Werken kan tegenwoordig overal en altijd. Maar wat als je er genoeg van hebt om altijd ‘aan’ te staan? Columnist Bouke van Balen bedacht er iets op.
Vroeger werkten mensen van negen tot vijf op kantoor. De sukkels. Zij hebben nog nooit geproefd van het vrije moderne leven. Wij bepalen zelf waar en wanneer we werken. Door onze smartphones en laptops toveren we elke plek zo om tot werkplek. Kantoren zijn achterhaald. Trein? Werkplek. Café? Werkplek. Keukentafel? Werkplek. Bed? Werkplek. En dat niet alleen, traditionele werktijden zijn pas achterhaald. Niemand gaat ons meer vertellen wanneer we moeten werken, dat bepalen we zelf wel.
Werken kan overal. En altijd. Dat is fantastisch, want nu kun je nog voor het ontbijt naar hot yoga, een uur mediteren, een boek lezen en even lekker journallen. Tussendoor en tijdens het ontbijt beantwoord je wel alvast wat mails, want werk kan toch overal en altijd. Daarna op naar de Sustainable Vintage Local Coffee Concept Store, om verder te werken. Stop je dan om vijf uur? Nee, tuurlijk niet. Onder het genot van een Poké bowl kun je prima nog even door. Misschien raak je wat moe, maarja, iedereen is nog aan het werk. Als je stopt, loop je achter. En dat is wel het laatste wat je wil, want dan verlies je de CV-competitie gegarandeerd. Om 2 uur ‘s nachts lig je met prikkende ogen in bed je laatste To-Do’s af te strepen. Morgen weer een dag! Morgen weer een dag… Werken kan overal, en altijd. Dus doen we dat maar. Wie zijn hier nou de sukkels?
In mijn vriendengroep is er sinds een paar weken een revolutionair idee ontstaan. Wij zijn er best wel trots op, want het lost veel van de problemen op die je krijgt van het overal en altijd werken. We besloten om aan een experiment te beginnen. Het werkt als volgt: begin je werkdag op een vaste tijd, laten we zeggen om negen uur. Voor die tijd doe je geen werk. Dan werk je tot een vaste tijd, bijvoorbeeld tot vijf uur. Daarna mag je dus niets meer doen dat met werk te maken heeft. Sommige van mijn vrienden gaan nog verder:die werken sindsdien op een vaste werkplek. Dus niet meer in bed of aan de keukentafel, maar bijvoorbeeld in, ik zeg maar wat, een kantoor.
Werken kan overal, en altijd. Dus doen we dat maar. Wie zijn hier nou de sukkels?
Ik wil mezelf niet te veel schouderklopjes geven, maar het werkt dus echt. De rust en structuur die het geeft zijn adembenemend. Plots kan ik mijn aandacht weer besteden aan de andere belangrijke dingen in het leven, zonder dat ik altijd en overal bezig ben met werk. Ik heb weer tijd voor vrienden, en kan eindelijk weer genieten van yoga, meditatie, duurzame koffie en Poké bowls. Werken van negen tot vijf op een vaste plek. Ik vraag me de hele tijd af waarom het nooit eerder is bedacht.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik denk dat ik woke ben.