Als belangrijkste christelijke stroming voortkomend uit de Reformatie trok het calvinisme diepe sporen in de Nederlandse cultuur. Tot voor kort was het de bril waardoor het leven werd bekeken, vertelt Janneke Stegeman theoloog en docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam: “Het vertelde je hoe je met alles moest omgaan: van opvoeding tot bezit, van relaties tot tijd.”
Hoewel Nederland steeds meer atheïstisch wordt, blijven de calvinistische waarden nut, efficiëntie en controle zo diep verweven in wat we ‘typisch Nederlands’ noemen dat ze niet zomaar verdwijnen. Onze drang tot plannen komt voort uit het idee dat de verantwoordelijkheid in het calvinisme bij het individu lag: jij moest zorgen dat je leven nuttig en deugdzaam was. Bovendien kende het calvinisme een economische blik, want tijd is geld. Die logica kleurt tot op de dag van vandaag onze omgang met de klok. Stegeman herkent dat in haar eigen leven: “Ik ben zelf niet zo goed in plannen, maar houd wel de verwachting dat ik dat wel zou moeten zijn.”
In de traditie van vroomheid werd ‘druk zijn’ een stil statussymbool. Geen gouden kettingen om te laten zien dat de handel goed ging, maar simpelweg kunnen antwoorden dat je druk was, liet net zo goed zien dat het je voor de wind ging. Luiheid daarentegen gold als het grootste kwaad. ‘Ledigheid is des duivels oorkussen’ luidt het spreekwoord: wie zich overgeeft aan nietsdoen, opent de deur voor het kwaad.
Onder het toezicht van de zuil
In de tijd van de verzuiling liet de calvinistische gemeenschap weinig momenten onbenut. Was je niet in de kerk, dan ging je naar een jeugdvereniging, een mannenkoor of een huisvrouwenkring. Stegeman: “Je kunt je afvragen of er in de calvinistische logica wel zoiets als vrije tijd bestond. Die momenten moesten ook productief zijn: dienstbaar, je potentie benutten, bijdragen aan de gemeenschap.”
Dienstbaarheid in de verzuiling was niet enkel onbaatzuchtig, zoals we vaak geloven
Die overtuiging had ook invloed achter de voordeur. Daar gold namelijk hetzelfde ideaal van orde en gematigdheid. Onze grote ramen worden gezien als een overblijfsel van sociale controle uit die tijd: een uitnodiging voor de buren om te zien dat alles binnen de perken bleef. De kringverjaardag is daar het levende erfgoed van: gezellig, maar nooit te laat, nooit te veel.
Van gemeenschap naar je persoonlijke B.V.
Hoe we onze vrije tijd indelen, laat zich nog steeds rijmen met calvinistische logica. Ben je vrij, dan zijn er goede en slechte manieren om die tijd te vullen: een cursus of een boek biedt persoonlijke ontwikkeling, doelloos scrollen niet. Zelfs in onze vriendschappen duikt die logica op. We koken samen om kosten en moeite te delen, we sporten samen om gezondheid en sociaal contact te combineren. We zijn blij met onze vriendschappen, maar onaangekondigd aanbellen doen we niet.
Status meten we nog altijd af aan agenda’s, al is de graadmeter verschoven. Het turen langs gordijnen is ingeruild voor scrollen op sociale media. Volgens Stegeman mag de gemeenschapszin van de verzuiling verdwenen zijn, de sociale controle leeft springlevend voort. Sterker nog, we vergelijken ons tegenwoordig op meer punten dan ooit. “Vroeger hield niemand zijn eiwitinname bij,” aldus Stegeman.
Stegeman is kritisch op het idee dat we ons vroeger inzetten voor de gemeenschap en nu alleen nog voor onszelf. Dienstbaarheid in de verzuiling was niet enkel onbaatzuchtig, zoals we vaak geloven: bijdragen aan de gemeenschap was óók een investering in je eigen hemel. Stegeman: “Vandaag noemen we het je persoonlijke B.V. runnen, toen heette het vroomheid.” In beide gevallen draait het om hetzelfde: jezelf bewijzen binnen het systeem.
De hardnekkige erfenis
Intussen groeit er ruimte voor twijfel. Nu de religieuze onderlaag is verdwenen en vooral het gedrag is blijven hangen, vragen meer mensen zich af of ze hun vrije tijd nog wel zo strak willen plannen. Volgens Stegeman is het goed dat die vragen gesteld worden. Niet iedereen floreert in een arbeidscultuur waarin output de maat der dingen is. “Mensen hebben weer meer behoefte aan gemeenschap: niet de hele tijd in je eentje bezig zijn met je scorelijst, maar samen ergens aan bijdragen.”
Nieuwe generaties vinden ongetwijfeld eigen manieren om tijd opnieuw vorm te geven. Stegeman verwijst als filosofisch alternatief naar Kairos van Joke Hermsen, die pleit voor een kijk op tijd die je niet beheerst, maar waarin je je laat meevoeren. Stegeman voorspelt dat daar aanvankelijk met argwaan naar gekeken zal worden: “Wat moet er dan nog van dit productieve land komen?”
Misschien is dat de hardnekkigste erfenis van het calvinisme: vrije tijd zien als een opdracht die vervuld moet worden. Die invulling is aan jou, maar de druk om er iets van te maken blijft. Hoe seculier we onszelf ook vinden, het zal nog wel even duren voor we die oude kijk op tijd echt van ons afschudden.
Eindredactie door Evi Verleije
Emmalotte Smit (zij/haar, 26) ontpopt met haar journalistiek de tijdsgeest: waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Haar nieuwsgierigheid naar wat mensen beweegt leidde haar zowel naar de journalistiek als naar haar werk in gedragsverandering en inclusie in organisaties. In 2026 verschijnt haar boek ‘Micro-momenten’. |