Tijdens zijn zoektocht naar een woning in Amsterdam stuitte Nils op een redelijk onbekend concept: wooncoöperaties. Wat begon als een gesprek met zijn moeder, architect, groeide uit tot De Woonwolk. De Woonwolk is een wooncoöperatie, niet te verwarren met een woningcorporatie. “Het is een bijzonder concept, want we bouwen samen ons eigen huis, dat we zelf financieren en waar we zelf in huren. Hierdoor zijn we tegelijkertijd eigenaar van de wooncoöperatie en toch ook weer niet, wat een hele gekke, maar mooie situatie is,” legt Nils uit.
De oprichting van De Woonwolk in april 2022 had een ietwat studentikoos karakter, omdat de door Nils verzamelde groep vrienden en kennissen vooral bezig was met onderzoek, deadlines en schrijven, waardoor het proces erg op het schrijven van een scriptie leek. Dit was nodig om in de ‘kaartenbak’ van de gemeente te komen. De kaartenbak is een pool van wooncoöperaties die strijden om bouwkavels. Om op te vallen, moest De Woonwolk een duidelijke visie ontwikkelen. Uiteindelijk kwam De Woonwolk in aanmerking voor een van de kavels en konden de leden verder met het opstellen van een businesscase en het uitwerken van concrete cijfers.
Hoe kan je als starter in tijden van een tekort aan (betaalbare) woningen het bouwen van een flat financieren?
“Wij hebben niet allemaal het geld om een woning te kopen. En toch zijn we ons eigen huurhuis aan het bouwen. Dit komt onder andere doordat de gemeente Amsterdam heeft gezien dat dit type wonen goed werkt in Duitstalige landen, zoals Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Daarnaast hebben eerdere projecten in Nederland, zoals De Warren, bijgedragen aan meer openheid vanuit de gemeente richting dit soort initiatieven.”
Als gevolg financiert de gemeente ongeveer 20% van de kosten die De Woonwolk maakt in de vorm van een lening. Met deze garantie kan De Woonwolk naar de bank stappen, waarbij ze 70% van de kosten kunnen lenen. De rest moeten de initiatiefnemers zelf bij elkaar brengen, onder andere via eigen bijdragen van de leden (7.000 euro per persoon), subsidies en een crowdfunding- en crowdlendingcampagne. De leningen worden afgelost door de huurinkomsten. Als deze zijn afgelost, blijft er geld over dat wordt gebruikt om andere wooncooperaties te helpen of een nieuwe Woonwolk te bouwen. Op die manier ontstaat er volgens De Woonwolk een sociale beweging die zichzelf kan financieren.
De Woonwolk rust op drie belangrijke pijlers: duurzaamheid, sociale cohesie en cultuur. “We hebben geprobeerd deze waarden te integreren in ons gebouw. We streven naar een deelconcept waar mensen, ook buren die niet in het gebouw wonen, gebruik kunnen maken van een reparatieplek, een deelbibliotheek voor spullen en eventueel ook voedsel dat wordt verbouwd met behulp van permacultuur.”
Het ontwikkelen van een visie en het vaststellen van de pijlers leidt tot discussies. Volgens Nils en Yoshi gaan deze discussies ook over ogenschijnlijk banale zaken: “Het kan zo simpel en alledaags zijn als de vraag of iedereen zijn eigen koffiezetapparaat wil hebben. Óf je neemt gewoon één geweldig koffiezetapparaat, je plaatst het ergens in de gang en iedereen maakt er gebruik van, óf iedereen heeft zijn eigen exemplaar.”
‘Als je alleen op zoek bent naar een woning, ga je het niet redden. In dat geval kun je beter drie jaar lang op Funda zoeken‘
Het klinkt als veel werk, en dat is het ook. Een gemiddeld lid besteedt 4 uur per week aan De Woonwolk, en de bestuursleden beschouwen het als een parttime baan. Volgens Nils en Yoshi gaat het veel verder dan een zoektocht naar een woning alleen. Als iemand zich aanmeldt bij het initiatief, is de belangrijkste vraag die ze stellen: wat is je eigenlijke drijfveer? “Als je alleen op zoek bent naar een woning, ga je het niet redden. In dat geval kun je beter drie jaar lang op Funda zoeken en een geschikter huis vinden dan wanneer je drie jaar van je ziel en zaligheid in ons initiatief steekt.”
Het doel van De Woonwolk is dus breder dan het vinden van een woning. “We proberen ook andere problemen op te lossen dan het woningtekort. Dat is eigenlijk iets hoopvols. In het begin hadden we zeker mensen die meer geïnteresseerd waren in het idee van een woning, maar die bleven niet hangen. Het heeft een groter doel, een hoger doel. Het is niet alleen voor onszelf, maar ook voor de generaties na ons, de toekomstige bewoners. We doen dit voor altijd, tot in de eeuwigheid, zolang het gebouw blijft staan. Het gaat om meer dan alleen een woonruimte; het draait om een gemeenschap.”
Hoe zorgt De Woonwolk ervoor dat zij toegankelijk blijft voor een diverse groep huurders?
“We begrijpen de zorgen over hoe ver we buiten onze eigen ‘bubbel’ kunnen reiken en welke samenleving we dienen. Dit zijn zeker discussies die we voeren. Hoe komen we aan medehuurders? Gaan we alleen met zevenvinkers zitten? Nou, dat is niet de bedoeling. En daar gaan we hard voor werken. We hebben een diversiteitsdoelstelling en een leeftijdsdoelstelling. Dit nemen we zeker serieus, maar het blijft moeilijk. Het is lastig om mensen te vinden die de tijd hebben om zich hier intensief mee bezig te houden. En wij krijgen snel hoogopgeleide mensen.
“Verder zijn we amateur-ontwikkelaars en doen we dit allemaal naast onze reguliere banen. We kunnen niet aan ieders verwachting voldoen. Idealiter zijn we voor iedereen toegankelijk en zijn de huur- en eigen bijdrage nul. We opereren echter in een wereld waarin verschillende partijen eisen aan ons hebben, terwijl wij slechts een kleine speler zijn. Bovendien stijgt de rente, en om ons bouwproject überhaupt te realiseren, moeten we flexibel blijven. Het alternatief zou zijn dat we onze dromen helemaal moeten opgeven en niks doen.”
Hebben jullie tips voor anderen die nadenken over het oprichten van een wooncoöperatie?
“Gewoon doen. Hier moet je niet te veel over nadenken. Het is ontzettend gaaf dat het kan. Ik herinner me nog dat Jan, een ander lid van De Woonwolk, me vertelde dat we goedkeuring van de gemeente kregen. Jan zei: ‘Ik zat gewoon in een collegezaal met mijn groepje te praten over een presentatie en toen werd ik gebeld met het nieuws dat we over een paar jaar waarschijnlijk een wooncoöperatie met 50 woningen kunnen bouwen. Het is gewoon ongelooflijk.’
“Mensen weten nog steeds niet goed hoe ze dit moeten labelen, het systeem is nog niet helemaal klaar voor wooncoöperaties, maar iedereen ziet het potentieel van een goed initiatief. Er is altijd meer mogelijk dan je denkt. Bovendien is er veel solidariteit tussen coöperaties. We helpen elkaar met documentatie, financiële zaken, en veel wooncoöperaties delen hun visie online. Het is iets heel tastbaars om iets goeds te doen voor je omgeving. Maar het grotere doel is dat dit veel breder wordt gedragen, in heel Nederland; laat het alsjeblieft overal zijn. Het is echt een geweldige vorm van samenwonen, en dat wil ik niemand onthouden.”
Eindredactie door Rens van der Beek