Het plan was om in Polen te gaan werken, daarna een paar maanden in Nederland te verblijven, en dan weer terug te gaan naar thuisland Oekraïne. Het liep anders voor de Oekraïense Karina Maliarenko (20). De oorlog brak uit toen ze nog in Polen was. Nederland werd een land dat haar vluchtbestemming zou worden. Hoe verhoudt ze zich na bijna een jaar oorlog tot haar thuisland?
Oude Banksy-posters en hier en daar wat Lord of the Rings-stickers vullen de felblauwe muren van Karina’s tijdelijke kamer in Alkmaar. Sinds eind augustus woont ze hier. De plek waar ze belt met vrienden uit Oekraïne, waar ze dagenlang bezig kan zijn met een nieuwe mix voor haar dj-set en waar ze stukje bij beetje zich de Nederlandse taal probeert eigen te maken.
Ze praat relatief makkelijk over de oorlogssituatie in Oekraïne. Dat is niet omdat ze het ook makkelijk heeft: vooral kerst en oud en nieuw waren zwaar, het voelde tegenstrijdig om te gaan feesten terwijl haar thuisland in puin ligt. Haar ouders wonen sinds het uitbreken van de oorlog in Litouwen, haar vrienden overal en nergens in de wereld. Een deel van haar vrienden die uit Cherson – haar geboorteplaats – en Odessa komen, zijn uitgeweken naar steden zoals Kyiv, waar het relatief veiliger is.
Haar beste vriend woont ook in Kyiv. In hun dagelijkse gesprekken via de telefoon praten ze vanzelfsprekend veel met elkaar over de oorlog. “Van de week hadden we het er nog over hoe Oekraïense kinderen bij hun ouders worden weggehaald door de Russen,” vertelt ze. “Een vrouw in Rusland heeft gemiddeld net iets meer dan één kind – dat vinden de Russen te weinig; ze zijn bang dat het Slavische volk uitsterft. Oekraïense kinderen worden daarom bij Russische gezinnen geplaatst en daar verder opgevoed alsof ze Russisch zijn.” Karina en haar vrienden maken met veel gebeurtenissen die nu in Oekraïne plaatsvinden een Nazi-vergelijking: “Hitler deed tijdens de Tweede Wereldoorlog precies hetzelfde als Poetin nu.”
Inferiority complex
Velen in Oekraïne zagen deze oorlog niet aankomen, zegt Karina. Zelfs na de annexatie van de Krim niet. “De Russische propaganda heeft niet alleen Russen gehersenspoeld, maar ook Oekraïners,” vertelt ze. “Vroeger was het goedkoop voor Oekraïne om via Rusland televisieseries te kopen, die dan op de nationale televisie werden uitgezonden. In de series was de propaganda van Rusland zo sterk, dat elke Rus daarin machtig en rijk was, en elke Oekraïner dom en arm. Ik heb dat als kind niet zo beseft, maar realiseerde me dat veel later pas. Op allerlei maniertjes zorgde Rusland al voor een gevoel van onderdanigheid bij ons volk. Iedereen is ermee opgegroeid. De inferiority complex noemen we het in Oekraïne.”
Sovjet-kloof
Ze was vrij jong – ongeveer zestien jaar – toen ze het ouderlijk huis uitging om in Kyiv te wonen, maar ook mentaal heeft Karina zich al vroeg afgescheiden van haar ouders. “De generatiekloof tussen ons is te groot. Mijn ouders groeiden op in de Sovjet-Unie, waar communistische normen en waarden overheersten. Iedereen verdiende hetzelfde, zag er hetzelfde uit, en je kinderen moesten lijken op alle andere kinderen. Mijn generatie is veel vrijer, en vooral diverser – dat komt ook deels omdat we mobiele telefoons hebben, en dus ook veel dingen meekrijgen van het Westen.”
Terwijl Karina koffie zet, scrollt ze door haar telefoon, op zoek naar een promofilmpje dat ze als student evenementenorganisatie maakte voor een festival in een bos in Oekraïne. Het filmpje omarmt inderdaad een heel vrij beeld: er zijn schaars geklede – soms naakte – flink opgemaakte meiden te zien, in roze thema. Tekeningen die ze maakte voor de posters van het festival hebben een soort psychedelische elementen, met dansende letters, aparte vormen en felle kleuren. Maar het blijft een verdeeld land, benadrukt Karina, waar sommige steden nog super-Sovjet en conservatief zijn, maar een stad als Kyiv al weer veel democratischer. “Mijn moeder uit Cherson zou er bijvoorbeeld absoluut niet kunnen wonen”, zegt ze. Wel denkt ze dat doordat zoveel mensen nu moeten vluchten naar andere, vaak westerse landen en daar ook weer dingen zien en meemaken die afwijken van het Sovjet-narratief, de kans er ook in zit dat het communistische gedachtegoed versneld verdwijnt en langzamerhand plaats kan maken voor een meer westerse levensstijl.
Eigen plekken
Karina voelt duidelijk liefde voor het organiseren van evenementen, maar het maken van muziek is haar grootste passie. Als dj mixt ze vaak nieuwe nummers en melodieën op haar laptop; koptelefoon op, compleet afgesloten van de wereld. Meestal is dat elektronische- en technomuziek, maar het kan ook hiphop zijn. In Oekraïne dj’de ze soms op feestjes, in Nederland huurt ze eens in de zoveel tijd een avond lang een zijkamertje van studenten in Acta af – een studentenflat in Amsterdam Nieuw-West – met complete set, zodat ze daar haar eigen muziek kan draaien. Soms alleen, soms met vrienden. “Muziek is de enige soort kunst die niet écht bestaat,” zegt ze. “Dat is iets waar filosoof Jean-Paul Sartre in zijn boek Nausea ook veel over schrijft. Muziek heeft de meeste variatie en is het meest abstract; je kan het niet aanraken. It is against time, it takes time on its own.”
De donkergroene, kleine kamer in studentenflat Acta is waar ze sinds haar aankomst in Nederland het meest kan opgaan in haar passie voor muziek. Bij de vraag of ze in Oekraïne ook plekken had waar ze heen ging om haar hoofd leeg te maken, glimlacht ze: “Oh yeah, the places of power.” In Kyiv was dat aan één van de meren die de stad rijk was, en in Cherson was het de grote Antonivsky-brug waar ze zich thuis voelde. Tijdens de oorlog is de brug verwoest door de Russen. Maar in Alkmaar heeft ze haar eigen place of power opnieuw gevonden. “De grote, houten stoel in het stadspark aan de gracht. Daar kan ik urenlang de voorbijkomende mensen aan de andere kant van het water aanschouwen.”
Eindhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png door Alistair Keepe