Op 11 mei moeten de basisscholen weer voor de helft open gaan. Hoe kijken leerkrachten eigenlijk zelf terug op de sluiting van de scholen en wat vinden zij van de heropening? Vier jonge leerkrachten aan het woord.
De online les gaat van start. Twintig kinderen verschijnen op het beeldscherm van juf Heidi. Ze zwaaien even en dan begint de les. Midden in de les staat plots een leerling op. Hij pakt zijn laptop op en rent weg, waarna de juf vraagt wat er aan de hand is. Na een tijdje rennen stopt de jongen en draait zijn laptop om. Op de boerderij waar hij woont wordt er op dat moment een kalfje geboren. Met de hele klas kijken ze mee hoe het kalf ter wereld wordt gebracht.
Nina Sulaiman, 29 jaar
Leerkracht groep 8, Basisschool De Springbok Pretoriusstraat in Den Haag
Juf Nina heeft zich de afgelopen tijd veel zorgen gemaakt. “Mijn leerlingen komen van diverse culturele achtergronden, waardoor hun ouders niet altijd goed Nederlands spreken. Hierdoor krijgen leerlingen vanuit hun ouders niet de benodigde hulp. Bovendien hebben veel van mijn leerlingen geen computer of telefoon, waardoor zij lastig bereikbaar zijn.”
Door weinig sturing vanuit huis en door slecht contact met zowel ouder als kind, was het voor Nina lastig om de eventuele achterstand van kinderen klein te houden. “Ik voelde me net een politieagent. Na een tijdje ging het gelukkig beter. Vorige week waren zelfs al mijn leerlingen online tijdens de les.” Voor deze online lessen maakt Nina gebruik van de software van Zoom. “Dan geef ik ze uitleg, gevolgd door een extra uitleg voor de leerlingen die dat nodig hebben.”
Nina doet met haar leerlingen naast het reguliere onderwijs elke dag een challenge. “Laatst hebben we allemaal ons toilet omgetoverd tot een persoon. Het onderwijs op afstand heeft me dus wel creatief gemaakt.”
Over de heropening van de scholen heeft Nina gemixte gevoelens. “Ik wil graag weer normaal lesgeven, in mijn oude klasje, zoals het altijd was. Maar zoals normaal zal het nu nog niet zijn. Wat als ouders hun kinderen niet naar school sturen omdat ze bang zijn dat hun kinderen ziek worden? Dan hebben we geen tijd meer over om die kinderen van online onderwijs te voorzien. Het online onderwijs heeft nu net zijn vorm gekregen en nu moeten we weer naar nieuwe oplossingen zoeken.”
Op de vraag wat het beste scenario zou zijn, heeft Nina geen antwoord. “Het enige wat ik weet is dat onze kinderen echt onderwijs nodig hebben en dat ze thuis niet de juiste sturing krijgen. Ik hoop daarom dat het gaat helpen als ze hun juf weer gewoon zien. En dat ik dan in de klas nog een leuk afscheid voor mijn kinderen kan organiseren, zij gaan ten slotte komend jaar naar de middelbare school!”
Heidi Snoek, 23 jaar
Leerkracht groep 4/5, Basisschool De Ichthus in Baambrugge
De overgang naar digitaal onderwijs is bij Juf Heidi soepel verlopen dankzij de tablet-methode Snappet. “Snappet heeft op het moment van de sluiting van de scholen veel materiaal vrijgegeven, zodat kinderen ook thuis onderwijs konden krijgen. Hierdoor waren we dezelfde week nog volledig gedigitaliseerd.” Ook de leerlingen zelf werken mee. “De afgelopen tijd heb ik dagelijks met ieder kind contact gehad, en tijdens de online lessen waren steeds bijna alle kinderen aanwezig. Ik heb van collega’s meegekregen dat dit ook heel anders kan zijn.” Na een tijdje had de methode Snappet ook een chatfunctie ontwikkeld. “Door het chatten hield ik ook het persoonlijke contact met de leerlingen in stand.”
Hoewel de overgang naar digitaal onderwijs op de Ichthusschool soepel verliep, ervoer Heidi de afgelopen periode toch als stressvol. “Binnen super korte tijd moest een nieuwe vorm van onderwijs gerealiseerd worden. Ik ben voor mijn klas verantwoordelijk voor alle schema’s en planningen, dus ik kwam wel voor een uitdaging te staan. Hierdoor heb ik aan het begin vijf dagen per week gewerkt, terwijl ik eigenlijk maar drie dagen hoor te werken. Ik ben dan ook blij als ik weer gewoon voor de klas kan staan.”
De tafeltjes staan anderhalve meter uit elkaar en het bureau is met plastic afgeschermd.
Op 21 april zei Mark Rutte tijdens de persconferentie dat de vrijheid van de een niet ten koste mag gaan van de gezondheid van de ander. Heidi is zelf niet bang voor besmetting door de kinderen als zij weer fysiek les zal gaan geven. “Ik merk wel dat veel van mijn wat oudere of meer kwetsbare collega’s zich erg zorgen maken en het gevoel hebben dat zij als proefkonijn gebruikt worden.” Zelf geeft Heidi aan meer vertrouwen te hebben in de beslissingen die door de overheid gemaakt zijn en dat de school zich al heeft voorbereid. “De tafeltjes staan anderhalve meter uit elkaar en we spreken ook af met de kinderen dat ze niet te dicht bij de leerkracht komen staan. Mochten de leerlingen toch een belangrijke vraag hebben, dan is ons bureau met een plastic scherm afgeschermd, zodat de kinderen toch kunnen overleggen met de juf of meester.”
Uiteindelijk mist Heidi haar kinderen naar eigen zeggen heel erg en ziet hen dan ook graag weer terug. “Ik merk ook dat de leerlingen mij missen. Ik heb nog nooit zoveel liefdesverklaringen ontvangen als de laatste tijd over de chat!”
Mees van Zuuren, 22 jaar
Tweedejaars student PABO, stagiair groep 6 op Basisschool de Caleidoscoop in Hoofddorp
Mees vond het werk de afgelopen tijd niet zwaarder, maar wel een stuk minder leuk. “Je wil het liefst toch gewoon met de kinderen in de klas zitten. Ik kijk er daarom ook echt naar uit dat de scholen weer open gaan.” Zelf is Mees ook niet zo zeer bang om besmet te worden door zijn kinderen. “Wel vind ik het zorgelijk voor mensen om mij heen dat ik met zo veel verschillende mensen in contact zal komen de komende tijd. Ik ben blij als alles weer zal gaan zoals normaal. De afgelopen tijd hebben wij online les gegeven door middel van instructievideo’s en bijeenkomsten met kleine groepjes leerlingen via Microsoft Teams. Ook konden de leerlingen op bepaalde tijdstippen online komen om vragen te stellen via Microsoft Teams.”
Voor de meeste kinderen heeft deze werkwijze volgens Mees goed gewerkt. “Veel kinderen werden thuis verder goed geholpen door hun ouders. Sommige kinderen hadden dit voordeel helaas niet. Hierdoor kunnen kinderen wel een achterstand oplopen. Mede daarom ben ik blij als de scholen weer open gaan.”
Mees ziet in deze situatie wel voordelen wat betreft zijn eigen PABO-studie. “Van mij mag dat online onderwijs voor mijn eigen studie nog wel even zo blijven! Het scheelt mij twee uur aan reistijd per dag! Die tijd houd ik nu mooi over om een puzzel te leggen of buiten hard te lopen.”
Hannah de Jong, 23 jaar
Leraar in opleiding in groep 3 op Basisschool De Springbok Wolmaransstraat in Den Haag
De afgelopen tijd is voor juf Hannah erg intensief geweest. Ze geeft aan dat ze in een jong en flexibel team werkt, waardoor er snel gehandeld is. “We hebben vrij snel online onderwijs voor onze leerlingen kunnen realiseren. Wel hebben we daar veel zelf voor moeten doen. De school waarop ik werk is gelegen in de wijk Transvaal in Den Haag. Het opleidingsniveau van deze doelgroep ligt over het algemeen wat lager, waardoor de instructievideo’s die vanuit de methode aangeboden werden, te lastig waren. Daarom hebben wij zelf instructievideo’s gemaakt en een bijbehorend werkpakket.” Net als juf Heidi is Hannah door de extra werkdruk vijf dagen gaan werken in plaats van de gebruikelijke drie.
Als een kind zijn hoofd stoot tegen de kapstok ga ik niet vanaf anderhalve meter een pleister gooien.
Evenals de andere leraren zegt Hannah ook erg blij te zijn met de heropening van de scholen. “Er moeten natuurlijk wel de benodigde maatregelen genomen worden. Hoe ík dat moet doen, vind ik nog lastig. Als een kind zijn hoofd stoot tegen de kapstok ga ik niet vanaf anderhalve meter een pleister gooien. Vanuit de directie zijn er gelukkig duidelijke maatregelen genomen.”
Op de basisschool waar Hannah werkt zal de komende tijd de ene helft van de klas in de ochtend les krijgen, de andere helft in de middag. “De kinderen komen maar voor iets meer dan twee uur naar school, krijgen geen pauze en gaan ook niet samen buitenspelen.” Goede maatregelen volgens Hannah, omdat we volgens haar nog te weinig over het coronavirus weten. “Ik vind de beslissingen die bovenschools en door onze directie genomen moeten worden grote beslissingen en ik heb bewondering voor hoe moedig zij deze keuzes maken. Ik ben blij dat ik weer wat gezelligheid in de klas kan brengen, maar ik vind het nog wel een uitdaging om de kinderen alles te leren in zo’n korte tijd. Vooral omdat de spanningsboog van zesjarigen niet erg lang is.”
Ik heb bewondering voor de moedige keuzes van de directie.
Wat betreft het besmettingsgevaar is ook Hannah vooral bezorgd om anderen. Daarnaast spreekt ze haar zorgen uit over of de ouders hun kinderen wel naar school zullen laten gaan. “De ouders van onze school hebben diverse culturele achtergronden, en volgen vaak het nieuws van hun land van afkomst. Daar zijn de berichtgevingen met betrekking tot het coronavirus veel heftiger. Toch hoop ik ten zeerste dat alle kinderen weer naar school komen, zodat elk kind weer even veel aandacht kan krijgen, en we elk kind weer gelijke kansen kunnen bieden.”