Het knusse Café Rose in Maastricht bevindt zich in een straat waar ook de synagoge, de paters jezuïeten en de christelijke studentenverenging zich bevinden. Het café is een onderdeel van COC Limburg en bestaat nu al bijna 50 jaar. “Maar ik heb het wel echt uit de wollen sokken moeten trekken, hoor,” zegt John Martin, de eigenaar van het café. Nu komen er mensen van alle leeftijden, van Venlo tot Colombia. “We willen niemand uitsluiten. Bij ons is iedereen welkom, liefde is onbeperkt.” Martin heeft contact met andere COC’s en cafés, maar of er iets structureel aan het veranderen is, weet hij niet. “Gelukkig veranderen de verhalen van de andere cafés niet. Tot nu toe blijven het incidenten.”
Wel geeft café Rose inmiddels workshops aan barmedewerkers over hoe om te gaan met agressieve mensen, en de laatste tijd staat er meer beveiliging aan de deur. Dit is grotendeels voorzorg na de incidenten van begin april. Ook Martin is alerter, maar toch maakt hij zich weinig zorgen: “99 procent van de tijd is er niks aan de hand.”
Aan het randje van de binnenstad van Leeuwarden bevindt zich ‘waarschijnlijk één van de weinige (open minded) gaybarren van Friesland’: Café Bubbels. De eigenaar vertelt dat ze een hechte groep heeft aan vaste klanten. Ook zij heeft niet veel last van dergelijke incidenten. “Af en toe wordt de regenboog gejat of gesloopt, maar dat nemen we niet persoonlijk.” De eigenaar wijt dit gedeeltelijk aan de locatie van het café. “Buiten het centrum gebeurt toch minder en mensen komen dan echt speciaal voor het café.”
De incidenten zetten haar wel aan het denken, maar bang is ze niet. Toch blijft ze wel realistisch met de gedachte dat dergelijke incidenten ook de Bubbels kunnen overkomen; iedereen gaat daarom tegelijkertijd weg na het werk. Ze haalt veel steun uit de gemeenschap en de vaste gasten. Maar: “Uiteindelijk is het niet heel spannend bij ons.”
“Intolerantie is altijd geweest en zal nooit weggaan,” zegt Feibe Zweers van de Bodytalk in Utrecht. “Het verandert met golven.” Hij vertelt dat er eind jaren 90 een rustige periode was, maar dat het sinds begin 2000 weer onvriendelijker begint te worden op straat en richting zijn café. De reden daarvan weet Zweers eigenlijk niet zo goed. “Er is zo veel haat.” Wel is het zichtbaarder vanwege het internet, denkt hij: “Mensen zijn bekrompener geworden en lichtgeraakt. Mensen zijn minder vrij, en worden minder vrij gemaakt.” Rondom zijn café worden nare dingen geroepen, en soms wordt er ook geweld gebruikt. “Het enige wat je kan doen is niet reageren of de politie bellen.”
Toen Zweers 36 jaar geleden begon, waren het wel echt hele andere tijden, vindt hij. “Mensen moesten aanbellen bij een dichte deur. Maar de samenleving is veranderd en de LGBTQIA+- groep is ook veranderd, dat gaat vanzelf.” Inmiddels noemt hij de Bodytalk een van de meest gemengde LGBTQIA+-plekken van Nederland. “Iedereen is welkom, zo lang iedereen zichzelf kan blijven.”
“Tuurlijk,” reageert Zweers op de vraag of de moed weleens in z’n schoenen zakt. Maar hij blijft ook pragmatisch. “Ik lig hier niet van wakker, dat heeft geen zin.” De Bodytalk heeft goede banden met de politie en binnen in het café merk je nergens iets van, vertelt Zweers. “We zijn een makkelijk doelwit, én toegankelijk in het centrum.” Maar, hij benadrukt dat hij niet de enige is die last heeft van geweld en intimidatie. “Vroeger hadden we het over emancipatie, ik denk dat er nu veel geëmancipeerd moet worden. Alle kanten op.”
Hij vergelijkt Nederland met Duitsland, Engeland en Spanje, daar is het volgens hem progressiever en liberaler. Er is minder angst. Zweers blijft positief over zijn werk: “In principe is het hartstikke mooi en leuk werk, er is veel waardering van de bezoekers, ook over veiligheid. Én de zaak loopt goed,” concludeert hij tevreden.
“Vroeger had je 300 gaykroegen in Amsterdam, nu nog maar 30,” zegt Paul Wooninck van het café Marcus Antonius in Nijmegen. De reden hiervoor ligt gedeeltelijk bij het internet, denkt Wooninck: “Mensen hebben meer plekken om elkaar te ontmoeten.” Toch klinkt er ook zorg in zijn stem. Buiten het lege café op een dinsdagmiddag wapperen de regenboog vlaggetjes vrolijk, maar Paul, een grote, vriendelijke man, klinkt ernstig. “Onbekend maakt onbemind,” zegt hij over zijn perspectief op het geweld van begin april.
Ook al merkt hij niet direct een verandering in de omgeving van café Marcus Antonius, dat hij gedeeltelijk wijt aan zijn verborgen plek aan de rand van het centrum en ook een stukje geluk, voelt hij dat er minder ruimte is om zich te uiten. “Hier,” zegt Wooninck, terwijl zijn partner aan het stofzuigen is onder de dansvloer, “voelt iedereen zich thuis. Het is een soort huiskamer geworden.”
Paul Wooninck, net als de andere, geïnterviewde eigenaren, wil niets anders dan een ontmoetingsplek bieden voor iedereen van elke oriëntatie. Zo noemt Wooninck het ‘een gaykroeg die hetero’s tolereert’ en Bodytalk-eigenaar Feibe Zweers zegt diens bezoeker niet te kunnen omschrijven. “Er loopt van alles en nog wat rond. Iedereen die vrij wil zijn, die zichzelf wil kunnen zijn. Dat geldt ook voor hetero’s.”
Of er daadwerkelijk iets verandert in de bedreigingen richting de LGBTQIA+-gemeenschap, is moeilijk te zeggen. Tot nu toe lijken het incidenten te zijn. Toch is men even alert als altijd, of zelfs meer dan voorheen. John Martin van café Rose is twijfelachtig of hij ooit zal meemaken dat hij dat niet meer hoeft te zijn. “We moeten blijven volhouden, we kunnen niet zeggen: we stoppen ermee. De LGBTQIA+-community is altijd in beweging.” Hij vervolgt: “Leven en laten leven.”
Eindredactie door Anouk Gras