Waarom een goed boek schuurt: Ronald Giphart over de verpreutsing van de samenleving

Beeld: Bas Loosekoot

12 maart 2025, 11:00

Afwijken van de seksuele norm: in de jaren ’70 doodnormaal, maar inmiddels verworden tot taboe. Schrijver Ronald Giphart ziet de verpreutsing van de samenleving met lede ogen aan. Redacteur Tibbe Jonker gaat met hem in gesprek over seksualiteit, generatieverschillen en de rol van literatuur.

Door:

Leestijd:

4 Min

Ronald Giphart (59, hij/hem) kan zijn enthousiasme moeilijk verhullen als hij vertelt dat hij een paar weken geleden de band Amyll and the Sniffers zag. “Het is een Australisch punkbandje. Zij is een enorme loudmouth: geblondeerd haar, plat, spuugt op de grond terwijl ze aan het zingen is. Laat af en toe haar borsten aan de zaal zien.” Tijdens een telefoongesprek wordt duidelijk dat ook zijn eigen werk best een beetje mag schuren: seksuele taboes schuwt hij niet. Hij merkt op dat de samenleving in de loop der tijd op alle fronten preutser is geworden. Toen hij begin jaren ’90 begon met schrijven was dat echt anders, zo blijkt.

Generatie Nix

Het gezin waarin Giphart in de jaren ’70 opgroeide was allesbehalve preuts. Zijn ouders beschrijft hij als trotse leden van de Nederlandsche Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH), een club die streed voor het bespreekbaar maken van voorkeuren en geaardheden. Op de keukentafel lag het verenigingsblad Sextant open op de keukentafel. Zijn ouders rekent hij tot de babyboomgeneratie en hij vertelt dat generaties zich altijd afzetten tegen vorige generaties. “Ik stam uit een generatie waarvan de ouders zich enorm hebben afgezet [tegen hun ouders]. En hoe zet je je daartegen af? Juist, door je niet af te zetten. In Nederland werd dit de generatie Nix genoemd. Wij vinden het eigenlijk wel oké wat die generatie voor ons heeft gedaan.”

‘Wij vinden het eigenlijk wel oké wat die generatie voor ons heeft gedaan’

Niettemin vertelt Giphart dat zijn generatiegenoten in hun tienerjaren een belangrijk deel van de onbezonnenheid van hun ouders verloor. “De jaren ’80 waren een zwartgallige periode, waarin de punkers zeiden: ‘drop die neutronenbom, maak er maar een eind aan.’” De recalcitrante houding van de punkers lijkt Giphart wel te waarderen. Over zijn bezoek aan Amyll and the Sniffers vertelt hij: “Ik hoop dat die geest weer een beetje wordt uitgedragen: je rebels afzetten. Zeker met de regering die we nu hebben, moet je wel tegendraads zijn.” Een andere ontwikkeling uit die periode die Giphart aankaart, is dat er een rechtstreeks verband kwam tussen dood en seks. “Aids heeft zeker voor een bepaalde seksuele reserve gezorgd.”

Vroeger was alles beter

Na de val van de muur was volgens Giphart plotseling alles anders. “Gorbatsjov ging tot de good guys behoren, het ijzeren gordijn viel en de democratie werd in allerlei landen hersteld. Er waaide een enorm optimisme over de wereld: de jaren ’90.” Giphart ziet een parellel met de generatie van zijn ouders. “Men had een enorme open mentaliteit. Je kunt het een beetje vergelijken met de summer of love [de zomer van 1967 waarin de hippiecultuur hoogtij vierde, red.]. Er kon veel, er was geld, er waren mogelijkheden, er werden nog heel veel boeken verkocht en er was nog heel veel aandacht voor kunst. Als je het vergelijkt met het benepene milieu waar we nu in leven, waren de jaren ’90 wel echt een verademing.”

In deze periode debuteerde Giphart met Ik ook van jou (1992). Als ik hem vertel dat de hoeveelheid seks in zijn eerste boeken bij veel van mijn leerlingen weerstand oproept, verbaast dit hem niet. “Je ziet in de loop der tijd dat het op alle fronten preutser is geworden. De leeftijd waarop leerlingen seksueel actief worden, stijgt bijvoorbeeld enorm. Wat helemaal niet slecht is; ik heb hier geen mening over. Waar ik wel een mening over heb is die verpreutsing. Als nu op school leraren over seksualiteit, liefde of lentekriebels praten, is er een groep hyperconservatieve moeders die in de pen klimt om daar amok tegen te maken. En dat wordt op sociale media vervolgens enorm uitvergroot, waardoor leraren zich ook geremd voelen om over zulke onderwerpen te praten. Dit vertaalt zich ook in de boeken.”

Droog oefenen

Al snel raken we in gesprek over de schrijver Pim Lammers, die vanwege zijn korte verhaal Trainer (2016) doodsbedreigingen heeft ontvangen. Dit verhaal gaat over de intimiteit tussen een jongen en zijn voetbaltrainer. Het werd op sociale media volledig uit zijn context gerukt, nadat bekend werd dat Lammers het kinderboekenweekgedicht van 2023 zou schrijven. Uiteindelijk zag hij hiervan af. “Ik word daar ontzettend boos van. Een aantal kwaadaardige trollen heeft de boel geprobeerd te verzieken. Ik was ook ontzettend blij dat de literaire wereld op zijn bedrijf reageerde, door als een falanx [een gesloten legerformatie uit de oudheid, red.] om hem heem te gaan staan. Het is heel erg wat hem overkomen is. Hij schrijft prachtige gedichten. Prachtige verhaaltjes. Hij verdient het gewoon niet.”

Zelf heeft Giphart er geen enkele moeite mee als zijn boeken spraak maken over seksualiteit. Literatuur zou volgens hem mensen aan moeten sporen na te denken over seks. “Literatuur is een gebruiksartikel. Het is moeilijk om mens te zijn: je bent een sociaal wezen en daar ben je je pad in aan het zoeken. Door te lezen, of door films te kijken, kan je alvast een beetje zien hoe anderen dingen doen. Kun je al een beetje droog oefenen. En kun je denken: hoe kan ik me gedragen? Als leerlingen boeken lezen waar seks in voorkomt en denken ‘seks is echt verschrikkelijk’, is dat mooi, want dat legt bloot hoe ze er zelf over denken.”

‘Wat valt ons te verwijten?’

Ook zijn recent verschenen Het maakt ons allemaal niets uit (2024), dat hij samen met zijn zoon over diens coming-out heeft geschreven, heeft als doel om mensen aan het denken te zetten. In dit boek leggen ze de heteronormatieve cultuur waarin we leven bloot. In ons gesprek vertelt hij dat hij zelf ook tot nieuwe inzichten is gekomen; zo vindt hij zijn ietwat nonchalante antwoord op de coming-out van zijn zoon inmiddels kortzichtig: “Hoe je naar de wereld kijkt, is een hele persoonlijke interpretatie. En omdat het mij niet uitmaakt, betekent dat nog niet dat het Broos niet uitmaakte. Dus ik had wel veel empathischer kunnen zijn, toen hij vertelde wat zijn worsteling met hem deed. De strijd die hij daarvoor gevoerd had.”

‘Laten we nou eens een beetje gaan luisteren’

Giphart vertelt niet de enige in zijn vriendengroep te zijn die de hand in eigen boezem steekt. “Ik heb een ‘oudere heren’-appgroep met allemaal slimme, belezen oudere heren. En de algemene consensus is toch echt wel: laten we nou eens een beetje gaan luisteren, in plaats van de hele tijd onze bek een douw geven.” Op de vraag of oude witte mannen tegenwoordig niet een beetje loslopend wild zijn, omdat zij makkelijk als ‘licht ontvlambaar’ of ‘vies’ worden weggezet, reageert hij: “Ik vind dat oudere heren een beetje gepast hun mond mogen houden eigenlijk. En wat we ons, in onze chatgroep van oude witte mannen, afvragen is: wat valt ons te verwijten? Hoe gaan wij met de homoseksualiteit van anderen om? Wat doen wij aan paarse vrijdag? En hoe kunnen wij als hetero’s een vuist maken tegen homofobie? Ik zie in mijn bubbel dat er hier inmiddels wel meer en dieper over na wordt gedacht.”

Eindredactie door Madelief Wapenaar

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Lees ook:

Zoeken

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.