Nu christelijke waarden steeds minder zichtbaar zijn in de samenleving, zoeken veel jonge ‘refo’s’ buiten hun bubbel het debat op. Leden van de SGP-jongeren (SGPJ) doen dit niet altijd op de respectvolle manier waar de moederpartij om bekend staat. ‘Sommige SGPJ’ers zijn veel te mild.’
Een cultuurschok wil Johan de Leeuw (20) het niet noemen. Maar toen hij op zestienjarige leeftijd naar de Universiteit Leiden trok om politicologie te studeren, moest hij wel even wennen. Maximaal feestende medestudenten, een homoseksuele studiegenoot die openlijk vertelt over zijn avonturen van afgelopen weekend, Trump-bashing tijdens een werkgroep – dat was tijdens zijn zes jaar op het reformatorische Driestar College Gouda wel anders. ‘Al snel merkte ik dat veel medestudenten anders in het leven stonden dan ik.’ Vrienden maakte hij wel, ook studenten zonder christelijke achtergrond, maar er ontstond ook een behoefte om gelijkgezinden op te zoeken. Hij werd actief voor de SGP-jongeren.
Gelijkgezindheid, dat is waar veel reformatorische jongeren wel aan toe zijn nadat ze hun – vaak reformatorische – middelbare school verlaten en in een niet-christelijke omgeving belanden. SGPJ biedt zo al jaren een politieke maar ook sociale gemeenschap voor gereformeerde jongeren. Dat is terug te zien in het aantal leden. Ondanks het geringe aantal Kamerzetels van de SGP behoort SGPJ van oudsher tot de grootste politieke jongerenorganisaties. De jongeren vinden elkaar in hun conservatieve waarden. Tegelijkertijd zien ze hoe deze waarden steeds minder terug te zien zijn in de samenleving. Kerken lopen al jaren leeg, traditionele gendernormen vervagen en abortus en euthanasie worden uit de taboesfeer getrokken.
De jonge ‘refo’s’ zoeken daarom vaker het politieke debat op. Dat gebeurt niet altijd op de respectvolle manier die de moederpartij kenmerkt. De Tweede Kamerfractie van de SGP probeert het debat traditiegetrouw constructief en op inhoud te voeren en niet te veel in wij-zij-tegenstellingen te denken. Binnen de jongeren bestaat een onderstroom aan leden die voor een populistische, radicalere stijl van opereren kiest.
Populisme
‘Dat de SGP populistisch wordt genoemd is een groot compliment’, stelde SGPJ’er Mathijs van der Tang onlangs in een opiniestuk. De SGP is altijd al een partij geweest die populistische retoriek hanteert, betoogt Van der Tang, refererend aan verschillende scheldpartijen en felle opmerkingen van oud-partijleider Gerrit Hendrik Kersten. Dat dit soort retoriek tot ophef leidt – en daarom door de huidige SGP-Kamerfractie wordt geschuwd – neemt Van der Tang voor lief.
‘Zoals Jezus ook het hoofd is van alle christenen, op dezelfde manier is ook de man het hoofd van de vrouw’
In april 2021 was hij nog landelijk nieuws nadat hij zich fel had uitgesproken tegen vrouwen in de politiek. ‘Zoals Jezus ook het hoofd is van alle christenen, op dezelfde manier is ook de man het hoofd van de vrouw’, schreef hij. ‘Hiermee verwijs ik naar een Bijbeltekst uit Efeze 5:22-23 waarop ook het vrouwenstandpunt in het beginselprogramma van de SGP mede is gebaseerd’, legt Van der Tang uit. Ook vreest Van der Tang de ‘immense dreiging van de genderideologie’ en de ‘politieke impact’ van de Great Reset die ‘nauwelijks te overzien’ is.
Ook Tom de Nooijer, het SGP-lid dat regelmatig in de media verschijnt als stem van ‘conservatieve jongeren’, is niet bang harde populistische retoriek te hanteren. Zo spreekt hij zich fel uit tegen de publieke omroep (‘een propaganda-instrument voor de gevestigde orde’), migratie, (‘een ‘gigantisch probleem’) en de digitale Euro (de eerste stappen naar een ‘social credit system’). Een speech van Thierry Baudet waarin de leden van de regering als ‘ondergeschikten en uitvoerders’ van de ‘mondiale elites’ worden weggezet noemt hij daarentegen ‘fenomenaal’.
Ideologische strijd
De Nooijer en Van der Tang zijn ervan overtuigd dat de huidige omstandigheden het christelijk populisme legitimeren. De ‘ideologische strijd’ dreigt verloren te gaan, vertelt De Nooijer via videoverbinding. Het kabinet, de Tweede Kamer (los van PVV, FvD en SGP) en het World Economic Forum zijn in de ban van het ‘seculiere-globalistische-centralistische-maakbaarheidsdenken’ en hebben het gemunt op de christelijke levenswijze.
Zijn vriendin, Lineke Seppenwoolde, die ook lid is van SGPJ, vermoedt een dubbele agenda. ‘Ik kan niet snappen dat (…) mensen/medechristenen nog steeds niet inzien dat het écht niet alleen meer gaat om volksgezondheid’, tweette ze over corona. Ze ziet in het huidige tijdsgewricht gelijkenissen met ‘de dagen van Noach’, de periode die volgens de Bijbel vergelijkbaar is met de eindtijd.
SGPJ’ers die hun aanpak ‘te alarmistisch’ vinden zijn ‘veel te mild over het Kabinet en de instituties’, zegt De Nooijer. Seppenwoolde is het met hem eens. Onlangs deelde ze haar ergernis over de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties in de whatsappgroep van haar lokale commissie. Terwijl zij de SDG’s ziet als één van de vele manieren waarop de ‘globalistische elite’ haar agenda uitrolt, zagen de andere commissieleden weinig gevaar. ‘Daar kan ik met mijn kop niet bij.’
Dystopische taferelen
Maarten van Nieuw Amerongen, van 2016 tot 2019 bestuurslid van de jongerenorganisatie, moet weinig hebben van de ‘dystopische taferelen’ die soms geschetst worden. ‘Dan denk ik: even rustig aan. De wereld verandert altijd.’ Het verschil in stijl valt volgens Van Nieuw Amerongen te verklaren door een andere houding ten opzichte van de post-christelijke samenleving. ‘Het type SGP’er waar ik me toe reken beschouwt deze als een gegeven. Nederland is nu eenmaal geseculariseerd. Het activistischer type SGP-jongere legt zich daar niet bij neer en voelt zich bedreigd.’
‘Als je alleen nog maar in ideologische scheidslijnen kunt denken, verlies je de mogelijkheid tot constructieve politiek’
De identitaire en populistische stijl die de afgelopen paar jaar de kop opsteekt is contraproductief, vindt Van Nieuw Amerongen. ‘Het levert veel aandacht op maar uiteindelijk bereik je er weinig mee. Als je alleen nog maar in ideologische scheidslijnen kunt denken, verlies je de mogelijkheid tot constructieve politiek.’
En constructieve politiek, dat is precies waar de SGP-fractie in Den Haag zo om bekend staat. Want terwijl de SGP in haar behoudende opstelling soms dicht tegen FvD en PVV aanschuurt vertoont haar opereren in de Tweede Kamer ‘geen spoor van de rancune, het fanatisme en de pathetiek van Geert Wilders en Thierry Baudet’, zoals journalist Marcel ten Hooven onlangs optekende. ‘Alom zeggen ze in de Tweede Kamer: de SGP’ers zijn een prettige aanwezigheid.’
Door constructief te blijven en persoonlijke aanvallen te mijden – ook als het gaat om heikele kwesties zoals abortus en het homohuwelijk – blijft de driemansfractie politiek relevant. Van Nieuw Amerongen: ‘Kamerleden weten: als Kees van der Staaij wat zegt, dan is erover nagedacht.’ Johan de Leeuw, die afgelopen jaar stage liep bij de Kamerfractie, zag met eigen ogen hoe geïsoleerd populistische partijen raken zodra elk vermogen tot constructieve politiek verdampt. ‘Je kan dan leuke filmpjes maken voor YouTube, maar als je steun wil voor een motie of een wetsvoorstel krijg je de deksel op je neus.’
Het is lastig te zeggen hoe groot de populistische stroming is binnen SGPJ. Van Nieuw Amerongen en De Leeuw benadrukken dat het om een minderheid gaat met weinig formele functies binnen de partij. Maar misschien is de groep groter dan gedacht. Oktober vorig jaar stemden de leden een motie om ‘het antisemitisme door FvD’ als SGPJ te verwerpen nog met een nipte meerderheid weg.
Imagoschade
Of het nu gaat om vijf of vijftig procent van de leden, de reputatie van de SGP staat op het spel, erkennen de oud-bestuursleden. De Leeuw herinnert zich nog goed dat zijn bestuursgenoot Willeke Hoogendoorn op bezoek was bij het Ministerie voor Binnenlandse Zaken. ‘Toen zei een ambtenaar tegen haar: “Huh, ben je van SGPJ? Maar je bent zo genuanceerd?” Dat was gebaseerd op tweets van SGPJ-leden.’
Tijd voor het bestuur om in te grijpen? In 2021, toen De Leeuw nog bestuurslid was, distantieerde het bestuur van SGPJ zich publiekelijk van de uitspraken van Mathijs van der Tang. Het huidige bestuur zou meer kunnen doen om zijn eigen geluid te laten horen, vindt De Leeuw. ‘Zoek ook actief de media op want er is ruimte voor je eigen verhaal’, adviseert hij. Van Nieuw Amerongen gaat een stap verder: ‘Zodra er iets gedaan of gezegd wordt wat over de streep gaat, moet je bereid zijn iemand te royeren. Alleen, dan moet je als bestuur ook een eigen heldere visie hebben over wat wel en niet kan. Die heb ik de afgelopen jaren te weinig gezien.’
Rody van Heijst, huidig voorzitter van SGP-jongeren, wil desgevraagd niet ingaan op individuele zaken. ‘Het simpele feit dat men hier niets over hoort, betekent niet dat er niets gebeurt.’ Hij ziet momenteel geen reden om publiekelijk afstand te nemen van bepaalde uitspraken, zoals het bestuur waar De Leeuw deel van uitmaakte destijds deed. ‘Als er een duidelijke grens wordt overgegaan dan zal het moeten, maar tot nu toe is dat nog niet nodig geweest.’ Wel benadrukt hij dat (J)FvD door het bestuur niet als bondgenoot wordt gezien. ‘Een overlap aan standpunten maakt ons geen bondgenoten. We verschillen fundamenteel van elkaar.’ Ook binnen de moederpartij is de opstelling tegenover FvD een heet hangijzer. Zo zegde Gert-Jan Kats, SGP-lid en burgemeester van Veenendaal, in januari 2021 nog zijn lidmaatschap op vanwege de ‘partijbrede’ onwil om ‘ondubbelzinnig’ afstand te nemen van FvD. Hans van de Breevaart, oud-medewerker van het wetenschappelijk instituut van de SGP, maakte daarentegen recent de overstap naar het onderzoeksinstituut van FvD. Ook staat hij op de kandidatenlijst voor de aankomende Statenverkiezingen.