Tijdens het symposium van stichting Drents Agrarisch Erfgoed torent de wapperende toren op de wit met rood gestreepte provincievlag soeverein boven Assen uit. Bij ontvangst vliegen vele schetstekeningen van beroeps- en hobbyarchitecten om de oren van politici, wethouders, boeren en ondernemers. De aanwezigen vertegenwoordigen verschillende economische en maatschappelijke belangen. Toch hebben ze met het beschermen van gebouwd en landschappelijk agrarisch erfgoed een gezamenlijk doel.
Het behouden van het erfgoed en landschap loopt gevaar door een regionale woningdeal. De deal, die voor 13.631 woningen moet zorgen in Drenthe, is onderdeel van de landelijke opgave om het woningtekort op te lossen. Tot en met 2030 moeten in totaal 900.000 nieuwe huizen worden gebouwd, waarvan twee derde ‘betaalbaar’ blijft.
De woningen, die voor dertig procent zullen bestaan uit sociale huur, voor veertig procent uit middenhuur en betaalbare koop – een plafondprijs van 355.000 euro – en voor dertig procent uit duurdere woningen, moeten perspectief bieden aan spoedzoekers, starters, senioren en mensen die zorg aan huis nodig hebben.
Versnellen of beknellen?
“Drenthe heeft 580 Rijksmonumentale boerderijen en heel veel beschermde dorpsgezichten waarin agrarisch erfgoed ligt”, zegt Elyze Storms-Smeets, historisch geograaf en werkzaam aan de Waginingen University.
In de huidige wet spelen provincies een grote rol in de uitbesteding van woonprojecten en de invulling van de leefomgeving. Het is ‘interessant’ volgens Storms-Smeets om te beseffen dat Drenthe één van de twee Nederlandse provincies is die monumenten op provinciaal niveau beschermt. Gemeentelijke ambtenaren stemmen tijdens de lezing overwegend in met de woorden van Storms-Smeets.
Het gevolg van het provinciaal beleid zijn bezwaren van gemeenten en omwonenden, die een doorbraak in de woningbouw tegenhouden. Daarom wil het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vanaf 1 januari 2024 een wetswijziging doorvoeren. “Dat betekent dat heel veel wetten op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur, milieu en infrastructuur bij elkaar gevoegd worden in de Omgevingswet”, zegt Storms-Smeets.
Met de Omgevingswet krijgt het Ministerie van VRO de regie meer in handen. De Vereenvoudigde wetten maken het mogelijk om de bezwaren te overrulen en milieuregels te omzeilen. Met dit vooruitzicht lijkt de woningbouw te gaan versnellen, maar dit gaat ten koste van het behoud van agrarisch erfgoed, dat zal beknellen.
“Het is een illusie dat al het erfgoed een rijksmonument gaat worden”, zegt Storms-Smeets over de dreigende leegstand en verval van agrarisch erfgoed. “We zijn heel veel erfgoed verloren afgelopen eeuw doordat eigenaren het niet goed konden aanpassen door de jaren heen.”
Herbestemming van erfgoed
Tegelijkertijd biedt de woningcrisis volgens Storms-Smeets ‘fantastische’ kansen. “Agrarisch erfgoed kan juist behouden worden door boerderijen te herbestemmen naar woningen, erven en woongemeenschappen.” Storms-Smeets stelt dat de herbestemming van monumentaal erfgoed en niet-monumentaal vastgoed de boventoon moet voeren voordat gedacht kan worden aan het uitbreiden van dorpen en steden. “Herbestemmen is het nieuwe bouwen”, zegt de geografe.
Vervolgens trekt een man met veel bombarie de aandacht naar zich toe. Hij staat op van zijn stoel en loopt naar het middelpunt achter in de zaal. “Ik ben niet zo somber als al deze ambtenaren”, zegt hij terwijl hij zijn hand omhoogsteekt en het publiek inkijkt. Het blijkt Ton Peters, de voorzitter van stichting Agrarisch Erfgoed Nederland.
Bij Peters zijn inmiddels negentig verschillende soorten herbestemmingen van agrarisch erfgoed bekend. Een voorbeeld die Peters aanhaalt zijn Friese boerderijen die zijn omgebouwd tot klooster en moskee, maar het hergebruiken van agrarisch erfgoed als woonruimte is volgens hem een eyeopener.
“Zie het echt als een kans”, zegt Storms-Smeets over de naderende Omgevingswet, die participatie van burgers een vast onderdeel maakt van de besluitvorming. Zowel maatschappelijke participatie vanuit de bevolking als een actieve betrokkenheid vanuit de politiek is volgens Storms-Smeets noodzakelijk om overeenstemming te bereiken.
“Ga het niet zien als een verplicht nummer, als het afvinken van een boxje”, zegt Storms-Smeets. Ze denkt dat het belangrijk is om jongeren te betrekken in de besluitvorming. “Ga in gesprek met elkaar, want uiteindelijk gaat erfgoed over in de volgende generatie. En die is er al.”
Landschap als sleutel tot succes
Ook Pieter Brink, architect en bestuurslid van het DAE, is hoopvol gestemd over de mogelijkheden die het ombouwen van agrarisch erfgoed naar woningen biedt. Verdere verdichting en uitbreiding van dorpen en steden is volgens hem geen geschikte oplossing voor de woningcrisis.
“Want dan is het groen snel weg”, zegt Brink terwijl hij met satellietbeelden laat zien hoe dorpen en steden sinds de jaren 80 elkaar naderen en het landschap in Nederland opslokken. De architect worstelt er naar eigen zeggen mee dat de kernen van dorpen en steden te dicht bij elkaar komen.
Vanuit een positieve blik bekijkt Brink de opties die het platteland biedt. Agrarisch erfgoed kan volgens Brink dienen als de sleutel tot succes van de regionale woningopgave. Hij brengt een bestemmingsplan ter sprake waarbij boerderijen worden hergebruikt als een woonerf dat bestaat uit stadswoningen, gezinswoningen en oudere woningen.
Het plan is afgekeken van het Zweedse platteland, waar gezinnen binnen een hectare leven als een hechte gemeenschap om de compactheid en de samenhang van de bebouwing te behouden. “We moeten niet het Franse model hebben dat een platteland leeg raakt”, zegt Brink.
“De opgave om te gaan wonen in landschappen is nieuw”, zegt Brink, “want we zijn sinds heugenis gaan wonen in kernen. Dat is echt een breuk met het verleden.” Ook de energietransitie – zonnepanelen en windmolens – moeten volgens Brink op een dusdanige manier ingepast worden dat de biodiversiteit kan herstellen en de samenhang in het landschap behouden blijft.
Groter denken
“Ik heb mijn huiswerk gedaan”, zegt Bernard Hanskamp, die als provinciaal planoloog de veranderingen van het Drentse landschap sinds de jaren 70 heeft meegemaakt. Volgens Hanskamp zijn er ‘tig’ mogelijkheden voor toekomstige woningen. “De ambitie is 13.000 woningen in Drenthe, en dat is eigenlijk maar laag.”
De regionale woningdeal is nog ‘kinderspel’, zegt Brink, die zich aansluit bij de woorden van Hanskamp. Brink verwacht dat toenemende migratie de druk op de woningcrisis de aankomende jaren verder zal opvoeren. “Maak je borst maar nat. We moeten nog veel meer uitvissen, dus denk niet te klein.”
Ook Storms-Smeets verwacht dat een grotere woningopgave extra uitdagingen biedt voor cultureel erfgoed. Het wordt volgens Storms-Smeets interessant om vanuit verschillende belangen en perspectieven tot één oplossing te komen. “Het zal schuren, het zal pijn doen en het zal emotioneel zijn. Maar dat is niet erg. Dat hoort erbij.”