Het is maandagmiddag en ik houd pauze met een vriendin in de Universiteitsbibliotheek, we noemen haar voor het gemak ‘A.’. We zitten aan een vierkante tafel, drinken beiden een goedkope koffie uit de automaat in een herbruikbare beker en concluderen dat het inderdaad naar slootwater smaakt. A. vertelt me over een date die ze vorige week had. Ze laat me foto’s van zijn datingprofiel zien: een foto op het terras met vrienden, een foto met zijn moeder (dit vond zij een goed teken, want kijk! Hij heeft respect voor vrouwen!) en een groepsfoto met 18 andere mannen waarop hij niet bepaald geïdentificeerd kon worden. In elk geval geen foto waarop hij trots een vers gevangen snoekbaars van 12 kilo in zijn armen tentoonstelt.
Ze gingen een drankje doen in de buurt, hij had de plek uitgekozen. A. kwam aangelopen en zag hem staan. Was hij nu veel kleiner dan hij leek op de foto? En zat zijn broek nou gevaarlijk strak? Ze besloot deze details te negeren en ging met hem naar binnen. Het was een nogal hippe cocktailbar, waar de drankjes onconventionele namen hadden. Hij had het uitgezocht omdat hij deze plek ‘lekker casual’ vond. Zij bestelde een vaasje, hij de ‘Once Upon a Pornstar Martini’, vertelt ze met een vertrokken gezicht.
Toen brak het moment aan dat de rekening werd gebracht. Het karakteristieke ‘kistjesmoment’ van First Dates, waar de ware aard van eenieder naar boven komt. Het werd stil. Het bleef stil. Hij maakte geen aanstalten om de rekening te betalen of te splitten, waardoor A. uit ongemakkelijkheid zelf aanbood te betalen. Het afscheid volgde de ongemakkelijke koers van de avond: hij ging voor de kus op de wang, zij voor de knuffel, waardoor zijn lippen op haar kin belandden. Ze wist niet hoe snel ze weg moest komen. “Wat was er dan precies mis met hem?”, vraag ik haar. “In principe niks, maar ik kreeg gewoon de ick.”
Ik krijg de ick
De ick, een term die de laatste tijd populariteit heeft gewonnen door gebruik onder Zoomers op TikTok, is volgens het Instituut voor de Nederlandse Taal een ‘irritante gewoonte die iemand heeft, vaak iets redelijks futiels, die ervoor zorgt dat iemand anders, meestal op een date, op diegene afknapt’. De term is gebaseerd op het Engelse bijvoeglijke naamwoord icky, dat volgens de Oxford English Dictionary een algemene afkeuring of afgrijzen uitdrukt. Google het woord ‘ick’ en je stuit op ellenlange lijsten met voorbeelden: hooikoorts hebben, enig kind zijn, 3-in-1 shampoo gebruiken, rennen met een rugzak. Wie deze lijsten leest concludeert al snel dat het onmogelijk is om zelf niet aan één van de icks te voldoen en vraagt zich af: hoe vinden we nog een partner in deze hyperkritische samenleving waarin we onze veters niet meer mogen strikken en niet meer achter een pingpongballetje aan mogen rennen wanneer het ons ontglipt tijdens een fanatiek potje tafeltennis?
De overtreffende trap van de ick
Een ander fenomeen waarvoor op het internet veel gewaarschuwd wordt is een red flag: een waarschuwingsteken dat wijst op ongezond gedrag. Je kan denken aan emotioneel of fysiek misbruik, manipulatie, agressieproblemen of extreme jaloezie. Als je dit in een (potentiële) partner opmerkt is het advies helder: wegrennen maar. Waar een ick redelijk onschuldig kan zijn, is een red flag een duidelijke grenslijn. Recent identificeerden drie onderzoekers zes red flags die je kan tegenkomen in een romantische relatie: gevaarlijk gedrag, onhygiënisch gedrag, apathie (een gebrek aan interesse of betrokkenheid), gebrek aan motivatie (om te werken aan de relatie), kleingeestigheid (die kan zorgen voor een gebrek aan groei in de relatie) of clingy gedrag (overmatige afhankelijkheid of behoefte aan constante aandacht en bevestiging).
‘Als jij een klap krijgt: maak dat je wegkomt’
Relatietherapeut Yvonne van Veldhoven bevestigt dat je niet bij elkaar moet blijven als er sprake is van fysiek geweld. “Als jij een klap krijgt: maak dat je wegkomt.” Bij psychisch geweld is de grens wat onduidelijker, maar op het moment dat je te veel van je eigen leven opoffert voor de relatie door bijvoorbeeld niet meer met je vrienden af te spreken of te stoppen met een hobby, ben je jezelf aan het ‘amputeren’, zoals Van Veldhoven dat noemt, en dat is nooit goed. “Op een gegeven moment word je dan heel beperkt in wie je zelf bent, met wie je omgaat en wat je ambities zijn. Dan word je eigenlijk in een soort kooitje gestopt.” Bij andere red flags, zoals bijvoorbeeld wanneer iemand er een slechte persoonlijke hygiëne op nahoudt, is het advies niet altijd even duidelijk. Wel is het herkennen van red flags cruciaal om in een vroeg stadium conflicten te voorkomen en de relatie gezond te houden en voorkomt het op langere termijn emotionele schade.
@sabrina.zohar 3 examples pf gaslighting in dating. #gaslighting #narcissist #gaslightingsigns #emotionallyunavailaible #datingadvice #toxicrelationship #redflags #datinghelp
♬ original sound – Sabrina Zohar
Fysiek en psychisch geweld zijn dus valide redenen om een relatie te verbreken. Maar hoe herken je of iets een rode vlag is? Populaire termen als ghosten, love-bombing en gaslighting passeren online de revue. TikToks met pakkende titels als ‘5 signs he’s gaslighting you’, of ‘10 ways to tell if she is love-bombing you’ geven pseudo-psychologen een podium om partners te ‘diagnosticeren’, regelmatig onderbouwd met voorbarige conclusies en oordelen zonder professionele context of begrip. De Kroatische onderzoeker Jelena Marković ziet ook dat partners zonder professionele diagnose worden bestempeld als ‘narcistisch’ of ‘borderline’, termen die oorspronkelijk uit de psychiatrie, psychologie en psychoanalyse komen. Een dergelijk label kan ervoor zorgen dat iemands gedrag niet meer in perspectief geplaatst wordt. Zo wordt diegene in een hokje gestopt.
De keerzijde van kieskeurigheid
Toch worden icks en red flags regelmatig door elkaar heen gebruikt. Icks lijken onderaan de ladder van ernst te staan, en geven eerder een onschuldige kwestie van smaak aan. Toch blijkt dat meer narcistische en perfectionistische individuen eerder geneigd zijn om de ick te ervaren. Dit kan zorgen voor onrealistische verwachtingen en een ‘zerotolerancebeleid’ voor imperfecties. Van Veldhoven vindt het dan ook ‘heel bezwaarlijk’ dat er lijsten rondgaan met zaken waarop je iemand kan afwijzen: “Je gaat zo helemaal niet onbevangen een relatie in. Wie weet ontmoet je iemand en is de chemie leuk, en heeft de ander zoveel humor dat die broek of dat pukkeltje ineens bijzaak wordt. Maar nu belemmer je jezelf eigenlijk, en dat is superjammer.”
Ik vraag me af waarom we dan zo kieskeurig zijn, als het ons duidelijk niet dichter bij verbondenheid brengt. Zou het bindingsangst zijn, of zelfsabotage? Zijn we niet gewoon bang om een relatie aan te gaan, in de angst om gekwetst te worden? Van Veldhoven: “Wat er nu gebeurt, vind ik eigenlijk veel enger. Je onthoudt jezelf veel open gesprekken en het uitproberen van nieuwe dingen.” Belangrijke principes volgens Van Veldhoven, die de liefde juist leuk maken: “De chemie moet je een beetje het werk laten doen. Dat is het leuke aan verliefd zijn: dat je de spanning en het flirten een beetje over je heen laat komen.” Die icks staan zo lijnrecht tegenover het doel van relaties: verbondenheid creëren. Van Veldhoven stelt voor om juist de toenadering te zoeken en het er met elkaar over te hebben: “Je bent twee individuen. Je kunt ook zeggen: ‘Lieve schat, ik vind dat je er superleuk uitziet, maar deze trui? Daar word ik niet heel opgewonden van.’”
Eindredactie door Rens van der Beek