Het zachte getik van wandelstokken en het geratel van rollators op het Waterlooplein in Amsterdam verraden wat er staat te gebeuren vanavond: de opera speelt. Bij de ingang staat een mevrouw met een handgeschreven bordje twee kaartjes te verkopen. Iets dat meer doet denken aan de taxistandplaats van een festivalterrein dan aan een chique entree. De milde geur van lavendel bevestigt dat dit wel degelijk de juiste ingang is. Eenmaal in de zaal is vanaf de achterste rij goed uitzicht op de honderden grijze bolletjes die het publiek vormen. Late binnenkomers worden schuifelend begeleid naar hun plaats. Het geroezemoes verstomt. Het schouwspel kan beginnen.
Klassieke melodieën zijn overal
Aan klassieke muziek, opera en ballet kleeft een stoffig imago. Om het percentage grijze bolletjes in het operapubliek te laten afnemen, zetten verschillende organisaties zich in om jongeren te enthousiasmeren voor de wereld van de schone kunsten. Zo laat de Reisopera groepen van alle leeftijden nauw kennismaken met de opera, door hen alle elementen achter de productie te laten zien, voelen en ervaren.
“De jeugd heeft vaak het idee dat de opera saai is,” vertelt Claudia de Clercq (55). Hoewel ze als sopraan van alle markten thuis is, wordt ze nog altijd ingeleid als operazangeres. Die stempel draagt volgens haar bij aan het stoffige imago. “Klassieke melodieën hoor je overal, van de club tot het voetbalstadion, maar de mensen hebben daar geen idee van. Onbekend maakt onbemind.”
‘Ons belangrijkste doel is om een zaadje te planten voor later’
Ben Coelman (61), hoofd educatie bij de Reisopera, benadrukt het belang van kennismaken met het onbekende. “Door jongeren zelf te laten ervaren wat er allemaal bij muziektheater komt kijken, breng je ze in contact met een onderbelicht deel van de kunstwereld.” Volgens Coelman ligt het niet voor de hand dat 14-jarigen uit zichzelf naar de opera gaan, omdat dit buiten hun belevingswereld valt. Hij onderstreept dat een vroege introductie daarom cruciaal is. “Ons belangrijkste doel is om een sleutelervaring te creëren, om een zaadje te planten voor later.” Coelman hoopt dat jongeren hierdoor in de toekomst zelf de keuze voor de opera maken.
Opera in een nieuw jasje
De meeste operavoorstellingen zijn gebaseerd op eeuwenoude verhalen. De Clercq erkent dat jongeren deze verhalen vaak niet kennen en deze hen daardoor minder aanstaan. Hoewel de Nationale Opera, met onder andere kortingen van wel 75 procent, zijn best doet om jonge toeschouwers te trekken, blijft het aandeel van onder de 35 jaar steken op ongeveer 16 procent. Om steeds te blijven vernieuwen, steken ze bekende stukken in een nieuw jasje. “Dit werkt zeker niet altijd,” zegt de Clercq. “Dat kan het verhaal een stuk onbegrijpelijker maken.” In Le Lacrime di Eros tracht regisseur Romeo Castellucci het ontstaan van de opera uit te beelden door de schone en de duistere kanten van de liefde te laten zien.
Met een mysterieus gevaarte, waar uit alle kanten ledematen steken weet Le Lacrime in ieder geval de aandacht te trekken. Na een lugubere opening – met meer liters bloed dan mensen onder de zestig in de zaal – zweven de spelers in zwierige gewaden als sluierwolken over het toneel. Lange uithalen weergalmen door de ruimte in zuiver Italiaans. Alle ogen van het publiek richten zich op het podium en willen geen enkel moment missen van het droomachtige tafereel. Het warme gevoel blijkt van korte duur zodra er een meerkoppige, mechanische seksrobot schommelend op het podium verschijnt. Een voorzichtig gegrinnik klinkt door de zaal: het schepsel lijkt in de smaak te vallen bij jong en oud.
Wel te pruimen
Interesse in nieuwe, ongewone ervaringen weerspiegelt de houding van de jeugd van tegenwoordig, volgens Coelman. Sociale media zorgen ervoor dat ze beter weten wat er op cultureel vlak te halen valt en daardoor willen de jongeren graag die nieuwe werelden verkennen. Het is echter nog een kunst om deze belangstelling daadwerkelijk naar de opera te trekken. “Toen ik een jongen hoorde zeggen dat een stuk ‘wel te pruimen’ was, wist ik dat we iets goed hadden gedaan,” zegt Coelman.
De Clercq is niet verbaasd dat de jeugd maar een klein deel van het operapubliek uitmaakt. “Dit is de duurste kunstvorm, omdat elke medewerker apart betaald wordt. Daarbij komt nog dat opera meer van de luisteraar vraagt dan ze gewend is,” zegt ze. De Clercq is ervan overtuigd dat de harmonieuze klanken heel veel kunnen opleveren. “Als je ziet hoe mensen echt even betoverd kunnen worden door klassieke muziek, dan wil je dat doorgeven aan de volgende generatie.”
‘We zijn vandaag gegaan omdat het een stuk goedkoper was dan normaal’
Het schouwspel wordt vervolgd met nog meer bloed, expliciete naaktheid en met de vele creatieve manieren die er zijn om een mens te martelen. Een jongeman verlaat zijn plaats en gaat op de trap zitten om de martelingen nog beter te kunnen aanschouwen. Afkeurend stuurt een medewerker de jongen al snel weer naar zijn stoel. Het moet allemaal wel binnen de lijntjes blijven, zoals een deftig operabezoeker betaamt. Nadat de twee hoofdrolspelers tragisch aan hun einde komen, sluit het doek. Een luid gejuich stijgt op uit de zaal.
In de foyer strijkt een opgetogen groep jongeren neer op de fluwelen stoelen. “Ik zou wel vaker naar de opera willen gaan,” zegt Rianne Smit (20). Zij en haar vrienden hebben zich flink uitgedost voor de avond. “We zijn vandaag gegaan omdat het een stuk goedkoper was dan normaal,” vertelt Smit. “Voor grotere opera’s betaal je al snel 100 euro,” voegt Niels van Popta (21) eraan toe. “Dat is het echt niet altijd waard. Deze was daarentegen leuk en makkelijk te volgen,” zegt hij. De twintigers hebben geen spier vertrokken bij het anderhalf uur durende bloedbad. Het nieuwe jasje van Le Lacrime heeft zijn vruchten afgeworpen. “Maar een hapje en een drankje waren wel lekker geweest,” besluit Smit.
Eindredactie door Tijmen Koppelaar