Boetiekfestival Motel Mozaïque belichaamt de culturele tijdgeest

Beeld: Camiel Mudde

29 april 2024, 13:00

De 22ste editie van het Rotterdamse muziek-, kunst- en theaterfestival Motel Mozaïque toont zich wars van hokjes. In haar diversiteit en interdisciplinariteit openbaart zich een visie op de stad van vandaag.

Auteur: Jitze de Vries

Leestijd:

4 Min

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Het Cruijffiaanse adagium, eigen aan de voetbalsport maar zoals veel van Cruijffs uitspraken lekker breed toepasbaar, zoemt door mijn hoofd tijdens mijn driedaagse bezoek aan het Rotterdamse boetiekfestival Motel Mozaïque (MoMo). Het festival, opgezet toen de stad in 2001 tot culturele hoofdstad van Europa werd uitgeroepen, herbergt een bonte verzameling van muziek, kunst en theater, kriskras door de stad te vinden. Veel indrukken dus, weinig touw aan vast te knopen.

Tot je het doorhebt: in haar diversiteit, haar interdisciplinaire benadering, in haar warsheid van grenzen en hokjes en haar op transgressie geijkte artistieke visie, spreekt MoMo dé culturele taal van een stad in de huidige tijd. Wie dat door heeft, ziet het:

In de non-binaire Rwandese Antwerpenaar Porcelain id die alleen al in hun bestaan transgressie beoefent. In het hagelwit gekleed, te midden van kerkorgels en spreekgestoelten, bezingt en vervloekt hen hun Vlaanderen: “want ik hield van Vlaanderen, maar Vlaanderen hield niet van mij”.

In het collectief Motel Poëzie dat onder het mom van poëzie de hal van Theater Rotterdam bezet met een mengsel van spoken word, zang, dans en theater. Dat laat zien dat er evenveel gedicht zit in de ritmische vervorming van een lichaam of de dans van vluchtig pianospel, als in een strofe woorden.

In het duet tussen drummer Tom Skinner, bekend van The Smile en Sons of Kemet, en de Koreaanse daegum-solist Hyelim Kim. Skinner is dit jaar artist in residence, wat betekent dat de festivalorganisatie hem heeft uitgedaagd om drie verschillende shows te spelen, elk in samenspel met andere artiesten. Het idee: uit nieuwe connecties ontstaan geluiden en optredens die je niet elders gaat meemaken. Op donderdag speelt hij met Kim, die als muzikant en onderzoeker een traditionele Koreaanse bamboefluit gebruikt om interculturaliteit te bestuderen. Het scherpe geluid van haar fluit vindt het aritmische jazzdrummen van Skinner in een gesprek tussen achtergronden en geschiedenissen, waarbij ze elkaar steeds aanvullen in langgerekte partijen. Het voelt eerder logisch dan absurd dat ze elkaar hier treffen, in een kerk in Rotterdam.

In de elektronische set van de Belg Bolis Pupul, die via samples en drumkicks zijn roots in Hong-Kong onderzoekt. Hij heeft zijn zus Salah uitgenodigd, die je in Ma Tau Wai Road meeneemt langs de geluiden van het Kowloon City district in Hong Kong. Ook lijkt hij met Completely Half een aanstekelijk lijflied voor de biculturele stedeling te zingen: “one hundred percent, fifty percent, completely half on my behalf”.

In Library Card, de Rotterdamse post-punk darlings die optreden in de bouwput van surfpool-in-aanbouw RiF010. Er ontstaat een prikkelend contrast tussen de anti-establishmenthouding van de band die speelt met pro-Palestina stickers op de gitaren, en het bombastische plan om op die locatie een prijzige surfplek in hartje Rotterdam te realiseren. Aan bijzondere locaties overigens geen tekort tijdens MoMo. Het festival voert langs de hallen van de Kunsthal en het Depot Boijmans van Beuningen, brengt je naar de neoromaanse Arminiuskerk en de industriële donkere krochten van Perron, laat je achter in de clubhal van Worm, die gek genoeg blijft aanvoelen als de binnenkant van een kaasrasp.

En in het optreden van artistiek directeur van Theater Rotterdam, Alida Dors, die je samen met de band HAYP MUSIC mee neemt naar de grond onder het Brokopondo stuwmeer in Suriname, waar haar voorouders ooit woonden. Het is een verhaal eigen aan haar, en aan de Surinaamse diaspora. Toch is de bravoure waarmee ze het vertolkt aanstekelijk en brengt ze het de zaal in op een manier die juist verbindend blijkt te werken.

La Frontera

Het festival doet me denken aan de Mexicaans-Amerikaanse schrijver Gloria Anzaldua. Zij beschrijft in haar canonieke boek Borderlands/La Frontera: The New Mestiza (1987) een identiteit van tussen-in-zijn, een ervaring van waarbinnen je identiteit gedefinieerd wordt door de grenzen die door jouw bestaan overschreden worden, maar vanuit waar je zelf die grenzen niet eens meer ziet. Het overstijgen van hokjes zit in je natuur, is de regel tegenover de uitzondering.

Het is dit idee wat MoMo continu uitdraagt. Grenzen tussen genres of kunstvormen lijken nooit te hebben bestaan, laat staan tussen de mensen die er hun kunst uitdragen. Niks voelt normaler in een stad als Rotterdam, waar de meerderheid van de inwoners een migratieachtergrond heeft en waar je maar in de metro hoeft te stappen om te zien dat diversiteit zich in het diepst van haar aderen heeft genesteld.

Een kleurrijk mozaïek

Op de Playground, het gratis te bezoeken festivalhart, spreek ik de 76-jarige Fred, een MoMo-rot die al sinds de eerste editie in 2001 het festival jaarlijks bezoekt. Hetgeen waar hij vandaag voor komt: het experiment, de langgerekte instrumentale partijen, het onverwachte van het festival.

Het dringt tot me door dat de tijdgeest die het hele weekend zo aanwezig voelt niet gebonden hoeft te zijn aan een generatie zelf. Deze Rotterdammer, die nog opgroeide met Pink Floyd en The Who, voelt precies aan wat Momo uitdraagt, wat de stad uitdraagt. Een motel voor ieder die een plek zoekt. Een kleurrijk mozaïek.

Eindredactie door Isa Martens

Steun Red Pers

Je las dit artikel gratis, maar dat betekent niet dat het Red Pers niets heeft gekost. Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.

Over de auteur:

Jitze de Vries (1998, hij/hem) is afgestudeerd als cultuurfilosoof en filosofeert er achter de bar van een echt Rotterdams bruincafé nog graag op los. Als muziekredacteur bij Red Pers probeert hij de muzikale tijdgeest in het geschreven woord te vangen. Tussen Taylor Swift en Tramhaus, Lowlands en Le Guess Who bericht hij over het muzikale en culturele klimaat van Nederland anno nu.

Lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.