Redacteur Iris ten Have praat graag met mensen die ze (nog) niet kent. In haar serie Lessen van een vreemde deelt ze de onverwachte, onvoorspelbare en soms ontroerende verhalen die dat oplevert. Aflevering 2: Rene.
Het is een zonnige dag in juli als ik naar de schoenmaker loop om mijn leren tas te laten repareren. De rest van de dag ben ik vrij, en: ik heb tijd voor en zin in een babbel. Het licht valt mooi binnen bij de Utrechtse zaak, die op de hoek van de Nieuwe Koekoeksstraat goed in het zicht staat. “Zo, u heeft het wel druk,” zeg ik, wijzend op de berg schoenen op de vloer die wachten op een reparatie. “Ja,” antwoordt Rene, de eigenaar. “Maar ik laat me niet gek maken, hoor. Volgende week ga ik gewoon op vakantie.”
We raken in gesprek over de maatschappelijke druk in Nederland, en over hoe het is om altijd maar door te blijven werken. Meer te produceren, meer winst te maken. De focus op meer, en hoe die soms niet uit te houden is. “Ik zou aan één stuk door kunnen gaan, om alles zo snel mogelijk af te maken. Maar, of de schoenen een dag eerder of later klaar zijn, dat maakt de klant uiteindelijk weinig uit.” Toen Rene’s eerste zoon werd geboren, nam hij maar één dag vrij. “Daar heb ik nog steeds spijt van.”
Een paar maanden later ga ik weer langs en vertel hem dat het persoonlijke gesprek over het Nederlandse ‘meer, meer, meer’ in mijn hoofd is blijven hangen. Is hij altijd al zo geweest?
‘Na die periode, dacht ik: Nu is het klaar”
De hele nacht door
Op zijn veertiende begon hij met schoenen repareren, vertelt Rene. Zijn vader leidde hem het vak in. “We groeiden en we groeiden, je gaat steeds kijken hoe je verder kan komen. Ik draaide soms de hele nacht door, om de bestellingen van de volgende ochtend af te maken. Dat was voor mijn pa en mij heel normaal.” Het straffe ritme hield hij tientallen jaren aan. Tot het misging. “Ik werd ziek.”
Drie jaar lang zat Rene thuis met de ziekte van Crohn. “Na die periode, dacht ik: ‘Nu is het klaar.’” Waar hij eerder de hele provincie afreed om meer schoenen op te halen bij andere winkels, richt hij zich vanaf dat moment alleen nog op zijn eigen winkel. “Utrecht, Zeist, Houten, Nieuwegein. Daar ging ik altijd van alles ophalen. Het was nooit genoeg. Maar ik kreeg daar zoveel stress van. Nu komen de klanten gewoon naar mij toe.”
En toch, een eigen zaak stopt nooit. “M’n vrouw zei op een gegeven moment: ‘Je gaat toch niet weer langer werken?’ ‘Neeuh’ zei ik. Nou, dat ging ik dus wel.” Rene merkte aan zichzelf dat hij thuis chagrijnig was en niks meer leuk vond. Nu houdt hij zich heilig aan de regel: van negen tot zes, en geen minuut langer.
Een mooi plaatje
De vriendelijke, sociale en klantgerichte Utrechter runt zijn schoenmakerij na bijna veertig jaar dienst nog steeds met plezier. “Je maakt van iets wat in slechte staat binnenkomt weer een mooi plaatje,” zegt Rene. Hij vindt het fijn de hele dag bezig te zijn met zijn handen. Denken, daar is hij niet zo goed in, vindt hij. “Mijn werk is voor mij echt ontspannen.”
Inmiddels is Rene tweeënvijftig. De leeftijd begint mee te tellen. Afgelopen jaar waren er veel begrafenissen. Vorige week zondag overleed een goede kennis. Dus boekte hij alle vakanties voor 2022 alvast, om er niet onderuit te kunnen komen. Deze zomer vertrekt hij naar De Marken, zijn lievelingsplek in het Noorden van Italië. “Ben je wel eens in Italië geweest?” vraagt hij. “Daar zijn de mensen veel relaxter. Wij Nederlanders mogen best dertig procent van de Italiaanse mentaliteit overnemen.”
Met medewerking van Marijne Beijen