Donald Trump kan in november verkozen worden tot president, maar na zijn veroordeling in mei was het de vraag of hij wel mocht stemmen. Hij werd toen schuldig bevonden in een strafzaak, als eerste oud-president in de geschiedenis. Er blijken weinig wettelijke beperkingen te zijn voor het presidentschap, maar een Amerikaan kan wel het recht om te stemmen verliezen na een strafrechtelijke veroordeling.
Dit is vastgelegd in de zogenoemde felon disenfranchisement wetten. Uit recent onderzoek van The Sentencing Project blijkt dat voor de komende verkiezingen ruim vier miljoen mensen niet mogen stemmen door deze regels, waaronder veel Afro-Amerikanen. Veel van deze mensen zitten, net als Trump, niet (meer) in de gevangenis. Hoe kan je als (ex-)gevangene het stemrecht verliezen, en wat voor gevolgen kan dat hebben voor de verkiezingen?
Eigen invulling
Het Amerikaanse stemrecht werd na de Amerikaanse Burgeroorlog vanaf 1865 uitgebreid, waardoor voormalige tot slaaf gemaakten stemrecht kregen. “Deze groep zwarte mannen werd gezien als een bedreiging voor de witte meerderheid,” vertelt Ryan Larson, assistent-professor Criminologie aan Hamline University in Minnesota. Zuidelijke staten als Mississippi, Alabama en South Carolina spitsten de wetten toe op de Afro-Amerikaanse bevolking. “Er werden opzettelijk misdrijven gekozen waarvan de conservatieve wetgevers veronderstelden dat ze vaker door zwarte mannen zouden worden begaan,” zegt Nicole Porter, Senior Director of Advocacy bij The Sentencing Project. Deze organisatie doet onderzoek naar maatregelen die opsluiting en strafbaarstelling minimaliseren. Ook pleit het voor maatregelen die het stemrecht onder deze groep garandeert.
In 1974 oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de inperking van het stemrecht van (ex-)gevangenen is toegestaan en dat staten zelf de vrijheid hebben dat beleid in te vullen. Hierdoor zijn de wetten niet in alle 50 staten hetzelfde. In twee staten (Maine en Vermont) behouden mensen het recht om te stemmen na een strafrechtelijke veroordeling. In 23 staten verliezen mensen het recht om te stemmen alleen gedurende de tijd dat ze in de gevangenis zitten. Gelukkig voor Trump is New York hier een van en mag hij nog stemmen. In vijftien staten komt daar ook nog de tijd bij dat gedetineerden voorwaardelijk vrij zijn. Pas als ze hun straf volledig uit hebben gezeten, wordt het recht om te stemmen hersteld. In de overige tien staten verliezen (ex-)gedetineerden het recht om te stemmen tot het wordt hersteld door bijvoorbeeld een pardon van de gouverneur of het betalen van openstaande boetes of kosten.
Vier miljoen
Het resultaat is dat dit jaar vier miljoen mensen niet mogen stemmen als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling. Zij vormen 1,7% van de stemgerechtigde bevolking. Uit onderzoek blijkt dat bijna driekwart van deze mensen niet in de gevangenis zit en dat 40% zelfs de volledige opgelegde straf heeft uitgezeten. De ongeveer 750.000 mensen die vastzitten voor een lichtere overtreding of een uitspraak afwachten zijn dan nog achterwege gelaten: zij hebben officieel nog wel stemrecht, maar kunnen daar moeilijk gebruik van maken. Volgens Porter is deze groep een over het hoofd gezien deel van het electoraat: “De meeste plekken waar deze mensen vastzitten hebben niet de infrastructuur om de toegang tot het stembiljet te garanderen.”
De staten waar de meeste mensen het stemrecht wordt ontnomen, zoals Florida, Texas en Virginia, liggen in het zuiden. Maar ook in de swing states – staten waar de verkiezingsuitslag nog niet vast ligt – worden tienduizenden mensen het stemrecht ontnomen. Dit kan van invloed zijn op de uitkomst van verkiezingen. Onderzoekers hebben aangetoond dat (ex-)gevangenen overwegend op Democratische kandidaten zouden stemmen. “De mensen in deze groep zijn vaak jonger en etnische minderheden zijn disproportioneel vertegenwoordigd,” zegt Larson. Gekeken naar de gehele Amerikaanse bevolking, blijkt dat deze groep overwegend Democratisch stemt.
‘Deze wetten zijn op papier ‘color blind’, maar de impact ervan is dat duidelijk niet’
Ondanks dat de opkomst van (ex-)gevangenen veel lager ligt dan het gemiddelde, kan het alsnog een verschil maken. Larson: “Bij echt krappe verkiezingen zouden de stemmen van die mensen de uitkomst kunnen kantelen.” Bijvoorbeeld in 2000, toen George W. Bush in Florida met een verschil van 537 stemmen won. Ten tijde van deze presidentsverkiezingen waren er in Florida ongeveer 827.000 mensen die niet mochten stemmen door een strafrechtelijke veroordeling. Wie de presidentsverkiezingen van 2024 wint, zal afhangen van de uitslagen in Arizona, Georgia, Michigan, Nevada, North Carolina, Pennsylvania en Wisconsin. De marges in deze staten zijn klein en waarschijnlijk zullen tienduizenden stemmen het verschil maken. In deze staten mogen in totaal bijna 700.000 (ex-)gevangenen niet stemmen.
Een derde van die vier miljoen is Afro-Amerikaans. Dit betekent dat 4,5% van de zwarte stemgerechtigde bevolking niet mag stemmen, tegenover de 1,3% van de niet-zwarte bevolking. Een op de 22 zwarte Amerikanen boven de achttien jaar mag dus niet stemmen. In Tennessee is dit zelfs een op de zes. De disenfranchisement wetten hebben dus een disproportionele impact op de Afro-Amerikaanse bevolking. “Deze wetten zijn op papier ‘color blind’, maar de impact ervan is dat duidelijk niet,” stelt Larson.
Hervormen
Het totale aantal mensen dat het recht om te stemmen kwijtraakt door de disenfranchisement wetten is met bijna 31% gedaald sinds het toppunt in 2016, toen het totaal op 6,1 miljoen lag. “Deze daling is te danken aan activisten en organisaties die zich hebben ingezet om strenge wetten te hervormen,” zegt Porter. Onlangs werd bijvoorbeeld in Nebraska, waar dit jaar een belangrijke electorale zetel op het spel staat, besloten dat mensen die hun veroordeling volledig hebben uitgezeten zich weer kunnen registeren om te stemmen.
Toch wordt de situatie niet overal beter. In 2019 gingen de Republikeinen in Florida bijvoorbeeld tegen de uitkomst van een referendum in door een wet aan te nemen dat het recht om te stemmen pas herstelt als aan alle financiële verplichtingen (boetes, advocaatkosten, etc.) is voldaan. Bovendien worden mensen in staten waar de wetten in het voordeel van gevangenen worden aangepast vaak niet voldoende geïnformeerd. “In sommige staten zijn zelfs lokale verkiezingsfunctionarissen niet op de hoogte van die wetswijzigingen,” zegt Porter. Omdat de regels voortdurend veranderen en het herstelproces in veel staten vaak zo omslachtig, financieel veeleisend en tijdrovend is, slagen veel ex-gevangenen er nooit in om hun stemrecht terug te krijgen.
Larson denkt aan de bijna drie miljoen mensen die niet in de gevangenis zitten en alsnog niet mogen stemmen. “Zij zijn onderdeel van de samenleving, betalen belasting en krijgen ook te maken met de overheid. Toch hebben ze geen inspraak in hoe ze bestuurd worden.” Organisaties en onderzoekers blijven de strenge disenfranchisement wetten en de onduidelijke herstelprocedures daarom aanvechten. “Het is belangrijk om het stemrecht te garanderen voor mensen die beïnvloed worden door het strafrechtelijke systeem,” zegt Porter. “Ook zij zouden een stem moeten hebben.”
Dit artikel is deel van een driedelige serie over het stemrecht in de Verenigde Staten. Lees hier hoe Amerikanen met een beperking drempels ervaren bij het stemproces en hier hoe strengere identiteitsplicht Amerikanen de mogelijkheid om te stemmen ontneemt.
Eindredactie door Jens van der Weide