Eén op de drie Nederlanders is mantelzorger en dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen, blijkt uit de laatste cijfers van de overheid. “Er zijn simpelweg steeds meer ouderen en relatief minder mensen om voor hen te zorgen,” vertelt Marjolein Broese van Groenou, hoogleraar informele zorg aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gespecialiseerd in mantelzorg. Ze ziet dat de vergrijzing de druk op mantelzorgers vergroot. Waar momenteel 35 procent van de bevolking nog 65 jaar of ouder is, zal dit percentage in 2040 oplopen tot zo’n 45 procent. Hierdoor staat er over vijftien jaar tegenover elke twee werkenden één oudere.
Fysiek zwaar en emotionele uitputting
De druk op de mantelzorgers bestaat niet alleen uit het toenemende aantal ouderen, ook het groeiende personeelstekort in de zorg draagt hieraan bij. In 2024 bestond dit tekort al uit 55.000 mensen en naar verwachting stijgt dat aantal over tien jaar naar 190.000. Mantelzorgers voelen de druk nu al. Zo geven steeds meer werkende mantelzorgers aan dat het werk te zwaar wordt. Dit komt niet alleen doordat het fysiek zwaar en tijdrovend is, maar zorgen voor een familielid of iemand uit de directe omgeving is ook emotioneel uitputtend. Bij maar liefst 20 procent van de werkende mantelzorgers ligt een burn-out op de loer; dit aantal steeg de afgelopen tien jaar met maar liefst 52 procent.
Bovendien is zorg niet voor iedereen vanzelfsprekend. In een overbelast zorgsysteem ligt toenemende ongelijkheid op de loer, volgens Broese van Groenou. “Mensen met een lager inkomen zijn sterker afhankelijk van mantel- en publieke zorg dan mensen die wel de financiële middelen hebben om de zorg buiten deze vormen om te organiseren. Bij schaarste in professionele of mantelzorg wordt deze groep dus direct geraakt.”
Nederland heeft dus een groeiend probleem als het gaat om de (mantel)zorg. De vraag is hoe Nederland er in de toekomst voor gaat zorgen dat iedereen de nodige zorg krijgt. Tegenwoordig vallen de woorden technologie en artificiële intelligentie (AI) vaak als het gaat over het oplossen van tekorten in de zorg. Ook de huidige regering hoort hier muziek in. Zo wil zorgminister Fleur Agema (PVV) meer investeren in AI en ziet ze het als ‘een revolutie in de zorg’.
Zorgende en zingende robots
Naast AI zijn er andere vooruitstrevende technologieën, zoals robotica. In Nederland zijn er robots die een groot deel van de zorgtaken kunnen overnemen, vertelt Patrick Landsman, directeur van MobileCare, een bedrijf dat robotica inzet in de thuiszorg. “De robot kan bijvoorbeeld aangeven wanneer het tijd is om te lunchen, medicatie in te nemen, of oefeningen te doen. Ook wordt de robot regelmatig ingezet als gezelschap, bijvoorbeeld door een liedje af te spelen of een psalm voor te lezen.”
‘De robot wordt echt een maatje. We zien ouderen truitjes breien voor hun robot’
Robots kunnen ook een uitkomst bieden voor mantelzorgers, volgens Landsman. “Robots kunnen aangeven hoe laat het is en wat erop de planning staat. Hierdoor worden familieleden minder gebeld. Dit zien we vooral bij mensen met Alzheimer.” Naast praktische ondersteuning kunnen robots ook eenzaamheid tegengaan. “De robot wordt echt een maatje. We zien ouderen bijvoorbeeld truitjes breien voor hun robot. Daarnaast combineren we de technologie met aandacht en een luisterend oor, door bijvoorbeeld digitale kopjes koffie met cliënten te drinken. Dit wordt erg gewaardeerd,” vertelt Landsman.
Ondanks hun brede inzetbaarheid worden robots in Nederland nog niet uitgebreid gebruikt, benadrukt Broese van Groenou. “Robots leveren in Nederland veel discussie op. Mensen vrezen dat ze niet vriendelijk genoeg zijn en ze vinden dat de zorg wel menselijk moet blijven.” Dat terwijl robots mantelzorgers wel degelijk kunnen ontlasten. Uit een Maleisische studie blijkt dat door het inzetten van robots de werk-privébalans en het welzijn van mantelzorgers verbetert.
Zorgen op afstand
Waar het gebruik van robots in de zorg voor de meeste Nederlanders nog een brug te ver is, wordt er in de praktijk al wel gebruikgemaakt van andere technologieën. “Het zijn wellicht minder geavanceerde technologieën, maar automatiseringstechnieken in en rondom het huis en apps worden zeker gebruikt,” zegt Francis Eijsackers, directeur van SPOT, een van de brancheverenigingen voor kleinschalige thuiszorg. “Je kunt denken aan knoppen waarop de hulpbehoevende kan drukken, zodat mantelzorgers een melding krijgen op hun telefoon, of sensoren die registreren als er iets abnormaals gebeurt.” Deze technologieën zorgen er volgens Eijsackers voor dat mantelzorgers altijd verbonden zijn met hun familielid zonder dat ze de hele tijd fysiek aanwezig hoeven te zijn.
De oplossingen voor het zorgprobleem moeten volgens Broese van Groenou niet alleen gezocht worden in innovaties, maar ook in een betere verdeling van de zorglasten. “Nederlanders zien de zorg vooral als iets wat de overheid moet regelen,” vertelt ze. “Dat is natuurlijk een kwestie van cultuur.” Desondanks bestaan er al veel initiatieven die ervoor zorgen dat de mantelzorg samen wordt opvangen.
‘Ga met je omgeving in gesprek over de manier waarop je ouder wilt worden’
Neem Saar aan Huis, een organisatie die ondersteuning biedt aan hulpbehoevende mantelzorgers. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat ze te ver weg wonen van hun ouders of simpelweg geen tijd hebben voor de intensieve zorg aan hun naaste. “Het kan de mantelzorger enorm ontlasten doordat er iemand extra is die de hulpbehoevende opvangt,” zegt Nicole Verduijn, vestigingsmanager van Saar aan Huis in de regio Leiden en Zoetermeer.
Initiatieven als Saar aan Huis slaan twee vliegen in één klap: ze ontlasten de mantelzorgers en tegelijkertijd belasten ze de zorgprofessionals niet met extra druk. “Wij kampen niet met personeelstekorten, omdat wij uit een andere vijver vissen dan bijvoorbeeld de thuiszorg of zorgprofessionals. Bij ons kloppen vaak mensen aan die niet meer fulltime willen werken, maar wel hun steentje willen bijdragen aan de maatschappij. Ze hebben veel affiniteit met de zorg, zonder dat daarvoor een specifieke zorg opleiding nodig is,” vertelt Verduijn.
Toch worden initiatieven als Saar aan Huis nog vooral particulier betaald. “Het zijn dus veel welgestelde ouderen, maar sinds twee jaar zijn er steeds vaker vergoedingsmogelijkheden vanuit het aanvullende pakket van de zorgverzekering van de mantelzorger,” zegt Verduijn.
Praat met elkaar over latere zorg
De toekomst van mantelzorgers wordt ondersteund door een mix van technologische innovaties, zoals AI, en persoonlijke initiatieven zoals Saar aan Huis, die beide bijdragen aan het verlichten van hun taken. Maar de toekomst van mantelzorg vraagt niet alleen om technologische of institutionele veranderingen; het vraagt ook om persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid. “Ga met je omgeving in gesprek over de manier waarop je ouder wilt worden,” adviseert Broese van Groenou. “Dit soort gesprekken maakt de mantelzorg in de toekomst eenvoudiger.”
Door tijdig na te denken over de verdeling van zorgtaken en de wensen rondom ouder worden, wordt de zorg beter afgestemd op persoonlijke behoeften en neemt de druk op mantelzorgers af. Broese van Groenou benadrukt hierbij dat mantelzorg een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. “We moeten de zorg met z’n allen dragen om het voor de toekomst houdbaar te maken.”
Eindredactie door Tijmen Koppelaar