Op 24 februari 2022 worden miljoenen Oekraïners plotseling ontheemd en bevinden zij zich in een onzekere zoektocht naar een nieuw en veilig onderkomen. Voor de eerste keer in haar geschiedenis zet de EU de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) in, bestemd om deze massale toestroom evenwichtig te verdelen. Hiermee krijgen vluchtelingen uit Oekraïne in de hele Europese Unie versneld tijdelijke bescherming, zonder dat zij de gebruikelijke asielprocedure hoeven te doorlopen.
Toch heerst er nog veel onzekerheid rond deze beschermde status. Over twee weken zullen veel derdelanders het land moeten verlaten, wanneer hun beschermde status op 4 maart eindigt. Voor Oekraïners geldt de richtlijn tot 4 maart 2025, waarna hun lot vooralsnog ook onduidelijk is. Wat voor invloed heeft de richtlijn de afgelopen twee jaar gehad op het leven van deze twee groepen vluchtelingen?
Schrijnende situaties voor derdelanders
Net als Oekraïners hebben derdelanders een beschermde status van de overheid gekregen toen de oorlog uitbrak. Dit zijn vluchtelingen die studeerden of werkten in Oekraïne en een tijdelijke verblijfsvergunning hadden. Al snel vervallen echter de beloftes die aan derdelanders zijn gemaakt, wanneer het kabinet in augustus 2022 besluit om de RTB voor hen stop te zetten. De Raad van State besliste afgelopen januari definitief dat de beschermde status van derdelanders zal eindigen op 4 maart 2024.
Het besluit brengt veel mensen in schrijnende situaties. Mohammed (23) verhuisde drie jaar geleden van Marokko naar Oekraïne vanwege persoonlijke omstandigheden. Zijn plan is momenteel om terug te keren naar Oekraïne.
“Mijn hele leven ligt in Oekraïne. Ik heb daar mijn eigen huis, mijn eigen bedrijf en mijn vriendin is Oekraïens. De enige optie die ik nu heb, is om naar mijn huis in Charkov terug te keren, wat midden in de frontlinie ligt. Ik voel mij hier niet veilig bij. En dit geldt niet alleen voor mij. Dit is de enige optie van 90% van de mensen die ik spreek. Ik ken mensen die al 20 jaar in Oekraïne wonen! Een vriendin van mij uit Nigeria is zelfs zwanger en heeft geen mogelijkheid om naar haar thuisland te gaan.”
Mentale welzijn
Het onrecht dat Mohammed en zijn lotgenoten ervaren wakkert veel frustratie bij hem aan. “Wij zijn hier legaal gearriveerd en er is ons een beschermde status beloofd. En nu behandelen ze ons als criminelen. We ontvangen angstaanjagende en in mijn ogen racistische berichten van de IND. Ik heb ook moeilijk rond kunnen komen met een illegale status die boven mijn hoofd hangt. De afgelopen twee jaar hebben ze mijn werk al vijf keer stopgezet omdat de manager keuzes van de IND moet afwachten. Ik zie dat mijn Oekraïense vriendin heel anders wordt behandeld.”
De omstandigheden hebben een diepgaande impact op Mohammed’s mentale welzijn. “Ze spelen met onze gezondheid. Er zijn mensen die echt lijden en bang zijn op straat te belanden. Ik hoop dat er nog iets kan gebeuren de komende twee weken. Want dit is te veel stress voor ons. Waar kunnen we naartoe?”
Een nieuw leven
In beginnend Nederlands vertelt de Oekraïense Zoya (43) uit Donbas, stralend over de steun die ze van de Nederlanders om haar heen ervaart. “Vroeger wist ik niet zoveel over Nederland. Ik kende de tulpen, de molens en Epke Zonderland”, vertelt ze glimlachend. “Maar nu ik hier ben wil ik graag blijven. Sinds de oorlog in Donbas in 2014 begon heb ik al 10 jaar geen idee welke plannen ik voor de verre toekomst kan plannen. Met twee kinderen, twee tassen met documenten en een minimum aan spullen, moest ik een nieuw leven beginnen.” Als haar wordt gevraagd hoe ze zich voelt, antwoord ze “dat ik oprecht wens dat je nooit zelf weet hoe het voelt. Maar het gastgezin en alle vrijwilligers hebben mij geweldig geholpen. De mensen die ik ontmoet zijn erg medelevend. Dit overvalt en verbaast mij elke dag. En alles is hier zo georganiseerd. Ik ben deze mensen en de Nederlandse overheid erg dankbaar voor wat ze mij geven.”
Zoya wil graag integreren en ziet voor haar een mooi leven in Nederland. Desondanks stuit zij nog op meerdere obstakels die haar ervan weerhouden om volledig mee te draaien in de maatschappij. “Ik oefen de taal elke dag. Ik werk. Ik ga met mijn kinderen naar zwemles en dansles. Maar ik kan nu nog niet alles doen. Veel mensen hebben een hoge opleiding maar mogen hiermee niet werken. Met een minimumsalaris, zonder vast contract of de benodigde talenkennis, is het moeilijk om een nieuwe plek te vinden. Ik ervaar nog altijd veel stress. Ik kan nog alleen bezig zijn met korte plannen voor korte periodes.”
Verdwijnen in niemandsland?
Martin Blaakman, associate lector Toegankelijkheid van het Recht, doet onderzoek naar de RTB en hoe deze in de praktijk uitpakt. Hij waarschuwt dat veel Oekraïners in een niemandsland dreigen te vallen tussen alleen bescherming krijgen en meedraaien in de maatschappij. “Nederland heeft met deze richtlijn gekozen om Oekraïners het recht tot bestaanszekerheid te verlenen, maar zonder bijbehorende ondersteuning of integratietraject.” Dit is waar het volgens Blaakman knelt, want “die ondersteuning hebben ze juist wel nodig.”
“Het aanbod van taalcursussen blijft ver achter bij de vraag”, stelt Blaakman. “Hierdoor werken Oekraïners vaak voor lage lonen, terwijl het grootste deel van de Oekraïners hoogopgeleid is. Ze willen heel graag. Dat zie je ook terug in de arbeidsparticipatie. Maar de stap naar zelfredzaamheid en beter betaalde banen lukt niet.”
Blaakman vermoedt dat Oekraïense vluchtelingen hierdoor kwetsbaar worden voor arbeidsuitbuiting. “Met het gebrek aan Nederlandse taalkennis vermoeden we dat ze onvoldoende weten waar ze recht op hebben en waar ze rechtsbescherming kunnen vinden. Het aantal meldingen van Oekraïense uitbuiting slachtoffers is enorm gestegen afgelopen jaar.”
Gebrek aan perspectief
Wanneer de RTB eindigt op 4 maart 2025, dreigt voor veel Oekraïners hetzelfde lot als dat van derdelanders. De RTB kan dan niet meer worden verlengd. Ook Zoya merkt nu al de gevolgen van die onzekerheid in haar dagelijks leven. “Ik weet nog niet wat er na 4 maart 2025 gebeurt. Ik weet nooit, wat straks? Ik wil een mooie toekomst voor mijn kinderen. Ze begrijpen ook niet wat er straks gebeurt. Ze vragen mij: ‘Moeder, waarom moet ik de Nederlandse taal oefenen als we daarna naar Oekraïne moeten?’ Ik zoek altijd naar een motivatie om te geven aan mijn kinderen. Maar zelf heb ik hiervoor ook veel vragen en geen antwoord.”
“Dit is ook een juridisch niemandsland”, vertelt Blaakman. “Waarom zou men nu investeren in taalcursussen of rechtsbescherming als Oekraïeners volgend jaar hun beschermde status kwijtraken? Gemeenten weten ook niet of ze hun huurcontracten voor de opvang moeten verlengen. Er is veel onzekerheid, en het lijkt er niet op dat de knoop snel wordt doorgehakt. De Europese verkiezingen zijn in de zomer. Pas daarna kun je verwachten dat hierover na wordt gedacht.”
Eindredactie door Youssef el Khattabi