De afgelopen jaren is padel razendsnel in opmars. Steeds meer jongeren wagen zich aan een gezellig – en bovenal toegankelijk – potje padel. Deze jonge balsport, een mengeling van tennis en squash, wordt bestempeld als een van de snelst groeiende sporten van Nederland. Naast het toenemen van de breedtesport komt er ook steeds meer aandacht voor de topsport. Daarover spreekt Red Pers met Steffie Weterings: dé vrouw aan de Nederlandse padeltop.
Hoewel de meeste Nederlanders pas een aantal jaren bekend zijn met de padelsport, kent deze zijn oorsprong in het Mexicaanse Acapulco van 1969. De welgestelde Mexicaanse zakenman Enrique Corcuera begeerde een tennisbaan in zijn huis, wat niet mogelijk was vanwege een ruimtegebrek. Als oplossing bedacht hij een nieuwe sport – padel – met een afgebakend speelveld, zodat het tóch paste. In eerste instantie werd de sport vooral beoefend door de Mexicaanse elite, maar na vijf jaar kreeg padel steeds meer populariteit in de Mexicaanse middenklasse. Pas in 2010 bereikte de sport Nederland. Waar Nederland in 2011 beschikte over slechts 11 padelbanen, is dit aantal in de daaropvolgende jaren gegroeid tot 1339 in 2022. Morgen – 18 maart – begint het Nederlands Kampioenschap. Met dit toernooi in aantocht, praat Red Pers met topspeler Steffie Weterings over de topsportwereld van padel.
Het fundament van Steffie Weterings’ padelcarrière ligt in de tennissport. Met een tennisverleden op hoog niveau had Steffie als tiener al een helder doel voor ogen. Haar toekomst lag in de tenniswereld en dat kon twee dingen betekenen: proftennisser worden óf een tennislerares. Wanneer haar tenniscarrière op achttienjarige leeftijd ten einde komt, blijft zij dan ook trouw tennislessen geven. Nu, zestien jaar later, staat zij op nummer één in de Nederlandse padeltop.
Welke weg heb jij bewandeld om te komen waar je nu staat?
“Ik begon met tennissen toen ik acht jaar oud was, waarna ik twee jaar later startte met spelen op hoog niveau. Dit deed ik zowel nationaal als internationaal. In de tussentijd gaf ik tennislessen en hield ik me veelal bezig met alles wat met tennis te maken heeft. Op mijn achttiende verschoven mijn interesses van het vele trainen naar uitgaan met vriendinnen. Daar kwam nog eens bij dat ik het reizen voor internationale toernooien erg eenzaam vond. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik destijds stopte met tennissen op hoog niveau. Toch ben ik altijd actief gebleven binnen de tennissport door lessen te geven en te coachen. Twee jaar geleden startte ik met padel. Toen kwam ik al vrij snel terecht bij mijn huidige coach, Alex Luneman. Samen met hem, en mijn maatje Marcella Koek, speel ik rond de drie keer per week in zijn padelschool. Gemiddeld train ik zo’n zes dagen per week, waarvan vijf dagen padel en één of twee dagen fitness.”
‘In Nederland kiezen jongeren eerder voor voetbal, hockey of tennis.’
De tennisbond KNLTB ambieert een groei van het Nederlandse padel in zowel de breedte- als de topsport. Volgens hen kunnen de huidige Nederlandse topspelers zich nog niet meten met de internationale top. Hoe denk jij hierover?
“Ik ben het zeker eens met wat de KNLTB zegt. Er zit nu nog een gat tussen de internationale top en de top van Nederland. Zo hebben Spaanse en Argentijnse spelers een grote voorsprong, omdat zij op een veel jongere leeftijd beginnen met padel. In Nederland kiezen jongeren eerder voor sporten als voetbal, hockey of tennis. Padel komt vaak pas op een latere leeftijd aan bod en dat zorgt voor een achterstand. Het gat dat hierdoor ontstaat, kun je niet helemaal dichten. Toch zie ik de padelsport groeien in de breedte en lijkt het steeds meer bekendheid te krijgen. Daarnaast maakt de KNLTB een grote groei op social media en organiseert de bond geregeld padeltoernooien. Ook organiseerden een aantal bekende Nederlanders vorig jaar een groot WPT-toernooi in Amsterdam dat is uitgezonden op Ziggo Sport. Dit zorgt natuurlijk voor veel meer bekendheid en een groter bereik in Nederland, met als gevolg dat óók de jeugd steeds meer gaat padellen. Hierdoor zal het gat tussen het Nederlandse en het internationale niveau in de toekomst steeds meer krimpen.”
Padel is de afgelopen jaren immens gestegen in populariteit. Dit zal op den duur meer structuur aanbrengen in de breedte- en topsport. Is het, zoals het er nu voor staat, als Nederlandse topspeler mogelijk om je brood te verdienen met het spelen van toernooien?
“Op dit moment is het nog niet mogelijk om te leven van toernooien, omdat het prijzengeld nu nog zo laag is dat hier slechts de onkosten mee worden gedekt. Vanaf april wordt het prijzengeld verdubbeld, dus dan kan je er al iets meer mee. Het is natuurlijk wel afhankelijk van je prestaties. Hoe beter je presteert tijdens de toernooien, des te meer je zult verdienen. Daarnaast wordt het social-mediabereik groter waardoor je sponsoren krijgt, en ook zij helpen je soms op financieel gebied. Toch hangt het er heel erg vanaf hoe succesvol je bent en moet je vooral ook de gun-factor en het geluk hebben.”
“Vrouwen hebben in de topsportwereld nog een lange weg te gaan. Op het gebied van salaris, aandacht en waardering is vrouwensport nog steeds ondergeschikt aan mannensport.” Hoe ervaar jij deze stelling?
“Het is al jaren een ding dat mannen meer verdienen dan vrouwen. Óók in de padelsport verschilt het prijzengeld van mannen met dat van vrouwen. De mannen verdienden de laatste jaren iets meer, maar dit wordt steeds meer gelijkgetrokken. Dat vind ik goed, want de vrouwen stoppen er evenveel energie in als de mannen. Bij mijn laatst gespeelde toernooi verdienden vrouwen evenveel als mannen. Ik denk alleen dat het prijzengeld van padel nog zo laag is dat er niet veel discussie over ontstaat. De verdiensten van padel zijn niet te vergelijken met bijvoorbeeld die van een tennistoernooi. Maar ook tennis is ooit bij een klein bedrag begonnen, dus ik verwacht nog wel een ontwikkeling binnen de padelsport.”
Als een gevolg van prestatiedruk krijgen topsporters regelmatig te maken met lichamelijke of emotionele uitputting. De lat wordt vaak té hoog gelegd en topsporters zijn niet snel tevreden met hun prestaties. Ervaar jij wel eens prestatiedruk als topspeler?
“Winnen is voor mij heel belangrijk, dat geeft mij een fijn gevoel. Ik ben heel perfectionistisch en dat gaat soms ten koste van mijn eigen plezier. Hierdoor ben ik ook nog wel eens mijn eigen grootste tegenstander. Het is niet zozeer dat de mensen om mij heen mij druk opleggen; dit komt meer vanuit mezelf, omdat winnen voor mij heel belangrijk is. Té prestatiegericht handelen gaat ten koste van je taakgerichte doelen, dus om dit te voorkomen praat ik geregeld met mijn mental coach. Gelukkig weten ook de mensen in mijn directe omgeving hoe ik ben en zetten zij me op dat soort momenten weer met beide benen op de grond.”
‘Aangezien padel echt een spektakel is om naar te kijken, verwacht ik dat het meer bekendheid zal krijgen.’
Wat zijn je verwachtingen voor de toekomst?
“Voor menig sporter is 34 natuurlijk best wel oud, maar in de padelsport valt dat wel mee. Zolang je fit blijft en voor je lijf zorgt, kan je heel lang doorgaan met padel. Langer dan met tennis; dat is namelijk een stuk fysieker dan padel. Ik denk dan ook dat ik nog wel een aantal jaren op het hoogste niveau zal meedraaien en daarnaast hoop ik wat meer internationaal te kunnen gaan spelen.
Wat betreft de sport zelf vermoed ik dat er grote ontwikkelingen zullen plaatsvinden. De laatste twee jaar steekt de KNLTB veel tijd en energie in de sport en ik denk dat dit alleen maar meer zal worden. Ik denk zelfs dat padel zo breed wordt – en zo populair – dat het een van de grotere sporten zal worden in Nederland. Zo zijn er aanstaande zomer wel acht internationale toernooien in Nederland, en dat terwijl Nederland in vergelijking tot andere landen heel klein is. Aangezien padel een dynamische sport is die echt een spektakel is om naar te kijken, verwacht ik dat padel – net als tennis – een serieuze sport zal worden met meer bekendheid. Dit is slechts een kwestie van tijd.”
Eindhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png door Ciska Molenaar