Peace 2025. Het was de belofte waarmee de Amerikaanse President Donald Trump het zogenaamde 20-puntenplan voor vrede in Gaza presenteerde. De eerste fase is momenteel van kracht, maar blijkt broos. Israël beschuldigt Hamas ervan dat ze de gemaakte afspraken niet nakomen, zoals de tijdige overlevering van de overleden gijzelaars.
Israël heeft op zijn beurt op verschillende momenten het staakt-het-vuren geschonden door aanvallen in de Gazastrook uit te voeren. Zo werden in de nacht van 29 oktober 104 Palestijnen gedood door Israëlische luchtaanvallen in onder andere Khan Younis en Gaza-stad. Bovendien wordt de beloofde en volgens de VN broodnodige toevoer van humanitaire hulp nog steeds belemmerd.
Fabio Cristiano, universitair docent Conflict Studies aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in het Israëlisch-Palestijnse conflict, en Omar Dweik, die onderzoek doet aan Tilburg University en een boek schreef over de mogelijkheden voor vrede tussen Israël en Palestina, vinden daarom dat het 20-puntenplan in perspectief moet worden geplaatst.
Cristiano stelt namelijk dat van vrede en een vredesplan nog niet gesproken hoeft te worden. “In feite kan de huidige situatie beter worden gedefinieerd als een staakt-het-vuren en een stopzetting van de genocide dan een vredesovereenkomst. En beide zijn op dit moment, gezien de omstandigheden, heel fragiel.”
Palestijnse representatie
Cristiano trekt daarom sterk in twijfel dat het 20-puntenplan tot duurzame vrede kan leiden, met als voornaamste reden dat de Palestijnen zelf niet zijn beraadslaagd in het opstellen van de toekomstplannen van hun eigen land. Cristiano: “De eerste en belangrijkste tekortkoming in het plan is het gebrek aan Palestijns zeggenschap. Als we kijken naar de groep die de overeenkomst ondertekende, is het opvallend dat de Palestijnen hierin niet voorkomen. Dit zegt veel over het eigenaarschap en de handelingsvrijheid van de Palestijnen in dit proces.”
‘Zolang de Palestijnen geen toekomst zien, is elke vorm van vrede gedoemd om te falen’
Dat Palestijnse deelname en zeggenschap van essentieel belang is voor een duurzame transitie naar vrede in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, benadrukt ook Omar Dweik. Hij doet onderzoek aan de Universiteit van Tilburg naar het Palestijns-Israëlisch conflict. Dweik: “Zolang de Palestijnen geen toekomst zien, zolang er geen oplossing is voor de bezetting en ze nog altijd onder Israëls militaire wetten en blokkades leven, is elke vorm van vrede gedoemd om te falen. Door de Palestijnen niet uit te nodigen aan de onderhandelingstafel en ook hun belangen niet te behartigen, wordt een toekomstige confrontatie alleen maar waarschijnlijker.”
Een Palestijnse staat
Cristiano en Dweik wijzen erop dat het ontbreken van Palestijnse representatie direct verband houdt met een ander heet hangijzer binnen het 20-puntenplan, namelijk het ontbreken van garanties op Palestijnse zelfbeschikking. Het plan biedt volgens de twee onderzoekers geen uitzicht op de internationale erkenning van Palestina als soevereine staat. Voor veel Palestijnen is zowel zelfbeschikking als een einde aan de Israëlische bezetting van Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem een vereiste voor een rechtvaardige oplossing van het conflict. Voor Netanyahu en zijn regime is het een no-go.
Cristiano: “Dat het plan niet is opgesteld met een visie voor een Palestijnse staat, wordt ook herhaaldelijk gesteld door Netanyahu en de Israëlische overheid. Zij steunen het plan en zetten zich in voor het behoud van het huidige apartheidsregime.” Een heilloze weg, zo stelt hij. “Voor duurzame vrede is het juist belangrijk om een vredesproces te hebben waar de Palestijnen zelf bij betrokken zijn, en waarvan het doel de zelfbeschikking van het Palestijnse volk is. Het is aan de Palestijnen om te bepalen hoe hun toekomst(staat) eruit zal zien.”
‘Nederland is door zijn opstelling geïsoleerd aan het raken’
Verschillende Europese landen – waaronder het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk – hebben gedurende de afgelopen twee jaar besloten om de Palestijnse staat wel te erkennen. De erkenning van Palestina gold hierbij als een maatregel om druk uit te oefenen op Israël om haar genocidale campagne te stoppen. Daarnaast zien de landen de erkenning van Palestina als een voorwaarde voor kansrijke onderhandelingen over een tweestatenoplossing, waarin een Palestijnse staat en een Israëlische staat naast elkaar bestaan.
De rol van Nederland
Ook Nederland stelt sinds jaar en dag een tweestatenoplossing voor te staan. Anders dan de hierboven genoemde landen wil Nederland de erkenning van Palestina echter pas overwegen zodra zich een opportuun moment voordoet om zo druk uit te oefenen op de onderhandelingen.
Inmiddels bevindt Nederland zich door deze opstelling in het kamp van de minderheid. Internationaal wordt Palestina erkend door 150 van de 193 VN-lidstaten. Dweik ziet dat Nederland hierdoor ‘buiten het ritme danst’. “We zien dat allerlei landen rondom Nederland Palestina wel erkennen. Nederland is in dat opzicht door zijn opstelling geïsoleerd aan het raken.”
Daarnaast doet de vraag zich voor of de Nederlandse stellinginname vóór een tweestatenoplossing nog wel te rijmen valt met het niet-erkennen van de Palestijnse staat. Dweik stelt dat het ‘enigszins haaks op elkaar’ staat. “Als je niet op gelijke voet kan onderhandelen, is de kans op succesvolle onderhandelingen een stuk kleiner. In principe zetten we Israël in een ontzettend sterke positie, en de Palestijnen in een ontzettend zwakke positie. Praktisch gezien is het Nederlandse standpunt dus ondermijnend voor het uiteindelijke doel om tot een tweestatenoplossing te komen.”
Eindredactie door Pim Molenaar