Auke (zij/haar, 24), Tuur (hij/hem, 21) en Ben (die/diens, 38) zijn polyamoreus, wat betekent dat ze open staan voor meerdere intieme relaties tegelijk. Deze levensstijl kan er op verschillende manieren uitzien. Auke vormt samen met haar vriendengroep een ‘polycule’, een netwerk van onderling verbonden relaties, waarin ze verschillende seksuele en emotionele connecties heeft. Buiten deze groep heeft ze nog een andere intieme connectie. Ben legt uit dat het discutabel is hoeveel partners die momenteel heeft, maar heeft momenteel drie mensen met wie die een band heeft die anderen zouden bestempelen als ‘relatie’. Tuur begon op zijn zeventiende een polyamoreuze relatie, waarin hij nu nog steeds zit. Anderhalf jaar later ontmoette hij zijn tweede partner. Zijn partners zijn beste vrienden en hebben zelf ook andere relaties.
Hoe zijn de polyamoristen begonnen met polyamorie?
Ben voelde zich al diens hele leven polyamoreus, maar had er lange tijd geen woorden voor. Op diens zeventiende kreeg die diens eerste monogame relatie, maar werd al snel verliefd op iemand anders. “Mijn gevoelens voor jou zijn niet veranderd,” vertelde die diens toenmalige vriendin. Zij geloofde niet dat verliefd zijn op meerdere mensen mogelijk was en maakte het uit. In drie opeenvolgende relaties liep die tegen hetzelfde aan. Daarna heeft Ben acht jaar lang een monogame relatie gehad met iemand die geloofde in het idee van één soulmate. “Ik heb mezelf ervan overtuigd dat ik dat ook geloofde, om maar gelukkig te zijn,” vertelt die. Pas in 2018, toen die iemand ontmoette die openlijk polyamoreus was, vielen de puzzelstukjes op zijn plaats.
‘Ik heb vrienden met wie ik al lang close ben, en in romantische relaties werkt dat voor mij hetzelfde.’
Ook Auke ontmoette vijf jaar geleden iemand die niet exclusief wilde zijn. Op de middelbare school en in het begin van haar studententijd heeft ze wel monogame relaties gehad, maar zo ontdekte ze polyamorie. “Ik word verliefd op verschillende mensen en heb meer behoefte aan liefde en intimiteit dan in een monogame relatie gebruikelijk is,” vertelt ze. Ook Tuur vertelt dat het voor hem onlogisch zou voelen om monogaam te zijn. “Ik heb niet actief op een dag gekozen, ik ga dit doen: ik besloot gewoon om mij open te stellen.”
Welke betekenis geven de polyamoristen aan hun levensstijl?
Nadat Ben besloot om polyamoreus te leven ervaart die liefde zonder de druk dat één persoon aan al je behoeftes moet voldoen. In plaats daarvan vindt die bij verschillende mensen wat die nodig heeft. Die beschouwt het wel als een voorwaarde dat er met elke partner goede afspraken worden gemaakt, zodat iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt. Voor Tuur betekent polyamorie dat je meerdere diepe banden met mensen kunt hebben, zonder dat die elkaar uitsluiten. Hij ervaart zijn relaties net zo intens als vriendschappen. “Ik heb vrienden met wie ik al lang close ben, en in romantische relaties werkt dat voor mij hetzelfde.”
In tegenstelling tot Ben en Tuur heeft Auke fundamentele kritiek op monogamie. Volgens haar gaat monogamie vaak gepaard met elkaar dingen opleggen. “Je mag dit niet doen op een feestje, of er wordt impliciet verwacht dat je meegaat naar kerst met de schoonfamilie.” Zij ziet dit als een vorm van autoritair gedrag. Daarnaast ziet ze dat machtsverhoudingen in veel relaties een rol spelen, waarbij in hetero relaties mannen meer regels aan hun vriendin opleggen dan andersom. “Dat vinden we normaal in onze cultuur en het gebeurt in bijna elke relatie.” Ze gelooft dat veel mensen dit niet durven te onderzoeken, omdat deze machtsverhoudingen zo diep zijn geworteld in de samenleving. “Het is bijna een vorm van activisme om te leven zoals ik dat doe,” zegt ze. “Het gaat in tegen de normen van de maatschappij.”
Welke vooroordelen en misvattingen komen polyamoristen tegen?
Toen Tuur op zijn zeventiende aan zijn omgeving vertelde over polyamorie, reageerde zijn directe omgeving daar goed op. Toch merkte hij in het begin dat veel mensen zijn polyamoreuze levensstijl niet zo goed begrepen en zijn relaties minder serieus namen. Ook valt hem een gebrek aan kennis en representatie op. “Soms zou ik het wel fijn vinden als er meer wordt gepraat over uitdagingen waar je tegenaan loopt.”
Ook Ben krijgt vaak te maken met de misvatting dat diens relaties minder serieus zijn of dat er minder commitment is. Een ander veelvoorkomend vooroordeel is dat polyamorie voor die slechts een excuus zou zijn om veel seks te hebben. “Er wordt vaak gedacht dat ik drie relaties heb van 30%, in plaats van drie van 100%,” zegt die. Ook wordt er vaak gedacht dat vreemdgaan binnen polyamorie niet mogelijk is. “Ik denk dat je in elke gezonde relatie moet uitspreken wat vreemdgaan is, in een poly relatie ben je er alleen wat bewuster mee bezig,” legt die uit. In al diens relaties zijn er basisafspraken, zoals het bespreken van onveilige seks en de afspraak om emotionele diepgang met eventuele nieuwe partners te bespreken.
Zijn er juridische obstakels waar polyamoristen tegenaan lopen?
De Nederlandse wetgeving biedt weinig ruimte voor polyamorie: je kunt slechts met één persoon een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan. Ben ervaart verschillende juridische en administratieve obstakels. Mocht die in het ziekenhuis komen te liggen en zelf niet meer in staat zijn om beslissingen te nemen, dan zou die willen dat al diens partners medische volmacht hebben. Ook bij overlijden zouden zij zeggenschap moeten krijgen over diens erfenis en begrafenis. “Het huwelijk is niet iets waar ik veel waarde aan hecht, maar het is wel een makkelijke manier om dingen wettelijk te regelen.” Polyamoristen moeten elk aspect laten vastleggen bij een notaris, wat niet alleen ingewikkeld is, maar ook veel geld kost. Daarnaast zijn notarissen volgens Ben vaak oudere, witte mannen; niet bepaald de meest open-minded groep als het gaat om alternatieve relatievormen.
‘Ik houd ontzettend veel van mijn partners, dus als er iets gebeurt dan raakt dat mij niet minder dan iemand die één relatie heeft.’
Ben vertelt dat diens tweejarige relatie gesneuveld is door wetgeving. Tijdens de coronaperiode verbleef diens toenmalige partner, die geen volledig Nederlands staatsburger was, in Engeland. De enige manier waarop ze elkaar konden zien was via partnerwetgeving. “We moesten een clausule ondertekenen waarin we verklaarden exclusief te zijn,” legt Ben uit. “Dat waren we niet en ik had ook geen zin om tegen de Nederlandse overheid te liegen.” Uiteindelijk zorgde de afstand ervoor dat de relatie stukliep.
Ben geeft meer voorbeelden van juridische obstakels zoals het recht op verlof bij het overlijden van een partner. “Dat is er gelukkig nog nooit van gekomen, maar stel je voor,” zegt die. “Als een van mijn partners overlijdt, heb ik dan recht op rouwverlof? En wat als later een andere partner overlijdt?” Ook bij verlof voor medische noodgevallen blijft de situatie onduidelijk. Werkgevers geven hier vaak geen concreet antwoord en lijken Ben niet altijd te begrijpen. “Ik houd ontzettend veel van mijn partners, dus als er iets gebeurt dan raakt dat mij niet minder dan iemand die één relatie heeft.”
Ook het krijgen van kinderen brengt uitdagingen met zich mee. Tuur wil in de toekomst graag vader worden. Hij wil dit waarschijnlijk in een netwerksituatie doen waarin meerdere ouders een kind opvoeden, maar ziet dat dit juridisch gezien erg ingewikkeld is. In Nederland kan een kind maximaal twee wettelijke ouders hebben, wat betekent dat de verantwoordelijkheid en juridische vertegenwoordiging niet door meer dan twee mensen kan worden gedeeld. “Het speelt op dit moment niet in mijn leven, maar ik denk daar wel over na,” zegt Tuur. Ook Auke ziet zichzelf in de toekomst als ouder in een netwerksituatie. “Woongroepen worden vaak geassocieerd met seks, hippies en mensen die constant naakt rondlopen, en dat zou dan slecht zijn voor kinderen,” vertelt ze lachend. Zij gelooft dat woongroepen juist een sterk vangnet en een veilige, warme omgeving bieden om op te groeien. Daarnaast merkt ze dat meeroudergezinnen nog lang niet genormaliseerd zijn op scholen of de kinderopvang. “Het zou fijn zijn als er niet vreemd wordt opgekeken als drie of vier ouders samen naar een oudergesprek komen.”
Eindredactie door Tibbe Jonker