Marc Chavannes overleed gisteren op 77-jarige leeftijd. Dit stuk verscheen eerder op RedPers.nl op 30 maart 2023.
Je zou het een barst in het Nederlandse zelfbeeld kunnen noemen. “De Nederlandse overheid heeft deze eeuw nog niets substantieels tot stand gebracht”, betoogde Bernhard ter Haar, oud-topambtenaar voor onder ander het ministerie van Sociale Zaken en het ministerie van Financiën, in april 2022 op zijn blog. Een ernstige constatering, zeker uit de mond van een man die al zo’n dertig jaar werkzaam is voor de rijksoverheid. Zijn woorden werden gretig gedeeld in de pers, op sociale media en in ambtenarenkringen.
Maar eigenlijk is die aandacht mosterd na de maaltijd, want dat de Nederlandse overheid steeds minder competent is, is een gevoel dat al langere tijd leeft onder grote groepen burgers in de samenleving. Steeds meer burgers verliezen het geloof dat we in Nederland nog in staat zijn grote problemen op te lossen, blijkt uit statistieken van het CBS. Bestuurlijke incompetentie speelde een belangrijke rol in de verkiezingen. Zo peilde Ipsos als voornaamste factor voor een tegenstem onder burgers de “onbekwaamheid van ministers”.
Kaalslag
Verrassend is dat niet, vindt Marc Chavannes, politiek journalist voor De Correspondent. “Door het marktdenken en het bijbehorende privatiseren van publieke diensten heeft de overheid vanaf de jaren 80 haar eigen falen georganiseerd. Ze hebben ambtenaren met kunde en kennis afgestoten en zijn vergeten het publieke belang te dienen. We zijn nu in een fase beland waar we de brokken van die kaalslag aan het oprapen zijn.”
‘I told you so’
Chavannes, inmiddels vijftig jaar werkzaam als journalist, vertelt dit bij een kop koffie in een Haags café. Directe aanleiding voor ons gesprek is Chavannes’ boek Niemand regeert, de privatisering van de Nederlandse politiek. Een treffende titel voor het huidige, door crises getergde Nederland, dacht ik, toen ik een exemplaar zag liggen in een Leidse boekenwinkel. Tot mijn verbazing bleek dat het boek in 2009 al gepubliceerd werd. Chavannes: “Ik heb toen lang getwijfeld of die titel niet te radicaal was, maar kwam tot de conclusie dat hij wel de lading dekte. Nu kijken we er niet meer op van zo’n kwalificatie.” Veertien jaar geleden waarschuwde hij al hoe de politieke keuzes van toen, in de toekomst ongetwijfeld tot ‘teleurstellingen’ zouden leiden. Nu moet hij zich regelmatig inhouden om geen “I told you so” op te schrijven zodra er een nieuwe bestuurlijke crisis uitbreekt.
Gemanagede overheid
Zomaar een voorbeeld, over de privatisering van de energiesector. “Leuk als iedereen in de Europese Unie meedoet. Zolang de meeste andere landen grote energiebedrijven hebben die leidingen bezitten én energie opwekken en verhandelen, maakt een klein land zich nog kleiner door te splitsen”, schrijft hij, in 2009 dus. Toen ik het las moest ik direct denken aan toenmalig minister Rob Jetten die eind 2022 klaagde dat hij voor het realiseren van het Nederlandse prijsplafond met wel zestig energiebedrijven moest onderhandelen.
‘Je zou vandaag hetzelfde boek kunnen schrijven met dramatischere voorbeelden’
Zo bevat Niemand Regeert meer onderwerpen die eigentijds voelen, maar toen al werden opgepikt door Chavannes. De Tweede Kamer die haar ‘medewetgevende taak’ verwaarloost, de gebrekkige aandacht voor de ‘uitvoerbaarheid’ van beleid, de overheid die openheid en toegankelijkheid belooft, maar het tegenovergestelde levert. “Je zou vandaag hetzelfde boek kunnen schrijven met dramatischere voorbeelden.” Chavannes noemt de toeslagenaffaire, de misstanden rond de aardbevingen in Groningen, de chaos bij de belastingdienst, waar de ICT dusdanig verouderd is dat ze de BTW op groente en fruit niet eens kunnen verlagen.
Al deze problemen vinden hun oorsprong in de jaren 80, aldus Chavannes. “Toen ontstond het idee om zaken die van oudsher aan het maatschappelijk middenveld of de overheid uitbesteed waren, zoals de zorg en de spoorwegen, aan de markt over te laten.” Daarnaast, misschien nog wel belangrijker, denkt Chavannes, “moesten de taken die de overheid nog wél op zich nam zoals de rechtspraak en de nationale politie bedrijfsmatig en efficiënt ‘gemanaged’ worden. Op die manier verloor de overheid de aandacht om te doen waarvoor zij is: het publieke belang dienen.”
Competentie ontbreekt
Het resultaat is een overheid gespeend van de competentie en kunde die nodig is om grote projecten te realiseren. “Neem bijvoorbeeld de renovatie van de Afsluitdijk. Vermarkting heeft een gebrek aan kennis opgeleverd, waardoor Rijkswaterstaat te zeer afhankelijk is van marktpartijen om de renovatie uit te voeren. Nu bleek dat Rijkswaterstaat de opdracht verkeerd had geformuleerd, omdat ze niet genoeg van watergetijden en golfhoogtes afweten.” Het gevolg is jaren vertraging en bijna een miljard euro aan extra kosten, onthulde De Volkskrant in mei 2022 al.
Niemand regeert, en daar zijn grote groepen burgers klaar mee
Opvallend is dat het marktdenken in Nederland zonder wezenlijke discussie werd geïntroduceerd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland waar Chavannes correspondent was ten tijde van de grote privatiseringsgolven onder Thatcher. “Lubbers verkocht het als no-nonsense beleid. De Kamer bracht amper weerwoord. Op de achtergrond speelde nog dat het zogenaamd ‘moest van Europa’, wat onzin was want in andere EU-landen zoals Frankrijk moesten ze er niet aan denken om bijvoorbeeld energiebedrijven te privatiseren.” Die neiging om te doen alsof bepaalde beleidsveranderingen onvermijdelijk zijn, terwijl er daadwerkelijk keuzes gemaakt worden, noemt Chavannes het typisch Nederlandse “vernevelen van verantwoordelijkheid”. Niemand regeert, in andere woorden, en daar zijn grote groepen burgers klaar mee.
Mark Rutte is hier heer en meester in, aldus Chavannes. “Zodra Rutte zegt: ‘Ik neem verantwoordelijkheid’, dan weet jij dat hij beseft dat hij eigenlijk verantwoordelijkheid zou moeten nemen, maar het niet doet.” Hij noemt Ruttes optreden op de dag dat het rapport over de aardbevingen in Groningen verscheen, toen de premier vakkundig alle vragen van journalisten over zijn verantwoordelijkheid wist te omzeilen. “Dezelfde dynamiek speelt ook rond stikstof en de toeslagenaffaire. Dat is funest voor het vertrouwen.”
ADHD-bestuur
Toch lijkt er wat te kantelen, ziet Chavannes, zij het halfslachtig. De overheid wil weer wat, het marktdenken wordt – althans in woorden – losgelaten. Nederlanders moeten het vertrouwen krijgen dat de overheid het vermogen heeft om uit te voeren wat zij belooft, was de algemene teneur van het coalitieakkoord. “Maar een antwoord op de vraag ‘Hoe komt het dat de overheid niet meer levert?’ ontbreekt, want dat kunnen en willen de coalitiepartijen niet toegeven, omdat zij daar zelf verantwoordelijk voor zijn. Een overkoepelend verhaal waarin het eigen falen wordt erkend is er niet.”
En dus kun je de overwinning van BBB ook als een kans zien, zegt Chavannes. “BBB is een stormram. Als Caroline van der Plas de mogelijkheid ziet om redelijk te zijn en zich niet laat verleiden door radicaal-rechtse geluiden en de belangen van agrolobby, dan kan BBB de rol spelen van de vergeten burger, die weer verlangt dat de overheid het publieke belang dient. Ik denk dat heel veel boeren best begrijpen dat het anders moet. Het zou mooi zijn als het kabinet door haar overwinning zou erkennen dat het op het gebied van landbouw te lang op ‘onvermijdelijke’ schaalvergroting en groei heeft aangestuurd en inziet dat de overheid weer humaan en competent moet worden.”
Maar eigenlijk is er meer nodig, want de problemen spelen breder dan alleen binnen de coalitie. De Tweede Kamer gaat evenmin vrijuit. “Daar is de toeslagenaffaire een goed voorbeeld van. Kamerleden als Pieter Omtzigt en Renske Leijten die daar terecht vroeg op zaten, en goed werk geleverd hebben, eisen nu voortdurend acute maatregelen, waardoor ze met de beste bedoelingen de belastingdienst nog verder overhoop gooien en oplossingen verder uit zicht raken. Dat is symptomatisch voor het ADHD-bestuur van de Kamer.”
Revolutie
Chavannes kan zich daarom goed vinden in de constatering van minister van Staat Herman Tjeenk Willink dat ‘de politiek niet bij machte is op eigen kracht te veranderen’. “Een revolutie van onderop. Dat is waar hij in zoveel woorden toe oproept. Dat is zéér radicaal, en omdat hij zo keurig is herkennen we het niet als zodanig. Maar zorgmedewerkers, docenten, UWV-ambtenaren moeten de handen ineen slaan en zeggen: op deze manier kunnen wij niet het publieke belang dienen. Rechters hebben geprobeerd aandacht te vragen door een manifest te schrijven en een mars in toga te lopen, maar dat is niet genoeg. Ze zouden gewoon een maand geen vonnissen moeten wijzen. Én uitleggen waarom, in de talkshows, in gewonemensentaal.”
Dat zal niet makkelijk zijn, erkent Chavannes, want juist van ambtenaren wordt verwacht dat ze ‘politiek sensitief’ zijn, en dus het “politieke, in plaats van het publieke belang dienen. Daarnaast speelt ook nog dat mondige ambtenaren weggestuurd worden, zoals Sandra Palmen, die vroeg aan de bel trok over de toeslagenaffaire. Ambtenaren moeten daarom in zulken getale aangeven dat het zo niet verder kan, dat ze niet als individueel target weggestuurd kunnen worden.”
Zoek een plek waar je kunt opkomen voor het publieke belang
Burgers, die inmiddels in groten getale het gevoel hebben dat het de verkeerde kant op gaat, kunnen hier ook een rol in spelen. “Geen toeschouwersdemocratie, maar een meedoe-democratie.” Zoek een plek waar je kunt opkomen voor het publieke belang, adviseert Chavannes, “de gemeenteraad, de provincie, of gewoon in je wijk, en maak jezelf nuttig.” Dat is tijdrovender dan bijvoorbeeld de straat op gaan, wat ook een belangrijke agenderende rol heeft, erkent Chavannes, “maar het moet óók binnen de instituties.”
En Chavannes zelf, die al jaren over dezelfde problematiek schrijft zonder dat er iets wezenlijks lijkt te veranderen? Wat maakt dat hij doorgaat met “stukjes schrijven”? Chavannes, lachend: “Dat nog niet alles is opgelost. Ik heb niet de pretentie dat mensen mijn stukken lezen en alles vanzelf beter wordt, maar ik zie mijn rol in beschrijven van de realiteit: wat er gebeurt, hoe dat komt, en soms, wat de consequenties zijn. Mijn drijfveer is democratie, dat vind ik iets waanzinnigs. Daar moeten we verdomd zuinig op zijn.”
Marc Chavannes (1946 – 2024) was ruim vijftig jaar journalist. Hij studeerde rechten in Leiden en journalistiek in New York. Hij begon zijn loopbaan bij NRC waar hij achtereenvolgens als cultuur-redacteur, politpolitiek verslaggever, correspondent in Londen, Parijs en Washington en adjunct- en plaatsvervangend hoofdredacteur werkte. Sinds 2015 werkte hij aan een politiek dagboek voor De Correspondent.