“Ik ben Aimée de Jongh en ik ben stripmaker, of stripauteur zou je kunnen zeggen. Mensen noemen me ook weleens striptekenaar, maar dat vind ik niet helemaal de lading dekken omdat ik ze ook zelf schrijf.” Aimée is opgeleid als animator en vertaalt maatschappelijke dilemma’s in stripverhalen. Haar graphic novels worden wereldwijd vertaald en bekroond met prijzen. Op dit moment is haar tentoonstelling ‘StoryLines’ te zien in de Kunsthal in Rotterdam.
De tentoonstelling bestaat uit verschillende werken. Met één gemeenschappelijke deler: menselijkheid en de maatschappij van nu. Zo komen onderwerpen zoals migratie, liefde op latere leeftijd en een klimaatramp in Amerika aan bod, en kreeg haar stripbewerking van het boek ‘Lord of the Flies’ een plekje in het museum.
1 + 1 = 3
Als kind schreef en tekende Aimée al veel. Haar twee passies kwamen samen toen ze begon met het schrijven van strips: “Ik vind het mooi dat het bij strips vaak 1 + 1 = 3 is. De combinatie van een goed verhaal en goede tekeningen kan het werk echt optillen naar iets nieuws, een soort totaal kunstwerk.”
Aimée hoopt dat de bezoekers van de Kunsthal erachter komen dat strips “veel meer dan Asterix & Obelix” kunnen zijn. Met een combinatie van literatuur, journalistiek en kunst hoopt Aimée meer dan alleen een verhaal te vertellen: ze wil maatschappelijke impact maken. Een graphic novel heeft een kracht die een roman zonder tekeningen niet heeft, legt Aimée uit. “Het is vaak zo dat de plaatjes je in eerste instantie in het verhaal trekken en wanneer je eenmaal aan het lezen bent, wordt het complexer.” Striptekeningen zijn heel toegankelijk, maar tegelijkertijd kun je met een graphic novel wel de diepte in en complexe onderwerpen aansnijden, legt Aimée uit.
Migratie is zo’n onderwerp: “Ik ben altijd heel geïnteresseerd geweest in migratie en de verhalen die mensen hebben. Dat zal ook wel te maken hebben met mijn eigen familiegeschiedenis. Mijn familie komt uit Nederlands-Indië, zowel mijn vaders- als mijn moederskant. Ze zijn op een gegeven moment naar Nederland gevlucht.”
Een van haar werken rondom migratie gaat over de opvang in Ter Apel. Als je in de Kunsthal langs deze strip loopt, voel je een vertraging van de tijd. “Omdat het één moment is, waarbij je in wezen gewoon rondloopt en rondkijkt in Ter Apel. Je kan met strips een moment heel lang uitsmeren of er juist voor kiezen om iets zeer snel te laten gaan. Het is vergelijkbaar met een film,” aldus Aimée.
‘De Wachtkamer van Europa’
Door haar interesse in migratieverhalen belandde Aimée, via een vriendin die vrijwilligerswerk deed, in 2017 op Lesbos. Foto’s maken in het vluchtelingenkamp mag niet, maar tekenen wel. “Ik had het gevoel dat strips echt wat zouden kunnen betekenen, juist omdat camera’s verboden waren in het kamp. Dan weet je dat er iets fout zit, dan is er duidelijk iets waarvan ze niet willen dat het naar buiten komt.”
Als grafisch journalist kan Aimée een waardevolle inkijk geven in het leven van de bewoners van het vluchtelingenkamp. “Ik merk ook dat strips heel goed werken voor dit onderwerp. Het is moeilijk uit te leggen, maar heel veel van wat ik op Lesbos zie, is zo visueel dat je er eigenlijk geen tekst meer bij hoeft te zetten, dan vertelt het beeld alles al,” aldus Aimée.
Met papier en potlood liep Aimée een week rond in het vluchtelingenkamp, tekende ze alles wat ze zag en voerde ze veel gesprekken. “Portretten tekenen is een magische manier om contact te maken met mensen.” Van iedereen die ze heeft gesproken, heeft ze een portret getekend. De portretten zijn, naast haar strip ‘De Wachtkamer van Europa’, ook in de tentoonstelling te zien. “Als je die mensen ontmoet en spreekt dan kan je er eigenlijk niks op tegen hebben dat ze naar Nederland komen. Als je hun verhalen hoort dan denk je: ‘Ja, natuurlijk ga je naar Europa’. Niet alleen hebben ze dat recht, maar ze hebben ook alle reden.”
Dit gevoel komt ook naar voren in een van haar schetsen, waarop ze heeft geschreven: ‘Ik heb lang gedacht: ‘Als iedereen zou zien wat er gebeurt op Lesbos en de erbarmelijke omstandigheden zou kennen, dan zou de migratiecrisis zó opgelost zijn.’’ Aimée bevestigt dat ze dit sterk voelde gedurende haar tijd in het kamp: “Ik probeer met mijn strips die wereld te tonen en wat begrip te creëren. Ik wil gewoon laten zien hoe het is als je daar woont, wat je elke dag doet en waar je slaapt. Dat was een beetje mijn doel, de menselijkheid tonen.”
Nog niet uitverteld
Ondanks de waarde die grafische journalistiek brengt, met name op plekken waar camera’s verboden zijn, is het geen veelvoorkomende vorm van journalistiek. Dat grafische journalistiek niet groter is, komt volgens Aimée doordat het zeer arbeidsintensief is: “Dat maakt het heel ingewikkeld om actueel te blijven. Ik denk dat veel kranten daar ook mee worstelen, dat ze het wel graag zouden willen inzetten, maar dan zou het dus moeten gaan over bijvoorbeeld langlopende conflicten of iets wat in het verleden plaatsgevonden heeft.” Ze denkt daarom dat grafische journalistiek eerder ingezet kan worden als onderzoeksjournalistiek dan als pure nieuwsberichtgeving.
Haar ervaringen op Lesbos hebben veel indruk gemaakt en waren voor Aimée een “katalysator voor al het werk dat daarna nog kwam.” Ze is afgelopen zomer teruggegaan naar Lesbos en is nu bezig met een boek over het vluchtelingenkamp. “Na die eerste reportage voelde ik: ik ben nog niet uitverteld. Het is bijna onmogelijk om niet nog een project over dit onderwerp te doen, er is nog zoveel te tekenen.” Met haar nieuwe boek over Lesbos zal ze meer de diepte in gaan en een grotere focus leggen op individuen in plaats van op het vogelvluchtperspectief. Het doel van haar strips – de wereld tonen – blijft onveranderd.
Eindredactie door Caya van der Plas