De aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs houden de gemoederen flink bezig. Sommige onderwijsinstellingen hebben vacaturestops aangekondigd en enkele opleidingen worden volgend collegejaar geschrapt. De bezuinigingen hebben mogelijk ook gevolgen buiten de collegezaal: studentensportcentra door het hele land wachten in spanning af wat de bezuinigingen voor hen gaan betekenen. Zo ook bij de ACLO in Groningen, waar dagelijks duizenden studenten komen om te sporten.
Eén van de studenten die hier regelmatig komt is Emmie van Baardewijk. Enthousiast somt ze op welke sporten ze allemaal doet: “Elke dinsdagochtend zwemmen met vrienden en af en toe spinning, zumba of bungee super fly (cardio training in een Bungee tuigje, red.).” Ook volgt ze regelmatig cursussen, bijvoorbeeld in kanoën, paaldansen en klimmen. Bij de ACLO worden meer sporten aangeboden dan er lijken te bestaan. Studenten hebben voor 60 euro per jaar onbeperkt toegang tot meer dan 100 sporten. Ter vergelijking: een gemiddeld abonnement bij een reguliere sportschool kost rond de 30 euro per maand, en het aanbod is over het algemeen een stuk beperkter. Ondanks dat het belang van toegankelijke sport voor studenten breed gedragen wordt, staat dit vanwege bezuinigingen op het hoger onderwijs onder druk.
Financiële afhankelijkheid
In Groningen wordt het sportcentrum gefinancierd door de universiteit en de hogeschool. Het gebouw is al 60 jaar oud, te klein en moet nodig verbouwd worden. De plannen liggen klaar, maar of de aanbesteding van de verbouwing ook daadwerkelijk plaats gaat vinden hangt van de onderwijsinstellingen. “Als de universiteit moet gaan schaven in de begroting kan dat ook gevolgen hebben voor de ACLO,” vertelt ACLO-voorzitter Nynke Edelman.
Ook in Utrecht wordt hard gewerkt aan de plannen voor een nieuw sportcentrum voor studenten. Het huidige sportcentrum wordt in 2028 afgeschreven en dus zou er een compleet nieuw centrum komen. Maar vanwege de aangekondigde bezuinigingen heeft de universiteit alle vastgoedprojecten tijdelijk stilgezet en dus zit ook de bouw van het sportcentrum in de wachtkamer, vertelt voorzitter van de sportraad Ruerd Kroon. Een spoedanalyse van de huidige faciliteiten wees uit dat de gebouwen hoe dan ook vernieuwd moeten worden. Of dit een nieuw centrum of een verbouwing van het oude wordt, is afhankelijk van de bezuinigen.
De bezuinigen hebben ook indirecte gevolgen voor de studentensportorganistaties. Studenten vrezen voor de komst van de langstudeerboete en worden daarom minder snel lid bij een studentenvereniging. Het vinden van nieuwe bestuurders en commissieleden wordt daardoor mogelijk moeilijker, stelt de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). Dit is al zichtbaar in de organisatie van de Batavierenrace. In deze estafetterace lopen meer dan 8000 studenten van Nijmegen naar Enschede. Omdat het niet lukte om een voltallige commissie te vinden, gaat de wedstrijd voor het eerst in ruim 50 jaar niet door.
Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling
Als het steeds lastiger wordt om genoeg studenten te vinden om de organisatie draaiende te houden en de kosten stijgen, is het dan wel realistisch om aparte sportfaciliteiten te hebben voor studenten? Studenten zijn immers ook welkom bij een reguliere sportschool of vereniging. Toch zijn speciale sportvoorzieningen voor studenten volgens Luuk Minnaar, voorzitter studentensport Nederland (SSN), noodzakelijk. Bij reguliere sportverenigingen is namelijk geen capaciteit voor alle studenten. Daarnaast geven studentensportverenigingen studenten de kans om bestuurlijke ervaring op te doen. “Als je een bestuursjaar bij een vereniging met een paar honderd leden hebt gedaan, geeft dit je kennis en ervaring voor de rest van je professionele leven,” legt Minnaar uit.
Kroon sluit zich hierbij aan, volgens hem bieden sportverenigingen studenten de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen en zijn het plekken om sociale contacten op te bouwen. Dit maakt het belangrijk voor een gezond studentenleven. Daarnaast hebben onderwijsinstellingen hier zelf ook belang bij: “Onderzoek toont aan dat sporten goed is voor de mentale gezondheid, en studenten gaan er ook beter door presteren.”
‘Sporten is goed voor de mentale gezondheid’
Voor ieder wat wils
Een ander doel van de studentensport is dat studenten zich kunnen oriënteren op verschillende sporten, zonder daar voor langere tijd aan vast te zitten. Voor sportliefhebbers zoals Van Baardewijk maakt dit de ACLO tot een sportparadijs, maar met de bezuinigingen in aantocht kan het aanbod van meer dan 100 sporten ook wat overdreven gevonden worden. Toch verdedigt Edelman het beleid van ACLO: “Wij willen iedere student aanspreken, geen student is hetzelfde. Hoe meer je aanbiedt, hoe meer mensen iets vinden dat bij ze past.” Er komen dus nog steeds nieuwe sporten bij.
Zo kunnen studenten sinds dit jaar een cursus jeu de boules of schieten volgen, maar ook minder bekende sporten zoals mindklub en luchtacrobatiek zijn recent toegevoegd aan het aanbod. Die laatste staat ook hoog op de to-do lijst van Van Baardewijk: “Dat wil ik heel graag doen, het is bijna circusachtig.” Mocht de studentensport door alle bezuinigingen toch duurder worden, kunnen studenten daar volgens Van Baardewijk ook meer aan gaan bijdragen: “Ik vind sporten het geld het dubbel en dwars waard en zou er ook het dubbele voor willen betalen.”
Eindredactie door Madelief Wapenaar