Steeds meer cafés worden schermvrij. In Californië worden tegenwoordig digital detox retreats georganiseerd. Schermloos leven is hip geworden. In een tijd waarin mensen steeds meer met schermen integreren, is dit een opvallende beweging. Wat is hier aan de hand? Redacteur Bouke van Balen sprak hierover met cultuur-filosoof, spreker en publicist Hans Schnitzler.
Mensen besteden steeds meer van hun tijd aan schermen. Een maand geleden bracht Netwerk Mediawijsheid een onderzoek naar buiten over schermgebruik onder kinderen. Daarin werd geconcludeerd dat kinderen tussen de 0 en 6 jaar gemiddeld een uur en drie kwartier per dag naar een scherm kijken. Tieners doen er een schepje bovenop: zij spenderen gemiddeld 4,5 uur per dag op hun smartphone. Dat kan negatieve gevolgen hebben. Zo blijkt uit verschillende studies dat schermtijd gerelateerd is aan stress en concentratieproblemen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) bracht onlangs een rapport naar buiten waarin ze ouders waarschuwen voor overmatig schermgebruik van hun kinderen.
Een schermwereld
Maar is dat overmatige schermgebruik enkel nadelig?
“Het net zou ons democratiseren, emanciperen en verheffen,” aldus Hans Schnitzler. Die beloftes zijn ook gedeeltelijk vervuld. De digitalisering maakt onderwijs bijvoorbeeld toegankelijker, doordat scholing goedkoop en grootschalig aangeboden kan worden. Zo neemt Kenia deel aan project Tusome. Dit is een grootschalig project waarbij basisschooldocenten assistentie krijgen van tablets tijdens leeslessen.
Het resultaat: vergeleken met scholen die niet meedoen aan project Tusome, slagen twee keer zoveel kinderen voor de AVI-uit toets van Kenia.
Er zijn scholen die normaal onderwijs helemaal omruilen voor digitaal onderwijs
Waar project Tusome menselijk onderwijs aanvult met de mogelijkheden van digitalisering, zijn er ook scholen die normaal onderwijs helemaal omruilen voor digitaal onderwijs. Eenzelfde trend is zichtbaar in de medische wereld, ook daar worden mensen vervangen door schermen. Zo is in een ziekenhuis in Californië laatst een 78-jarige man door een tablet ingelicht dat hij niet lang meer te leven had. Een dag later overleed hij.
Schermen worden in steeds grotere mate onderdeel van ons leven. Vandaar dat het zaak is om te blijven reflecteren op dat schermgebruik, aldus Schnitzler: “Je ziet eigenlijk de neiging om dit soort nieuwe technologieën [schermen, red.] onvoorwaardelijk te omarmen en niets dan zegeningen te verwachten. Dan loop je het risico dat de mogelijkheden van de technologie de leider worden in plaats van de problemen waar je een oplossing voor zoekt.”
Digitale detox
Een geschikt instrument voor deze reflectie is de digitale detox. Schnitzler is een ervaringsdeskundige als het aankomt op digitale onthouding. Samen met zijn studenten doorliep hij vele digitale detoxes. De inzichten en ervaringen die daar met hen opdeed beschrijft hij in zijn boek Kleine filosofie van de digitale onthouding. Het motief voor de digitale onthouding is niet zozeer een gezondheidsoverweging of een afwijzing van schermen:
“Het komt voort uit de gedachte dat we de werkelijkheid in belangrijke mate begrijpen door middel van onderscheid. We denken dat we het digitale gebruiken aan de hand van het onderscheid met het analoge. Maar deze twee werelden kloppen nauwelijks meer. Die werelden zijn aan het versmelten. Om op die twee betekeniswerelden te kunnen reflecteren, heb je radicale experimenten nodig. De detox is niet bedoeld om het schermpje af te wijzen, maar om te ervaren wat het doet en te bedenken: wat betekent het voor mij?
Inmiddels is schermloos leven een statussymbool geworden
En precies die gedachte lijkt nu over te slaan op de hipsters. Daarom zien we schermvrije cafés, een opkomst in de populariteit van mindfulness en resorts waar je voor honderden euro’s een paar dagen je laptop en smartphone inlevert aan de deur. Maar deze trend lijkt niet voor iedereen weggelegd. De New York Times maakte de volgende analyse: schermen waren vroeger alleen voor de elite, maar inmiddels is schermloos leven een statussymbool geworden. Kunnen we inderdaad spreken van een schermkloof?
Schermkloof
In Met het Oog op Morgen trok Schnitzler eerder al de analogie met tennis. Dat was vroeger alleen voor de elite weggelegd. Totdat iedereen kon tennissen. Toen moest de elite naar een nieuw statussymbool zoeken, iets dat ze kon onderscheiden van ‘de rest’. Hetzelfde lijkt nu te gelden voor schermgebruik.
Maar om wat voor elite gaat dat dan? Aan de term elite kleven de nodige connotaties, maar betekent in feite niets meer dan ‘kleine bevoorrechte groep’. Schnitzler denkt dat het voorrecht van de schermloze hipsters vooral om kennis draait: “Als je het al over elite hebt, gaat het vooral over ‘hoe goed geïnformeerd je bent’.”
Dat sluit ook aan bij Steve Jobs die zijn kinderen schermloos opvoedde, of de medeoprichter van Facebook die waarschuwt met de boodschap: “it’s time to break up Facebook”. Als er mensen goed geïnformeerd zijn, dan zijn zij het wel. Maar wat weten zij dat wij niet weten?
Surveillance capitalism
Met name kennis over de ideologie achter de grote tech-bedrijven in Silicon Valley biedt stof tot reflectie. Zo schrijft Harvard hoogleraar Shoshana Zubof in haar onlangs gepubliceerde boek Surveillance Captitalism dat de gedragsdata die Facebook en Google verzamelen tegenwoordig wordt omgezet in iets dat zij voorspellingsproducten noemt. Dat zijn producten die op basis van door jou gegenereerde data kunnen voorspellen wat je in de toekomst zal gaan doen. En volgens Zubof is dat waar deze bedrijven hun geld mee verdienen.
Schnitzler vertelt ook dat dergelijke bedrijven teams aan psychologen en neurologen inhuren die ervoor zorgen dat de aandacht van de consument zo lang mogelijk bij hun product blijft. Op die manier kom je als consument in een soort draaikolk terecht. Hoe meer tijd je op je scherm besteedt, hoe meer je aandacht wordt vastgehouden.
Sociaaleconomische status zou ook een rol kunnen spelen in de kloof
En er zijn meer stromen in deze draaikolk. De schermloze elite beschikt namelijk over een tweede voorrecht: de luxe om überhaupt stil te kunnen staan bij de digitalisering. Schnitzler: “Schermen zijn nu eenmaal makkelijk, en als je elk dubbeltje om moet draaien heb je wel andere dingen om je zorgen over te maken dan je schermgebruik.” Bovendien nemen kinderen voorbeeld aan hun ouders. Op die manier kan het effect zichzelf versterken. Hoe meer je ouders op hun scherm zitten, hoe meer je dat als kind ook zult doen. Sociaaleconomische status zou dus ook een rol kunnen spelen in de kloof.
Of er daadwerkelijk sprake is van een groeiende schermkloof valt nog niet vast te stellen. Maar vraagtekens achter de ideologie van Silicon Valley worden meer en meer gezet. De digitalisering van de maatschappij heeft positieve gevolgen, maar reflectie blijft belangrijk. Misschien zijn schermvrije cafeetjes, mindfulness en digitale detoxes daar wel geschikte instrumenten voor. Misschien hebben de hipsters dan toch een punt. Als het aan Schnitzler ligt in ieder geval wel.