Een AI-advocaat die je huurcontract ontcijfert, een model dat je emoties herkent of een geoptimaliseerde AI-avatar als vriend of echtgenoot: sinds de lancering van ChatGPT nam het aantal AI-modellen en het gebruik daarvan fors toe. Volgens onderzoeksbureau GfK gebruikte ruim 1,5 miljoen mensen in Nederland digital chatbots vier maanden na de lancering van ChatGPT. “Kunstmatige intelligentie is inmiddels zo populair geworden dat het vanuit duurzaamheidsperspectief problematisch kan worden,” vertelt Luís Cruz.
Is kunstmatige intelligentie duurzaam?
“De ecologische voetafdruk van kunstmatige intelligentie wordt vaak onderschat. Een AI-model moet voor de lancering getraind worden en dit kost veel energie. Als we ChatGPT als voorbeeld nemen, dan kost het trainen van een eerste versie ruim 500 ton aan CO2-uitstoot. Ik reken dit getal meestal om naar de afstand die een auto aflegt: de uitstoot van één trainingsronde staat gelijk aan duizend auto’s die een afstand rijden van 1000 kilometer. Na deze trainingsronde volgen er ook nog updates, die elk dezelfde hoeveelheid aan CO2 verbruiken. Daarnaast vreet het gebruik van een AI-tool ook energie. Volgens onderzoek verbruiken we een halve liter water nadat er dertig interacties hebben plaatsgevonden met digitale chatbots, zoals ChatGPT.”
Hoe kan het gebruik van kunstmatige intelligentie invloed hebben op het verbruik van water?
“De halve liter water waar ik het over heb, wordt gebruikt om de servers in datacentra af te koelen. ChatGPT, als voorbeeld, draait ook op zulke dataservers. Na dertig interacties hebben deze servers verkoeling nodig. Doordat het water eenmalig gebruikt wordt, verspil je dus een halve liter water na dertig interacties op ChatGPT.”
Toch lijkt een halve liter water niet zoveel?
“Dat klopt. Je verbruikt ook een halve liter water wanneer iemand zijn handen wast. Toch zijn deze dertig interacties het probleem niet. Momenteel zijn er veel modellen en websites die draaien op kunstmatige intelligentie, zonder dat de gebruiker daarvan af weet. Hierdoor vinden er dus meer interacties plaats dan dat wij nu denken. Het aantal interacties per minuut loopt daardoor snel op tot dertig. Dit betekent dat je op sommige websites of via sommige AI-modellen en halve liter water verspilt per minuut. Veel mensen zijn zich nu niet bewust dat de efficiëntie van kunstmatige intelligentie wordt afbetaald met een aanzienlijk grote ecologische voetafdruk.”
Hoeveel van deze datacentra staan in Nederland?
“Het specifieke aantal weet ik niet, maar er zijn er ongeveer 300 in Nederland. Zo’n 500 meter van mij vandaag ligt er ook een, naast de TU Delft. Nederland is erg aantrekkelijk voor datacentra. Er is een goed functionerend internetnetwerk en betrouwbare energieleveranciers. De meeste landen hebben minimaal één datacentrum.”
Zijn er ook nog andere factoren van invloed op de ecologische voetafdruk van kunstmatige intelligentie?
“Het is een redelijk technisch verhaal, maar naast waterverbruik is er ook sprake van E-waste. De meeste AI-modellen draaien niet op hardware dat ouder is dan twee tot drie jaar. Hierdoor wordt er momenteel veel geïnvesteerd in nieuwe hardware, waardoor ouder, maar nog steeds functionerende hardware, op de afvalstapel beland. Doordat onderdelen van hardware veel carbon bevatten, is de ecologische voetafdruk hiervan groot. Dit noemen we ook wel E-waste, in jargon. Ook wordt er door veel bedrijven hardware aangeschaft dat qua capaciteit overbodig is. Zo draait sommige hardware op 100 procent, terwijl een AI-model maar 20 tot 30 procent nodig heeft. Dit is inefficiënt.”
Was E-waste ook niet al een fenomeen voor de lancering van AI?
“Deels wel. De technologiesector werkt met vlagen van innovatie. Het begon ooit met kwantum computing, ofwel computers. Daarna volgde er een digitale transitie van het internet. En nu hebben we AI. Doordat de ontwikkelingen in de techsector snel gaan en bedrijven voorop willen lopen, investeert de sector veel geld in nieuwe en innovatieve modellen. Ook in het bedrijfsleven is er sprake van FOMO. Iedereen wil toonaangevend zijn. Hierdoor ontstaat er een enorme versnippering van verschillende AI-modellen die qua infrastructuur op elkaar lijken, maar onderling met elkaar concurreren. Dit resulteert in een enorm hoog energieverbruik. Daarnaast investeren veel bedrijven in kunstmatige intelligentie, terwijl de efficiëntie er niet op vooruit gaat.”
‘Ook in het bedrijfsleven is sprake van FOMO’
Zijn er ook manieren waarop kunstmatige intelligentie kan bijdragen aan duurzaamheid?
“Die zijn er zeker, ik praat nu echt over de donkere kant van AI. Kunstmatige intelligentie is veelbelovend in andere facetten. Zo zijn er bepaalde modellen die juist zijn ontwikkeld om een bijdrage te leveren in het onderzoek naar energie-efficiëntie. Maar er zijn altijd twee kanten aan ieder verhaal. Kunstmatige intelligentie is een nieuwe technologie, dus er is nog weinig over bekend. Het AI-netwerk kan momenteel efficiënter en democratischer ingericht worden. We streven naar groene AI en transparante communicatie. We willen dat iedereen een beslissing kan maken op basis van informatie over de ecologische voetafdruk van AI.”
Is er een oplossing voor de grote ecologische voetafdruk van AI?
“Er is natuurlijk nooit één oplossing. Het gaat nu vooral over een verandering van de instelling en mentaliteit van programmeurs. Dit begint bij educatie. Aan de TU Delft hebben we nu een programma lopen dat onderzoek doet naar groene AI. De resultaten presenteren we ook aan onze studenten. Zo hopen we dat de volgende generatie programmeurs ook rekening houdt met de ‘groene kant’ van AI.”
Eindredactie door Isa Martens