Ik moet jullie iets vertellen

Beeld: Bouke van Balen. Foto: Olivier Overberg

2 februari 2020, 10:17

En het gaat over de eeuwige discussie die in elke relatie of vriendschap een keer de kop opsteekt: hond of kat? Zo ook tussen mijn vriendin en mij. Mijn positie staat al voor zover ik me kan herinneren vast: ik ben team hond. 

Een hond kan van je houden en oprecht blij zijn als hij je ziet. Ooit een kat gezien met puppy-ogen en een kwispelende staart? Die blij naar je toe komt rennen als hij je ziet, zelfs als het maanden geleden is? Ik in ieder geval niet. Katten geven je kopjes totdat jij ze een kopje eten voorschotelt. Kopje voor kopje. Een kille transactie, daar is geen liefde mee gemoeid. Mijn ouders hebben een kat en het beest keurt me nooit een blik waardig als ik er ben. Altijd moet ik als een verslagen romanticus staan schudden met zijn blik vol brokjes voordat hij überhaupt ziet dat ik besta. Dat terwijl de hond van mijn opa en oma steevast door het dolle is als ik langskom. En ik kom bijna nooit langs, want ik ben een slechte kleinzoon. 

Mijn vriendin is opgegroeid met katten. Ze begrijpt katten en katten begrijpen haar. Soms denk ik zelfs dat ze er eentje is. Van haar tante weet ik het eigenlijk wel zeker. Je kunt je voorstellen hoe het hond-kat-debat tussen ons verloopt. 

Maar goed, ik schrijf deze column met een reden. Ik moet namelijk iets vertellen, en ik denk dat ik met deze biecht namens veel mannen spreek. Ik word later zo’n vader die net doet of hij niet van de kat houdt, maar hem stiekem aait wanneer niemand het ziet. 

Het ziet er zo gezellig uit, al dat spelen en dat spinnen.

Ik vind katten leuk. Maar ik ben te ongemakkelijk om met ze om te gaan. 

Ik vind katten misschien wel even leuk als honden. Ze zijn alleen onbegrijpelijk voor mij. Vroeger hadden mijn ouders een kat die me altijd beet als ik hem probeerde te aaien. Ik heb een groot onvermogen om katten te lezen. En ik durf ze ook niet op te pakken. Waar houd je zoiets vast? Wat als hij pijn krijgt, en gaat krabben en krijsen zoals katten dat kunnen? Altijd als ik toenadering zoek tot een kat heb ik het gevoel dat ze mijn onzekerheid kunnen voelen. Dus pak ik er maar brokjes bij. 

Ik ben eeuwig jaloers op mensen die wel met katten om kunnen gaan. Het ziet er zo gezellig uit, al dat spelen en dat spinnen. Uit pure onmacht doe ik maar alsof ik katten niet mag. Mijn vriendin, het kattenmens, kan met elke kat bonden. Haar kat heeft ooit kittens gebaard in haar bed. Terwijl zij er nog in lag. Het valt niet te ontkennen dat dat gewoon heel lief is. Ik weet zeker dat de kat van mijn ouders haar herkent. En daar is geen brokje aan te pas gekomen. 

[paytium name=”Form name” description=”Donations”]
[paytium_field type=”open” label=”Onze studenten dragen vrijwillig bij aan Red Pers. Vond je
dit een goede productie? Sponsor dan onze koffie (€2,50), https://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.pngvergadering (€10) of grotere
investering. Dankjewel!” default=”2,50″ /]
[paytium_total label=”Steun ons voor” /]
[paytium_button label=”Doneer” /]
[/paytium]

 

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Lees ook:

Zoeken

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.