge samenwerking centraal staat.

“Het idee is dat kinderen uit verschillende wijken en leefomgevingen elkaar beter leren kennen door elkaars school en wijk te laten zien, waardoor ze uit hun bubbel gehaald worden”, zegt Velišček. “Ze ontmoeten mensen die ze normaal gesproken in het dagelijks leven niet tegen zouden komen.”

Overeenkomsten

Het drie dagen tellende uitwisselingsproject werd afgetrapt door de leerlingen uit Watergraafsmeer, die hun leeftijdsgenoten uit Nieuw-West kennis lieten maken met de buurt en de school. Op de tweede dag zijn de rollen omgedraaid.  

De leerlingen merken tijdens een rondleiding door de school in Nieuw-West enthousiast de overeenkomsten op tussen beide scholen, maar ze kijken ook aandachtig naar de gebedsruimte van de school, die in Watergraafsmeer ontbreekt.

Veel leerlingen vertellen dat ze aan het begin van het project dachten dat hun leeftijdsgenoten ‘heel anders’ waren dan zij, maar zodra de meester weg is, trekt een klasgenoot zijn jalabiyya (een losvallend, traditioneel gewaad) uit om de gemeenschappelijke Amsterdamse trots te tonen: het wit met rode baan beklede Ajax-shirt.

Het wordt duidelijk dat de leerlingen van beide scholen veel interesses delen wanneer ze vertellen over een persoonlijk voorwerp dat ze meegebracht hebben. “Dat kan je iemand wel vertellen”, zegt Velišček, “maar als je dat zelf ervaart, dan is dat beeld veel sterker en waardevoller.”

Terwijl Hugo uit Watergraafsmeer zijn katana-zwaard tevoorschijn tovert waar de gemiddelde Japanse samoeraikrijger ‘u’ tegen zegt, vertellen Zeyneb en Amira uit Nieuw-West over hun passie voor K-pop en make-uppen. “Op school draag ik geen make-up”, zegt Amira, “maar ik vind het heel leuk om me thuis voor de spiegel op te maken.”

Andere overeenkomsten tussen beide klassen zijn interesses in reizen en huisdieren. “Je kunt zien dat ze lief is, omdat ze veel van dieren houdt”, zegt Amira over Emma, die een omlijste foto van haarzelf met een labrador laat zien.

Hink-stap-springend de diepte in

“Kijk, daar is het ziekenhuis voor oude mensen”, zegt Amira al wijzend naar het bejaardenhuis in Nieuw-West. Samen met Zeyneb neemt ze enthousiast het voortouw tijdens een speurtocht die de groepsgenoten kennis laat maken met de buurt. Gaandeweg begint er tussen een aantal leerlingen van beide scholen een band te ontstaan, terwijl Emma en Zoë uit Watergraafsmeer hink-stap-springend achterblijven.

De hink-stap-sprong in het diepe om elkaar beter te leren kennen wordt nog niet door iedereen gemaakt. “Wollah, blijf met je tata-nagels van me af”, zegt Fatima tegen Lotte, die een slaande beweging maakt. “Ik dacht dat we vrienden waren”, zegt ze, waarna het kibbelen over en weer begint.

Leerlingen van beide scholen mengen zich later alsnog om samen vragen in de speurtocht te beantwoorden over religieuze plekken, buurtvoorzieningen en de kinderboerderij. Zo leren de kinderen elkaars leefwereld kennen.

“Ik had veel wit verwacht”, antwoordt Milan uit Watergraafsmeer, doelend op de flatgebouwen die de maatschappelijke achterstand van de eerdergenoemde ‘pauperbuurt’ uitstralen, als hem gevraagd wordt wat hij van Nieuw-West vindt. “Maar er is veel meer groen dan ik dacht.” Na het zien van een hindoeïstische tempel, een Turkse moskee en de gebedsruimte van de islamitische basisschool valt het Milan op dat er veel ruimte is voor verschillende geloven. “Dat mis ik wel in onze wijk”, zegt hij.

Ook Fatima uit Nieuw-West noemt na het zien van beide wijken een verschil. “De ene wijk heeft mooiere huizen”, zegt ze over de duurdere koophuizen uit Watergraafsmeer. “Maar die van ons heeft meer gezelligheid.”

Afscheid

De dag wordt afgesloten met een Party & Co-achtig spel waarbij kleurgroepen als team punten kunnen verdienen. Nadat de onderlinge band tussen de leerlingen zichtbaar sterker is geworden, gaan de kinderen uit Watergraafsmeer met frisse tegenzin terug naar hun eigen school. “Mogen op de islamitische school ook niet-moslims naar school?”, vraagt Lotte, die nog geen afscheid wil nemen.

De meisjes zeggen elkaar al knuffelend gedag, terwijl de jongens van de Islamitische basisschool hun leeftijdsgenoten uit Watergraafsmeer opnemen in hun groet, die vele boks- en high five-handelingen telt. Ze kijken uit naar de derde ontmoetingsdag. “Hier is echt iets gevormd”, zegt Velišček terwijl ze tevreden terugkijkt op de uitwisseling.

Volgens Velišček is het project te kort om te kunnen verwachten dat de leerlingen over tien jaar nog vrienden en vriendinnen zijn. “Maar het geeft wel het inzicht dat je ook positief contact kunt maken met mensen die je misschien niet zo snel zou tegenkomen in de klas”, zegt Velišček. “En dat is de praktijk.”


De echte namen van de kinderen zijn bekend bij de redactie

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Jeroen Grooten (1998, hij/hem) studeert Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanwege zijn achtergrond in economie, religiewetenschappen en Midden-Oostenstudies is hij gefascineerd door Islamitische cultuur en geopolitiek van de Golfregio, maar bij Red Pers zoekt hij naar ontwikkelingen dichter bij huis.

Lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.