Voor de tweede keer werd er in Amsterdam een woonprotest gehouden. Want sinds de vorige demonstratie is er, volgens de demonstranten, verdomd weinig veranderd. “Er is véél meer verzet nodig”.
Zondagmiddag half één, dertig minuten voordat de tweede editie van het Amsterdamse woonprotest van start moet gaan, is het nog rustig op de Dam. Een man met een blauwe regenjas baant zich een weg door de menigte om de demonstranten een krantje aan te bieden. “35 jaar geleden stond ik hier ook al”, vertelt hij. “Nog steeds geeft het een goed gevoel om samen op te komen voor de goede zaak.”
Het is inmiddels meer dan één jaar geleden dat het woonprotest een landelijke golf aan demonstraties ontketende. Naast Amsterdam, waar het protest zo’n 18.000 bezoekers trok, werd er onder andere in Rotterdam, Den Haag en Nijmegen gedemonstreerd. Toch is er niets wezenlijks veranderd, verklaarde de organisatie twee weken geleden. “Massaal demonstreren blijkt onvoldoende“, aldus de organisatie. Reden genoeg voor een nieuwe reeks acties. “Er is meer verzet nodig. Veel meer.” Zondagmiddag vond de eerste demonstratie plaatst. Zo’n duizend demonstranten verzamelden zich op de Dam om te demonstreren voor het recht op wonen.
Verveelde politie
De politie, die in grote getalen aanwezig is, kijkt verveeld toe terwijl de groep demonstranten mondjesmaat toeneemt. Om de zoveel minuten verschijnt er een nieuwe vlag van een politieke partij of belangengroep boven de hoofden van de demonstraten. Demonstranten houden bordjes vast met teksten als “In gelul kan je niet wonen” en “Voor een gaaf land is het een aardige kutzooi”. Een jonge vrouw houdt een kartonnen huisje boven haar hoofd. “Deze kan ik nog wel betalen”, staat erbij.
Meneer Aboutaleb, ik heb nieuws voor u: wonen is een recht
Iets na één uur ’s middags, inmiddels zijn er zo’n 500 demonstranten aanwezig, begint het sprekersprogramma. Fatima Faïd, raadslid van de Haagse Stadspartij, wil net de eerste spreker aankondigen als ze onderbroken wordt. “Wet of geen wet, kraken gaat door”, klinkt het luid uit de hoek van ‘het zwarte blok’, een grotendeels anonieme groep anarchistische demonstranten gekleed in zwart. “Dat sowieso”, reageert Faïd, waarop een groot deel van de menigte begint te juichen. “We zijn met iets minder mensen dan vorige keer”, constateert Faïd, “maar dat maakt niet uit, want het gaat erom dat we een statement maken.”
Bij de eerste paar sprekers lijkt de menigte nog een beetje los te moeten komen en blijft het relatief stil. Dit verandert als Mustapha Eaisaouiyen de microfoon in handen krijgt. Met een zijn speech over het belang van solidariteit en strijd weet de Rotterdamse activist na bijna elke zin een luid gejuich op te roepen uit het publiek. “Meneer de burgemeester (Aboutaleb, red.), ik heb nieuws voor u: wonen is een recht.”
Ook Jerry Afriyie, leider van actiegroep Kick Out Zwarte Piet, spreekt de menigte toe. “De woningcrisis maakt families kapot.” Een blonde vrouw van middelbare leeftijd knikt instemmend. “Ik ben een alleenstaande moeder met drie kinderen”, zegt ze. “Al drie jaar moet ik noodgedwongen bij familie verblijven omdat ik geen huis kan vinden.” Inmiddels staat ze bij nagenoeg alle gemeentes ingeschreven om in aanmerking te komen voor een woning. Maar telkens valt ze net buiten de boot en daar wordt ze moedeloos van. “Ik heb als alleenstaande moeder helemaal geen tijd om te vechten tegen deze machine.”
Een studente met geblondeerd haar houdt een bordje vast. “Stop met mij melken”, staat erop. Ze heeft zelf geluk gehad met het vinden van een woning, vertelt ze. Maar veel vrienden van haar kunnen geen kamer vinden. “Die vertikken het om 700 euro voor een kamer van een paar vierkante meter te betalen.” Ze was ook aanwezig bij het vorige woonprotest in september 2021, maar heeft niet het idee alsof er sindsdien is veranderd. Waarom? “Dat is precies waarom we hier staan. Om die vraag te stellen: waarom is er niks veranderd?”
Kalverstraat
Zaterdagochtend kondigde de organisatie van het Woonprotest aan dat het oorspronkelijke plan om na de demonstratie op de Dam een “mars tegen de leegstand” door de Kalverstraat te lopen niet door zou gaan. De organisatie kon niet akkoord gaan met de voorwaardes die gesteld werden door de burgemeester, politie en hoofdofficier van justitie. De demonstranten mochten slechts in groepen van 400 door de straat lopen met een https://redpers.nl/wp-content/uploads/2016/08/max-in-ny-1.jpgimaal aantal van 2.000 man. De mars werd daarom verplaatst naar het nabijgelegen Rokin.
Maar als het aantal aanwezigen toch minder blijkt dan verwacht, lijkt de organisatie ter plekke van mening te zijn veranderd. “Zoals jullie weten willen ze niet dat we door de Kalverstraat lopen”, zegt medeorganisator Sander van der Kraan iets voor tweeën door de microfoon. “De Kalverstraat staat symbool voor alles wat er mis is met dit beleid: grote bedrijven boven mensen, boven het woonrecht en boven het demonstratierecht.” Even laat Van der Kraan een stilte vallen. “Dus we gaan het toch doen”, waarop er een luid gejuich uit het publiek opstijgt.
Hoe laat is het? Solidariteit!
Als de menigte de Kalverstraat binnenloopt, het is inmiddels kwart over twee, lijkt het even alsof de politie de mars toch wil blokkeren. Nadat een eerste groep demonstranten de winkelstraat betreedt wordt het achterste peloton tegengehouden. Het voorste peloton weigert door te lopen zolang de rest niet mag aansluiten. “Hoe laat is het? Solidariteit!”, klinkt het.
Even dreigt de sfeer om te slaan. Een aantal demonstranten probeert door de politielinie te breken en wordt hardhandig teruggeslagen. Zo’n twintig minuten staan de demonstranten oog in oog met de inmiddels gearriveerde ME en nemen de spreekkoren een fellere toon aan. Maar zodra de eerste groep demonstranten doorloopt, mag ook de tweede groep de winkelstraat betreden.
“Hebben ze niks beters te doen?”
Onder het toeziend oog van winkelaars en toeristen, loopt de menigte door de winkelstraat. “Hebben ze niks beters te doen?”, vraagt een man in een blauwe parka zich hardop af. Maar er zijn ook veel omstanders die menigte toejuichen. Een winkelmedewerker van een cosmeticabedrijf begint hard te klappen terwijl de stoet haar filiaal passeert. Een aantal omstanders besluit zich aan te sluiten bij de mars, waardoor de stoet inmiddels uit zeker duizend demonstranten bestaat.
Tromgeroffel voorziet de leuzen van de demonstranten – “Huizen voor mensen, niet voor winst”, “Geen woning, geen kroning”, “Eén twee drie vier, fascisten zijn niet welkom hier” – van een ritmische ondertoon. Een jongen met een grote bos blond haar begint uitbundig te dansen. Dat werkt aanstekelijk. Binnen de korstte keren springen verschillende demonstranten mee op de muziek. Via het Muntplein en Rembrandtplein arriveert de menigte rond 15:30 bij de Stopera. Daar verzoekt de organisatie de menigte om naar huis te gaan.
Terwijl de groep langzaam kleiner wordt, blijft een aantal demonstranten staan om na te praten. Sommige van hen beginnen tentjes op te zetten op het plein. “Hier is het ten minste wel betaalbaar.”