Dit bericht is oorspronkelijk gepubliceerd bij Maximum Amsterdam
Ondanks dat een kwart van de Ethiopische bevolking van koffie moet leven, levert het bar weinig op. Door koffiemagnaten wordt 99,9 procent van de bonen onbewerkt en daarom zonder toegevoegde economische waarde geëxporteerd. Moyee Coffee hoort bij de 0,1 procent en laat met FairChain zien hoe het ook kan.
TEKST EN FOTOGRAFIE DOOR MAX VAN GEUNS
Iedere twee maanden neemt Guido van Staveren, oprichter van Moyee Coffee, een kijkje bij zijn branderij en koffieboeren in Ethiopië. Net terug van zijn vorige bezoek, wist hij dinsdag in Amsterdam tijd vrij te maken voor Maximum. Door een dubbele afspraak van de drukke koffie-entrepreneur was het eerst tijd voor een observatie van de werkomgeving van Moyee. Uiteraard onder het genot van een kop huisbrouwsel, van boer tot pak geproduceerd in de voormalige provincie Kaffa in Ethiopië.
Lage opbrengsten
Hoewel Kaffa de geboorteplaats van het bijna gelijknamige drankje is, bezit Moyee in heel Ethiopië vrijwel de enige koffiebranderij. Het land is voor 25 procent afhankelijk van koffie, wat op dit moment goed is voor 800 miljoen euro aan opbrengsten. “Dat klinkt aardig,” zegt Van Staveren wanneer hij ons uiteindelijk te woord kan staan. “Totdat je het tegenover 3 miljard euro aan ontwikkelingshulp zet. Ze verdienen dus veel te weinig aan hun eigen product.”
De lage opbrengsten van de grote sector in Ethiopië valt te verklaren door het ontbreken van toegevoegde waarden. Van alle bonen verlaat 99,9 procent het land geheel onbewerkt. De boosdoeners in dit verhaal: de vijf grootste koffie-multinationals. Bedrijven als Nestlé bewerken al hun bonen niet in het land van productie, maar van consumptie. Van Staveren: “Wij in het Westen zijn dus de grootste koffiedrinkers en verdienen er ook nog eens het meeste aan!”
FairChain
Nu hoeft de Westerse koffiedrinker niet met de productie lastig te worden gevallen, aldus Van Staveren. Maar de consument wordt ook door multinationals als Douwe Egberts benadeeld: de afgelopen 25 jaar zijn zij tot een uniforme, simpele koffiesmaak gekomen. De oneerlijke handel is letterlijk te proeven in deze eenvoudig controleerbare smaak. Moyee brengt ook hier verandering in de brouwerij: zij blijven bij de unieke, biologische soorten van de lokale boeren.
De productiewijze die Moyee hanteert heet FairChain. Niet te verwarren met FairTrade, dat volgens Van Staveren helemaal niet zo eerlijk is: “Ik geloof niet in die gecertificeerde lichamen. Ik geloof in transparantie.” Door het persoonlijke contact met momenteel 99 boeren en de branderij daar in de buurt, komt een groter deel van de toegevoegde economische waarde terecht bij de exportprijs: door het product meer te bewerken, stijgt de uiteindelijke verkoopwaarde voor de export. Zo verdienen die boeren uiteindelijk 20 procent bovenop de marktprijs van hun bonen; een significant verschil met de koffiemagnaten. In totaal blijft op deze manier minstens 50 procent van de opbrengsten in het eigen land.
Impact
Helemaal rooskleurig is het allemaal nog niet. De beschreven economische voordelen voor Ethiopië moeten nog komen. Nu kunnen de boeren ‘slechts’ genieten van de financiële vooruitzichten en de professionele begeleiding bij het verbouwen. Op sociaal gebied is er dus wel al een impact, maar pas na de volgende oogst zullen ze de FairChain-wijze ook in hun portemonnee beginnen te merken. Voor ecologische veranderingen is op het moment nog geen tijd en ruimte. “Het is natuurlijk wenselijk dat de oogst ook duurzaam verloopt, maar daar kunnen we pas in een later stadium meer aandacht aan geven. Nu ligt de focus nog op de economische hulp en onze groei.”
Hoewel Van Staveren al vier jaar geleden begon met Moyee, heeft hij nog een lange weg te gaan. Op dit moment produceert Moyee 200.000 kilo koffie per jaar. De https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimale capaciteit van de brouwerij in Ethiopië, één miljoen kilo, wordt over ongeveer drie jaar bereikt. Ondertussen kijken ze naar de mogelijkheden in andere landen, zoals Peru. “We zijn in Nederland nu de grootste van de kleinsten,” zegt hij. Met driehonderd zakelijke klanten en duizend abonnees staan ze inderdaad ver boven de kleinere koffiebrouwers, maar vallen ze in het niet als je ze vergelijkt met de grote jongens. “Daar willen we ook niets mee te maken hebben,” aldus Van Staveren. “Als ze ons volgen in ons beleid, dan is dat mooi. Cut the crap. Maar als ze dat niet doen, hoop ik dat ze eraan ten onder gaan.”
In Amsterdam kun je van de FairChain-koffie proeven bij onder andere Coffee Mania, Brett en het College Hotel. Studenten aan de Hogeschool van Amsterdam boffen: vanaf september is Moyee op alle vestigingen te verkrijgen. Vanaf 16 euro inclusief verzendkosten kun je een proefpakket aan huis bestellen.
‘Startup’ is een inmiddels gangbare term in het Amsterdamse vocabulaire. De stad is een kweekvijver van innovatieve, jonge bedrijven. In deze maandelijkse rubriek introduceren wij de start-ups van B. Amsterdam, dé start-up hub van Nederland. Deze ‘stad in een gebouw’ zit op de Johan Huizingalaan, om de hoek van onder andere het Slotervaart Ziekenhuis en AT5.