Zomaar raakt columnist Caspar van de Poel een hele dag gefascineerd door de hardnekkige nevellaag die op die ene vroege ochtend over zijn stad ligt gedrapeerd. Waarom?, vraagt hij zich af, mist is toch ook maar gewoon mist?
Om vijf uur ’s ochtends doe ik de voordeur open en stap ik grommend naar buiten. Meteen hecht de nevel zich aan mijn gezicht, meteen verlang ik terug naar bed en meteen heb ik spijt, ook al heb ik geen onverstandige keuze gemaakt.
De ochtend ervoor is mijn fiets kapotgegaan, waardoor ik nu in alle vroegte, terwijl de stad nog lang niet over ontwaken peinst, lopend mijn weg naar werk moet zien te vinden. Aanvankelijk valt het me zwaar. Niet de fysieke inspanning; een half uur lopen lukt zelfs iemand die niet meer sport ten gevolge van de lockdown. Nee, het tegenzitten, het niet gaan zoals het moet gaan. Het feit dat je niets in te brengen hebt tegen hoe alles uiteindelijk loopt. De afgelopen twintig maanden werd pijnlijk duidelijk dat je vaak machteloos bent.
Terwijl ik mijn eindbestemming, de https://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png, nader, begin ik mij thuis te voelen op straat, in de lijvige mist. Het is nog pikkedonker maar de mist zonneklaar. De anders oplichtende gebouwen zijn slechts schimmig aanwezig en wanneer ik arriveer is mijn hoofd vochtig, alsof ik gedoucht zou hebben voor vertrek. De schijn van hygiëne heb ik in ieder geval mee vandaag.
De mist blijft me de hele dag fascineren. Waarom dat zo is kan ik niet plaatsen. Het is ook maar een basaal natuurverschijnsel, eentje dat ik al honderden, zo niet duizenden, malen heb aanschouwd. Nooit had ik er diepe gevoelens bij, nu ben ik erdoor bevangen. Om het half uur draai ik mijn hoofd richting het raam, even vluchtig controleren of de mist nog zichtbaar is. De hoogbouw lijkt lager, de Maas kalmer en de eclectische gebouwenmassa begint geforceerde uniformiteit uit te stralen. De karakteristieke rafelrandjes worden vakkundig verbloemd.
’s Middags loop ik weer terug naar huis. Het wandelen heb ik inmiddels in mijn hart gesloten aangezien ik daarvoor ruim acht uur lang aan een bureaustoel vastzat. De mist is er nog steeds en de stad een afgematte schim van zichzelf. Dat is natuurlijk ook exact wat mist doet, het vervaagt. Het is een zintuigelijk verschijnsel waar iedereen ongeveer dezelfde effecten van ondervindt. Je wordt er nattig van en bovenal: je ziet minder en de realiteit wordt versuft.
Existentiële angst is salonfähig en levens staan stil
Thuis snap ik het pas. Vandaag is de mist manifest aanwezig, de afgelopen twee jaar latent. Er is een onzichtbare, verdovende walm over het leven neergedaald. De realiteit is afgemat en veel wat voor vreugde, inspiratie en überhaupt emotie zorgde is verwaterd. Een aftreksel van ooit grootste pracht. Hobby’s zijn zich gaan beperken tot fermenteren en zuurdesembrood bakken, existentiële angst is salonfähig en levens staan stil. Hoe ontplooi je je nog? Wat doe je überhaupt als je de dertig nog niet bent gepasseerd en helemaal niet weet hoe je moet stilzitten?
We leven in het nummer Time van Pink Floyd. Er wordt bezongen hoe de tijd ineens uit je handen kan wegglippen en dat het dan te laat is. Dan zijn de contouren van je leven zichtbaar, uitgezet en onveranderlijk.
You are young and life is long and there is time to kill today
And then one day you find ten years have got behind you
No one told you when to run, you missed the starting gun
Volgens mij is die vrees valide. Juist vanwege de mondiale gezondheidscrisis waarin we verkeren, die op alles impact heeft. Hevige mist hangt sluimerend over je kansen, keuzes en zelfs mogelijkheden tot afleiding en ontspanning. Je vraagt je af wanneer het opklaart. En of er mensen zijn die moedwillig het zicht blijven vervagen. In je gedachten zie je ze staan, met reusachtige mistmachines, van die gevaartes die de Albert Heijn gebruikt om hun groente mee te benevelen.
Die avond drink ik ouzo met mijn huisgenoot. Diep ironisch natuurlijk, mist opzoeken om datzelfde te doen vergeten.
Met medewerking van Lucca de Ruiter