“Het is druk,” reageert Dragan Simović (30) lachend op de vraag binnen welke termijn hij zijn studie op de plaatselijke universiteit afrondt. De boer uit het Servische Srednja Dobrinja heeft net zijn koeien gemolken en valt als hij de woonkamer binnenloopt gelijk op door de groengrijze šajkača die hij draagt, de nationale Servische hoed die door veel mannen op het platteland gedragen wordt. De Serviër probeert naast de werkzaamheden op de boerderij zijn universitaire opleiding af te ronden, maar door de grootte van het bedrijf heeft hij er nauwelijks tijd voor: “Ik heb dertien hectare grond, met twintig koeien, vijf varkens en sinds kort vijf paarden voor toeristen. Ik werk het klokje rond.”
Zelfs al zou Simović zijn opleiding afronden, dan zou hij alsnog alleen te vinden zijn op de boerderij. De Serviër heeft een voorliefde voor het boerenbestaan: “De vrijheid en de rust die je eigen land en de schone natuur met zich meebrengen, is ongeëvenaard.” Daarnaast voelt hij zich sterk verbonden met de grond vanwege oeroude tradities die in dit gebied worden gevolgd.
Het gebied rond Srednja Dobrinja, in het centrale westen van Servië, bestaat voornamelijk uit licht heuvelachtig landbouwgebied, kleine boerendorpjes en veel natuur. Boeren die hier wonen stammen af van families die hun grond al generaties lang onderhouden en van vader op zoon doorgeven. “Mijn voorvaderen hebben hier gevochten voor dit land,” zegt Simović. “En nu moeten wij er weer voor vechten.”
Grote ontevredenheid
Simović heeft het over een recente uitspraak van het constitutioneel hof van Servië. Op 11 juli 2024 besloot het hof dat het intrekken van toestemming aan de Brits-Australische mijnbouwgigant Rio Tinto door de Servische overheid ongrondwettig was. Rio Tinto had eerder toestemming gekregen om in de Jadar-vallei, in het westen van Servië, een mijn te bouwen. In dat gebied bevindt zich een van de grootste concentraties lithium ter wereld, een metaal dat onder andere wordt gebruikt in batterijen van elektrische auto’s. Na massale protesten besloot de Servische regering in 2022 terug te komen op haar besluit.
Door de uitspraak van het hof liggen de plannen voor de lithiummijn weer op tafel. Als gevolg daarvan laaiden er in het hele land demonstraties op. In Belgrado kwamen in augustus tienduizenden mensen bijeen om hun onvrede te uiten, waarbij twee treinstations een korte tijd werden bezet. De betogers uitten hun zorgen over economische uitbuiting en milieuvervuiling, niet alleen in de Jadar-vallei maar in het gehele westen van het land. President Vučić benadrukte ondertussen de miljarden euro’s die het project moet opleveren voor de staatskas. De demonstraties werden door hem als “een hybride vorm van oorlog” tegen de regering bestempeld.
Wie gaat er met de winst vandoor?
Het moment van de beslissing van het hof is opvallend. Het kwam namelijk op een voor Vučić gunstig moment: net na de landelijke verkiezingen en regionale verkiezingen in Belgrado. Igor Bandović, directeur van de Servische denktank Belgrade Security Forum en politiek expert, legt uit dat dit geen toeval is: “In Servië is de macht in feite in handen van een zekere elite. Het is dan ook niet heel verwonderlijk dat het hof dit nu besluit, aangezien de mijn een electoraal impopulaire keuze zou zijn.”
Volgens hem zou deze elite economisch enorm profiteren als de lithiummijn er zou komen. “Zeker nu de Europese Unie minder afhankelijk wil worden van autocratische landen als China en Rusland, die tot op heden grote leveranciers van lithium zijn, zullen zij meer lithium afnemen van Servië. Een gedeelte van de opbrengsten zal terechtkomen bij de staat, maar een aanzienlijk deel komt terecht bij de machtige elite,” aldus Bandović. Wouter Zweers, Balkan-expert bij Instituut Clingendael, is voorzichtiger, maar ook hij ziet een kans op zelfverrijking van deze groep. “In de meeste landen in de Balkan zijn er sterke relaties tussen een groep machtige personen. Er bestaat dus een kans dat de politieke elite invloed heeft op de beslissing van het hof en een slag slaat uit de realisatie van de mijn.”
De gevolgen zijn niet te overzien
Toch zijn de grootste zorgen bij de Servische bevolking niet economisch van aard. Hoewel Maria Alimpic (39) ook vreest voor economische uitbuiting, bekommert zij zich het meest om de gevolgen voor het milieu. De activiste is lid van de belangengroep Zaštitimo Jadar i Rađevinu (Laten we Jadar en Radjevina beschermen) en hoort veel zorgen vanuit de gemeenschap over de consequenties voor de bewoners: “We hebben hier prachtige natuur, met helder en schoon water en veel groen. Machines graven de grond af en vervuilen het water met chemische stoffen waardoor de biodiversiteit afneemt. Boeren kunnen niet in zo’n vervuilde omgeving werken en moeten stoppen.” Een recent verschenen onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift Nature bevestigt Alimpics zorgen: de vervuiling van de mijn zal er volgens de wetenschappers toe leiden dat 20.000 bewoners, voornamelijk boeren, hun bron van inkomsten verliezen.
‘Ze proberen de organisatie van demonstraties te belemmeren’
Hoewel Vučić heeft toegezegd dat er bij het winnen van lithium strikt toezicht zal worden gehouden op de milieuregels en de mensen die hun bron van inkomsten verliezen zullen worden gecompenseerd, is Alimpic verre van overtuigd: “De gevolgen voor het milieu zullen niet ineens als sneeuw voor de zon verdwijnen. Daarnaast zijn veel inwoners gehecht aan hun land of aan de regio en willen zij niet verhuizen.”
Ook Bandović en Zweers zijn sceptisch over de woorden van de Servische president. Het doet Bandović denken aan een eerder voorval bij Chinese fabrieken die enkele jaren geleden in Servië werden gebouwd, waarbij het toezicht op de regelgeving nalatig is geweest. Hij betwijfelt ten zeerste of de autoriteiten nu wel strikt toezicht gaan houden. Zweers is ook niet overtuigd. “Ik betwijfel of de Servische overheid de milieuregels nauw gaat handhaven,” geeft hij aan.
Oneerlijke strijd
Ondertussen vecht Simović om de bouw van de lithiummijn te voorkomen. Zo heeft hij meegewerkt aan de oprichting van de organisatie Savez Ekoloških Organizacija Srbije (SEOS, Unie van Ecologische Organisaties van Servië), die protesten regelt, handtekeningacties organiseert en lokale bewoners probeert in te lichten. “In de afgelopen drie jaar zijn we erin geslaagd om veel mensen wakker te schudden, om het beeld van een eco-vriendelijke mijn te breken. Daar ben ik erg trots op,” zegt Simović.
Verzet tegen de aanleg van de mijn is niet zonder risico. Activisten en bewoners worden regelmatig geïntimideerd en opgepakt. “Ze proberen daarmee vooral de organisatie van demonstraties te belemmeren en ervoor te zorgen dat onvrede niet al te zichtbaar wordt voor de rest van de bevolking,” legt Bandović uit. Simović herkent dat beeld. Een dag na zijn aanwezigheid bij de protesten in Belgrado klopten twee agenten op de deur van zijn huis: “Ik werd meegenomen en ongeveer drie uur ondervraagd over wat ik daar deed en wat onze organisatie precies doet.”
Toch laat hij zich door zulke incidenten niet weerhouden. De jonge boer houdt hoop dat de komst van het project voorkomen kan worden: “Als de mijn er daadwerkelijk komt, moet ik door de vervuiling stoppen met de boerderij die generaties in mijn familie is gebleven. Het is kiezen tussen strijden voor een normaal leven of een langzame dood sterven. Dan kies ik er liever voor om te vechten.”
Eindredactie door Madelief Wapenaar