Het ziekenhuis is een plek waar veel kwetsbare mensen rondlopen. Hoe handhaven ze de anderhalve meter daar? Het is er vaak druk, en een eigen bezoek leert redacteur Paola Leijssen dat anderhalve meter afstand houden niet altijd mogelijk is.
Het is vrijdagmiddag en ik ben op weg naar het OLVG in Amsterdam. Er moet een röntgenfoto van mijn vinger gemaakt worden, want na een aanrijding op de racefiets staat die niet meer helemaal recht. Ik had van tevoren een afspraak gemaakt en aan de telefoon werd mij duidelijk verteld dat ik alleen moet komen, mits het echt niet anders kan, omdat ik bijvoorbeeld hulp nodig heb met vervoer of minderjarig ben. Daarnaast werd mij gevraagd of ik griepverschijnselen heb, want dan was een bezoek aan het ziekenhuis momenteel niet mogelijk.
Met die informatie stap ik dus alleen de fiets op, naar het ziekenhuis. Ik ben erg benieuwd wat mij te wachten staat, na al die verhalen die de ronde gaan. Zal ik in een volledig steriele ruimte lopen, waar iedereen meer dan anderhalve meter afstand houdt? En zullen er sensoren bij de ingang zijn die mijn temperatuur controleren?
Zal ik in een volledig steriele ruimte lopen?
Pijlen en handenalcohol
Bij aankomst zie ik dat er pijlen op de grond zijn afgeplakt die de richting aangeven die ik moet volgen. Aan beide kanten van het pad staan pompjes met handenalcohol en aan beide zijden zit een medewerker die mij wat standaardvragen stelt: “Heeft u een afspraak?” en “zou u misschien deze vijf vragen op dit bord kunnen beantwoorden?”, waarna ze naar het bord naast zich wijst. De vijf vragen hebben allen betrekking op mogelijke coronaverschijnselen. Ik bevestig haar dat ik een afspraak heb en dat ik coronavrij ben. Ik mag doorlopen.
Het is niet druk in het ziekenhuis, maar het is ook niet rustig. De zitplaatsen in de gangen zijn om de stoel afgeplakt. Ik loop richting de afdeling radiologie om me aan te melden bij een vrouw achter plexiglas. Op de grond zijn ook hier lijnen afgezet waar ik achter moet blijven staan. Nadat ik ben aangemeld kan ik plaatsnemen op een van de niet afgeplakte stoelen.
Al snel word ik geholpen, een hand geven zit er natuurlijk niet in en de radiologie-assistent probeert zoveel mogelijk afstand te houden. De röntgenfoto’s tonen aan dat mijn vinger toch echt is gebroken. Met dat nieuws loop ik samen met de assistent naar de SEH. De wachtruimte van de Eerste Hulp is te vol, dus moet ik op de gang wachten. Een klein kwartier later word ik naar binnen geroepen. Ook hier zijn de stoelen om en om afgeplakt. Opvallend: er liggen nergens tijdschriften, wat in ‘normale’ tijden wel het geval is.
Áls ik corona zou hebben, heb ik haar hoogstwaarschijnlijk besmet.
Geen mondkapje
Na een tijd word ik opgehaald door de arts en naar de behandelkamer gebracht. Ze draagt geen mondkapje, en dan valt het me pas op dat ik nog niemand met een mondkapje heb zien lopen. Tijdens de behandeling van mijn vinger is anderhalve meter afstand houden geen mogelijkheid. Áls ik corona heb, heeft zij het nu hoogstwaarschijnlijk ook. Want behalve dat ik me niet ziek voel en totaal geen klachten heb, kan ik niet bewijzen dat ik geen corona heb. De enige test die ze in het ziekenhuis gebruiken zijn een aantal korte vragen. Alles is dus op goed vertrouwen.
Een kennis, Sophie*, werkt als arts in het ziekenhuis. Ik vroeg haar laatst hoe dat precies zit, met dat goede vertrouwen. Volgens haar zit er een groot verschil tussen ziekenhuizen en afdelingen binnen de ziekenhuizen. Op de spoed wordt iedereen met ook maar een hele lage verdenking op corona, denk aan hoesten, in een strikte isolatiekamer onderzocht. Vervolgens is de Covid-afdeling een eiland binnen het ziekenhuis, waar je niet mag komen als je er niets te zoeken hebt. Geen bezoek van familie of vrienden, maar ook artsen die niet op die afdeling werken mogen niet naar binnen.
Ongezellig
Daarnaast zijn de bezoekregels op andere afdelingen in het ziekenhuis ook strikter. Normaal gesproken zijn er twee momenten op een dag wanneer familie en vrienden langs mogen komen, nu is dat er maar één. Bovendien mag er https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimaal één persoon tegelijk op bezoek komen. Alles om drukte te vermijden. Horeca voor het ziekenhuispersoneel is dicht. Je kan wel eten halen, maar dat moet je op je eigen kamer opeten – erg ongezellig. Het is dus allemaal zeer beperkt. En dat is goed, want het ziekenhuis is dé plek waar enorm veel kwetsbare mensen rondlopen, en als deze worden geraakt door een hardnekkig virus kan dat levensgevaarlijk zijn.
Ik vraag me af of dit de toekomst wordt. Misschien blijft de anderhalvemetersamenleving gehandhaafd in het ziekenhuis, worden er geen handen meer gegeven en mag een patiënt maar één keer per dag worden bezocht. Misschien wordt het bezoek helemaal niet meer fysiek, maar alleen via FaceTime. Bij een nieuwe uitbraak zal de verbazing in ieder geval minder groot zijn: dit nieuwe normaal voelt langzaamaan al normaler aan. Maar voor nu ben ik allang blij dat ik met mijn gebroken vinger even geen handen hoef te schudden.
*Wegens privacyredenen is deze naam gefingeerd. De echte naam is bekend bij de https://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png.