De culturele sector mag per 1 juni weer open, maar dan wel in een anderhalvemetersamenleving. Hoe werkt dat? Redacteur Anna Livia de Kort ging in het eerste deel van een tweeluik langs bij het theater nieuwe stijl.
“Er passen ruim achthonderd mensen in deze zaal”, legt Ivette van Ooijen, hoofd programmering van de Stadsschouwburg in Utrecht, uit. Waar normaal grote voorstellingen en evenementen zoals het Nederlands Filmfestival plaatsvinden, staan we nu met zijn tweeën in een lege zaal. “Straks met honderd man hier, is afstand houden in ieder geval geen probleem,” grapt ze.
Culturele instellingen zoals bioscopen, cultuurhuizen en theaters mogen vanaf 1 juni weer open, maar met https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimaal dertig bezoekers. Vanaf 1 juli wordt dit aantal uitgebreid tot honderd bezoekers.
Contactberoepen
Van Ooijen vertelt dat de Stadsschouwburg druk bezig is met de voorbereidingen om voorstellingen door te laten gaan. “We hadden eerst gedacht dat we tot 1 september helemaal dicht zouden blijven. Toen de regering zei dat we in juni al open konden met een https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimum van dertig personen, waren we verbaasd, omdat we daar weinig tot niets mee konden.”
‘Het is apart dat er geen onderscheid tussen grote en kleine theaters wordt gemaakt. De Stadsschouwburg is veel groter dan een theaterhuis in een klein dorp’
Het theater wist meteen dat het daar niet aan moest beginnen, vooral omdat er geen winst mee te maken valt. Toch is het plan nu om twee voorstellingen te vertonen in juni. De schouwburg wil vervolgens vanaf juli het programma verder uitbouwen. Zo begint al meteen de herstart van Het Nationale Theater, met – niet geheel verrassend – een serie die is geïnspireerd op leven in de anderhalvemetersamenleving.
Een probleempje: acteurs, dansers en cultuurmakers vallen nu niet onder contactberoepen. De Stadsschouwburg wil dat wel. “Anders zouden optredens toch echt op anderhalve meter moeten,” zegt Van Ooijen. “Bij sommige voorstellingen is dat simpelweg niet haalbaar.”
‘Het domste wat ik in lange tijd heb gehoord’
Hoewel het mooi lijkt dat er toch een (beperkt) aantal bezoekers naar het theater kan, is men in de theaterwereld kritisch. Theaterproducent Ruud de Graaf zei tegen Het Parool dat hij dit kabinetsbesluit “het domste vond wat hij in lange tijd had gehoord”, omdat volgens hem het theater hier niets mee zou kunnen doen. De Amsterdamse krant schrijft verder dat de theatersector verbaasd is, omdat het kabinet geen onderscheid maakt tussen grote theaters als Carré en kleine podia.
Van Ooijen is het hier mee eens. “Het is apart en krom dat ze dat niet doen. De Utrechtse Stadsschouwburg is veel groter dan een theaterhuis in een klein dorp”, zegt ze. Daarnaast hoorde het personeel eerst bij het https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimale aantal bezoekers van dertig man. “Vreemd was dat. Dat is gelukkig door het kabinet inmiddels ingetrokken.”
Het Amsterdamse Carré had, voordat de versoepelende maatregelen waren bedacht, al bedacht hoe zij hun zalen gereed konden maken na heropening. Waar normaal gesproken 1750 mensen in één zaal kunnen, had Carré een plan opgesteld om het coronaproof terug te brengen naar 450 bezoekers. Toch moeten zij zich ook aan de regels van het kabinet houden (dertig personen per theater) en kunnen zij dat plan dus niet toepassen.
‘De prangende vraag blijft uiteindelijk of je wel echt de bezoeker een beleving kan meegeven in het anderhalvemetertheater’
Van Ooijen weet nu al dat de Stadsschouwburg bijna niks gaat verdienen aan de heropening, ook omdat ze de kaartjes niet duurder wil maken. Als de maatregelen nog lang van kracht blijven, moet het theaterhuis in Utrecht heroverwegen hoeveel mensen straks in de zalen terecht kunnen. “In een grote zaal zouden dan tussen de honderd en tweehonderd man passen, maar in de kleinere zalen niet. Daarbij gaan er veel voorstellingen niet door omdat er niet gerepeteerd kan worden”, legt van Ooijen uit.
Als een robot door de schouwburg
Ondanks de (versoepelde) maatregelen, wil de Stadsschouwburg dat bezoekers alsnog een fijne avond hebben. “Het moet duidelijk zijn waar je straks op een veilige manier kunt lopen zonder je straks als een soort ‘robot’ te voelen.” De Stadsschouwburg gaat bijvoorbeeld kuchschermen ophangen, en stickers aanbrengen om looproutes mee aan te duiden. “Ik ben ontzettend benieuwd hoe het straks gaat worden. De prangende vraag blijft uiteindelijk of je wel echt de bezoeker een beleving kan meegeven in het anderhalvemetertheater.”
Bij de Stadsschouwburg wordt hard gewerkt om ook de horeca op 1 juni open te laten gaan. “Op het terras willen we een theaterbeleving creëren. Bezoekers moeten worden verrast met iets cultureels of grappigs. Dat hoort echt bij de Stadsschouwburg.”