Nynke van Verschuer begon als jonge journalist op de boekenhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png bij NRC. In 2021 maakte ze de overstap naar het correspondentschap in Duitsland. Wat valt haar op, nu ze Duitsland verslaat?
Ervaring met reportages maken had Nynke van Verschuer (35) nog niet toen ze twee jaar geleden naar Berlijn verhuisde. Wat ze wel had, was affiniteit met Duitsland. Al sinds haar studietijd is ze bezig met de Duitse taal, cultuur en literatuur.
Van Verschuer begon als journalist bij de boekenhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png van NRC. Tijdens dat sollicitatiegesprek werd er gevraagd naar haar droombaan. “Ik zei dat ik heel graag correspondent wilde worden in Duitsland. Daar moest de eindredacteur met wie ik in gesprek was een beetje om lachen. Ik legde de lat wel lekker hoog, zei hij. Dat dacht ik zelf ook wel.” Anderhalf jaar later lukte het haar. Ze werd Duitslandcorrespondent bij het dagblad.
Waar komt jouw liefde voor Duitsland vandaan?
“Ik heb als kind in Duitsland gewoond en daarnaast een jaar gestudeerd aan de Albert-Ludwigs-Universität in Freiburg, een studentenstad vlakbij de grens met Zwitserland. Ik heb filosofie gestudeerd aan de Universiteit Leiden, met een zwaartepunt in Duitstalige filosofie. Duitsland voelt ook echt als mijn tweede thuis.”
Hoe is het je gelukt om correspondent Duitsland te worden?
“Als correspondent beginnen was geen logische stap. Ik begon na mijn studie als stagiaire bij Vrij Nederland, waar ik twee jaar lang voor heb gefreelancet. Daar schreef ik altijd over cultuur, interviewde ik schrijvers, kunstenaars en filosofen. Later belandde ik bij NRC en toen zat ik op de boekenhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png. Ik had eigenlijk helemaal geen ervaring met verslaggeving of reportages maken, of politieke analyses schrijven. Ik vond het daarom ook best wel bijzonder dat ik die baan toch heb gekregen. Volgens mij kon ik compenseren met het feit dat ik serieus in Duitsland geïnteresseerd ben en al sinds jonge leeftijd de Duitse media volg. Ik was al goed op de hoogte van wat er speelde.”
Misschien wordt het correspondentschap steeds meer iets voor mensen die bevlogen zijn en oprecht geïnteresseerd zijn in een land.
Is die intrinsieke interesse dan belangrijker dan alles weten over, bijvoorbeeld, de Duitse politiek?
“Ik had het hier laatst met een collega over. Die zei: misschien wordt het correspondentschap steeds meer iets voor mensen die bevlogen zijn en oprecht geïnteresseerd zijn in een land. Dat er geen mensen meer bij de krant werken die correspondent zijn geweest in én China, én Amerika én Duitsland. Ze brengen natuurlijk bepaalde vaardigheden met zich mee waardoor ze over elk land goed kunnen schrijven, maar die collega observeerde dat schrijvers steeds vaker gekoppeld worden aan landen die echt goed bij ze passen.”
“Ik hoor van mensen dat mijn persoonlijke band met Duitsland naar voren komt in mijn publicaties. Zo schreef ik laatst een reportage van een toneelstuk en over een expositie van Wagner. De kennis over Duitsland en de Duitse cultuur geeft mij veel vrijheid om te schrijven waar ik over zou wil schrijven.”
Met welk artikel ben je nu bezig?
“Ik heb net een aanvraag gestuurd naar het Duitse ministerie van Milieu. Ik schrijf een stuk over munitie uit de Tweede Wereldoorlog, die op de bodem van de Oostzee en Noordzee ligt. Er is een internationaal programma in gang gezet om die munitie op te ruimen, want het materiaal ligt te roesten en het schaadt vissen en noordse stormvogels. Het is onbegonnen werk want het ligt overal. Ik ben heel benieuwd hoe ze dat gaan aanpakken.”
Dat klinkt ernstig.
“Is het ook. De geallieerden dachten eerst dat ze er mooi vanaf waren. Maar dat is niet zo. Het is gaan roesten en nu komen er deeltjes vrij. Er zweven stukjes fosfor en andere chemische materialen door de zee.”
Hoe lang ben je meestal bezig met zo’n artikel?
“Als het ministerie snel antwoordt, kan ik er direct mee aan de slag. Meestal heeft zo’n artikel een aanloop van een week of twee. Eerst denk ik ‘daar moet ik over schrijven’, maar dan werk ik vaak nog aan iets anders. Zodra ik alle puzzelstukjes bij elkaar heb, zoals quotes, informatie en beeldmateriaal, kan ik het meestal in een of twee dagen schrijven. Ik denk dat het proces van idee tot eindresultaat meestal een week tot tien dagen duurt.”
Dat is best wel snel.
“Klopt, het ritme ligt best hoog. Ik moet ongeveer twee tot drie artikelen per week schrijven, omdat er veel gebeurt. Wel leuk hoor, ik ben altijd met meerdere onderwerpen bezig.”
Dat lijkt me ook wel lastig.
“Is het ook. Ik ben niet zo goed in multitasken. Ik doe meestal een dagdeel dit, een ander dagdeel dat, en dan beloof ik mezelf niet meer met het andere onderwerp bezig te zijn. Dat lukt soms niet. Je moet jezelf weerhouden om niet snel iets te veranderen. Het komt regelmatig voor dat je een ideetje hebt, en dat nog even wilt opschrijven.”
Duitsland vond dat je in de toekomst beter conflicten kon oplossen met diplomatie. Zo dachten ze de relatie met Rusland ook te kunnen onderhouden, met diplomatie.
Wat zou je ooit nog is willen schrijven, als je iets meer tijd hebt?
“Wat ik interessant vind is de Duitse verhouding tot natuur. Duitsers verheerlijken hun natuur en bos. Er zijn allerlei trends zoals Waldbaden, wat letterlijk ‘baden in het bos’ betekent. Je baadt je in de natuur en knuffelt met bomen. Ik vind het grappig en veelzeggend hoe Duitsers over natuur denken en hoop daar in de toekomst meer over te schrijven.”
“Ik vind het daarnaast ook heel leuk om over sport te schrijven. Zo ben ik bezig met een verhaal over een parlementariër, die in een dopingcommissie van het Duitse parlement zit. Het controversiële hieraan is dat hij vroeger zelf topsporter is geweest in de Deutsche Demokratische Republik (DDR). Alle topsporters in de DDR waren toen verplicht om doping te gebruiken. Daar gaat nu de discussie over: mag je wel in zo’n commissie zitten als je zelf ook ooit doping heb gebruikt?”
Zijn er bepaalde onderwerpen die je uitdagender vindt dan andere?
“Sinds de oorlog in Oekraïne is er een grote stemmingswisseling voelbaar. Duitsers zeggen altijd zichzelf te zien als het braafste jongetje van de klas, ze willen alles perfect doen. Maar juist nu, sinds het uitbreken van de oorlog, kijken ze steeds meer naar hoe ze decennialang hebben gehandeld en hoe ze dat in de toekomst anders willen doen. Ze vonden het bijvoorbeeld achterlijk dat landen nog investeerden in defensie, dat ze 2 procent van hele begroting aan defensie moeten uitgeven volgens de NAVO-norm. Duitsland vond dat je in de toekomst beter conflicten kon oplossen met diplomatie. Zo dachten ze de relatie met Rusland ook te kunnen onderhouden, met diplomatie.”
“Begin dit jaar schroefden ze het budget voor leger juist flink op. Zo komen Duitsers terug van hun eigen standpunten en ook een beetje van hun morele superioriteit. Ik vind het juist lastig om die stemmingswisseling in een complex land op papier te zetten. Maar dat maakt mijn werk ook weer uitdagend.”