Het klaslokaal is gevuld met journalistiekstudenten van Boston College, een selectieve privéuniversiteit in een van de voornaamste universiteitssteden van de Verenigde Staten. Hun studierichtingen variëren van communicatie en geschiedenis tot bedrijfskunde en financiën, en alles daartussenin.
“Steek je hand op,” vraagt hun docent, “als je weet welke verkiezingen er deze zomer plaatsvinden in Europa.” Geen enkele hand gaat omhoog. Niet eens die van de Griekse uitwisselingsstudent.
De Europese verkiezingen lijken de Amerikanen niet erg te boeien, ondanks het feit dat deze verkiezingen voor het eerst sinds 2004 in hetzelfde jaar plaatsvinden als de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Er zijn daarom een aantal lessen die Amerikanen zouden kunnen trekken uit de politiek aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Vergelijkbare systemen
Alle 27 lidstaten van de Europese Unie kiezen van 6 tot 9 juni hun in totaal 720 vertegenwoordigers die plaats zullen nemen in het Europees Parlement. Vanuit Amerikaans perspectief zou je het Europees Parlement het best kunnen vergelijken met het Amerikaanse Congres, zegt Elitsa Molles, professor International Studies en Politicologie aan Boston College. “Het geeft een stem aan het volk en controleert niet-gekozen instituties,” zoals gerechtshoven in Amerika. “Of, in Europa, de Europese Raad.”
‘Het is een deel van de Amerikaanse cultuur dat politiek een lastig gespreksonderwerp is’
Het Europese Parlement en het Amerikaanse Congres zijn echter niet helemaal vergelijkbaar, zegt Molles. “Europese staten behouden veel meer nationale soevereiniteit en meer autonomie dan de individuele staten in Amerika.” Maar er bestaat wel een soortgelijke spanning over waar macht zou moeten liggen.
Het gesprek van de dag
Het lijkt de Amerikanen echter maar weinig te interesseren. “Ik volg het Amerikaanse nieuws een stuk actiever dan internationaal nieuws, omdat dat is wat er in mijn tijdlijn voorbij komt,” zegt Sona Bardakjian (20), een communicatiestudent aan Boston College. “Ik volg vooral lokaal nieuws, want dat is wat relevant is voor mij en in mijn leven,” voegt Genevieve Morrison (19), die communicatie en politicologie studeert, daaraan toe.
“Het is gewoonweg ook een deel van de Amerikaanse cultuur dat politiek een lastig gespreksonderwerp is,” vertelt Sona, die vorig jaar een semester in Barcelona gestudeerd heeft. In Spanje “kwam politiek supervaak aan bod. Tijdens het eten, in taxiritten, iedereen sprak heel open over politiek. Hier is dat veel meer taboe.”
Het valt Sona ook op dat het buitenlandse nieuws dát ze ziet, vaak in een Amerikaans perspectief wordt geplaatst. “Ik zie het veel met buitenlandse conflicten,” zegt ze. “Het gaat over hoe die conflicten invloed hebben op de VS en niet over de conflicten zelf.”
Lage opkomst
De Europese verkiezingen zijn historisch gezien impopulair. In die zin is het geen uitzondering dat de Griekse uitwisselingsstudent er maar weinig vanaf wist. Slechts 50 procent van alle stemgerechtigden bracht tijdens de Europese verkiezingen van 2019 hun stem uit. In Nederland hebben de Europese verkiezingen structureel de laagste opkomst van alle verkiezingen in het land.
‘Dit is een van de enige mogelijkheden die ik heb om mijn politieke mening te uiten’
Maar die opkomst groeit wel. In 2019 steeg de opkomst 8 procentpunt ten opzichte van 2014, toen slechts 42 procent naar de stembus kwam.
“Ik vind het in het algemeen belangrijk om te stemmen,” zegt Madelene Nitzsche (25), een andere uitwisselingsstudent aan Boston College. Madelene heeft de Britse en Duitse nationaliteit, maar woont in Oostenrijk. Ze kan daarom alleen stemmen met de Europese verkiezingen. “Ik ben nergens anders kiesgerechtigd omdat ik niet in de landen woon waar ik een paspoort van heb,” vertelt ze. “Dus dit is een van de enige mogelijkheden die ik heb om mijn politieke mening te uiten.”
Omdat Madelene tijdens de verkiezingen in Boston is, moet ze meer moeite doen om haar stem uit te brengen. Zo heeft ze heen en weer gemaild met haar stemafdeling in Oostenrijk om haar stembiljet naar haar Amerikaanse adres te laten sturen. Dat moet ze daarna weer per post terugsturen naar Oostenrijk.
“Ik vind het vooral belangrijk om te stemmen in deze tijden van polarisatie, waarin kandidaten zich steeds verder naar rechts begeven,” zegt Madelene. “Er zijn steeds meer mensen sceptisch over de EU. Maar we hebben de EU met een reden, en ik weet dat niet veel mensen stemmen voor het Europese Parlement. Dus ik wil mijn steentje bijdragen, omdat ik het kan.”
Rechts-populistische golf
Molles beaamt dat er een rechtse, eurosceptische golf over Europa spoelt. Partijen die de laatste jaren zijn gegroeid “zijn veelal eurosceptische partijen die vooral voor nationale soevereiniteit zijn.” Maar tegelijkertijd, zegt Molles, “is het interessant dat deze partijen wel de supranationale arena” – dat wil zeggen, het Europees Parlement – “gebruiken om winst te behalen.”
‘Ik weet niet of de Europese verkiezingen context bieden op een manier waar mensen geïnteresseerd in zijn’
Dit zou Amerikanen zeker moeten interesseren, omdat het hetzelfde wantrouwen in centristische instituties laat zien, aldus Molles. Stemmers in beide systemen zijn verder naar rechtse kandidaten getrokken. In de VS ziet Molles vooral een radicalisering van bestaande partijen, vooral de Republikeinse Partij van Donald Trump. Maar “de trend zie je in beide regio’s.”
Madelene ziet ook het nut in van geïnformeerd zijn over buitenlandse verkiezingen. “Er valt altijd iets te leren,” zegt ze. “Begrijpen hoe deze dingen werken kan altijd verhelderend zijn op de een of andere manier.”
Leren van anderen?
Hoewel Sona en Genevieve het erover eens zijn dat de Europese verkiezingen context kunnen bieden voor hun eigen presidentsverkiezingen in november, zijn ze iets sceptischer over hoeveel. “Ik weet niet of ze context bieden op een manier waar mensen geïnteresseerd in zijn,” zegt Genevieve. “De gemiddelde stemmer geeft zo weinig om Amerikaanse politiek, of zelfs om lokale politiek. Het boeit ze echt heel weinig. Dus, ik snap de desinteresse in Europese politiek wel, al is het wel ontmoedigend om te zien hoever mensen er hier vanaf staan.”
Sona denkt dat de Amerikaanse verkiezingen zo veel gevolgen met zich mee gaan brengen, dat ze interesse in buitenlandse verkiezingen overschaduwen. “De Amerikaanse verkiezingen zijn zo heftig,” zegt ze. “Daar gaan nu vooral de gedachten en aandacht van de meeste Amerikaanse stemmers naartoe.”
Daarnaast zijn de Europese verkiezingen simpelweg niet het belangrijkste buitenlandse nieuws op dit moment, denkt Jayne McGuire (21), die politicologie en geschiedenis studeert en een minor volgt in journalistiek. Het Amerikaanse nieuws volgt vooral “de reactie op het conflict in het Midden-Oosten, en Ruslands invasie van Oekraïne,” zegt ze. Daarom “ligt er niet zo veel focus op wat er allemaal in Europa gebeurt.”
Jayne’s opleiding aan Boston College brengt haar vooral dichter bij buitenlandse politiek. Ze noemt een collegeserie over het Midden-Oosten en andere lezingen als voorbeelden. “Hoewel Boston College nog veel meer zou kunnen doen, doen ze wel moeite om hun studenten in verbinding te brengen met hedendaagse politiek buiten Amerika,” zegt Jayne.
“Er zijn absoluut onderwijzers, academici, wetenschappers, die een verantwoordelijkheid hebben om die verbindingen te leggen,” beaamt Molles. “Boston College doet dat door deze onderwerpen op te nemen in studies, of zelfs een heel programma in International Studies op te richten,” waarin ze “studenten specifiek vragen zich te richten op andere gebieden in de wereld, en paralellen te trekken.”
Eindredactie door Rens van der Beek