Exact één jaar na de bestorming van het Capitool lijkt het gevaar nog niet geweken. De Amerikaanse democratie staat onder druk en als niet-Amerikaan maakt redacteur Thom Canters zich zorgen. Waar komt dat vandaan?
“Our house is on fire”, zei Greta Thunberg al op 25 januari 2019. Zij had het weliswaar over klimaatverandering, maar de schop onder de kont die zij wereldleiders wilde geven, mag best nog een keer uitgedeeld worden aan de President van de Verenigde Staten, Joe Biden. Zeker als het gaat over de gezondheid van zijn democratie. Het is niet Greta’s huis, en ook niet ons huis, maar dat doet niks af aan de urgentie van het probleem: een substantieel deel van de bevolking lijkt geen vertrouwen meer te hebben in de democratische instituties, opgezweept door een Republikeinse Partij die met de dag fascistoïder lijkt te worden; reden voor pessimisme.
Een probleem voor de toekomst
De Republikeinse president Trump kondigde al geruime tijd voor de verkiezingen aan: “De enige manier waarop ik deze verkiezing kan verliezen, is als er is gefraudeerd.” Verliezen deed hij, maar van fraude was geen sprake. Een barrage aan fake news over het eerlijk verloop van de verkiezingen en vruchteloze rechtszaken volgde uit het Trump-kamp. Zijn aanhangers, meegesleurd in die zee van leugens, probeerden met geweld de formalisering van de overwinning van Biden te verhinderen. Trumps Big Lie, zo schreven de media. Het resultaat? De Capitoolbestorming op 6 januari 2021.
Duizenden aanhangers van president Trump marcheerden naar het centrum van de Amerikaanse democratie, het Capitool. Ze braken door politiebarricades en bestormden het gebouw in een onvertogen poging de formalisering van Bidens verkiezingsoverwinning te voorkomen. Enkele uren lang bezetten, plunderden en vernielden de muiters delen van het gebouw, tot de politie hardhandig een einde maakte aan de opstand. Er vielen vijf doden. Diezelfde nacht werd Bidens overwinning in het ontzette Capitool alsnog bekrachtigd.
De opstand bij het Capitool was de apotheose van een lange periode van leugenachtige verdachtmakingen. Een voorlopig dieptepunt, zo blijkt. Het kan altijd nog erger. De volgende couppoging lijkt al in de maak, schrijft Amerikaans tijdschrift the Atlantic afgelopen december. De Republikeinen hebben sinds vorig jaar namelijk niet stilgezeten. Aan het eind van dit jaar zijn de tussentijdse verkiezingen, en in 2024 volgen de presidentsverkiezingen. Trump, nog altijd mateloos populair onder Republikeinen, hint sterk naar een nieuwe gooi naar het presidentschap. Alles wordt in werking gesteld om hem de winst ditmaal niet te laten ontglippen.
‘Wij gaan de kiescommissies overnemen,’ pocht Trump-fluisteraar en aanjager van complottheorieën Steve Bannon
Kieswetten worden door Republikeinen gewijzigd om deelstaatparlementen meer macht over de verkiezingen te geven, zodat niet-welwillende verkiezingsbeambten ditmaal geen sta-in-de-weg vormen om de uitslag naar Republikeinse hand te zetten. Daarbij gaat het onder andere over cruciale swing states gewonnen door Biden waar de Republikeinen nog wel aan de macht zijn, zoals Georgia en Arizona. Republikeinen die zich verzetten tegen Trump’s Big Lie worden weggewerkt, terwijl de partij dreigt te worden over genomen door volgzame partijgenoten die de uitslag van de voorgaande presidentsverkiezingen niet gecertificeerd zouden hebben en oproepen om Democratische politici op te sluiten wegens ongefundeerde fraudeclaims. “Wij gaan de kiescommissies overnemen,” pocht Steve Bannon. De Trump-fluisteraar en aanjager van complottheorieën spoort zijn luisteraars aan zich op te geven voor functies als stembureaumedewerker om de grip van Trump-loyalisten op het stemproces te verstevigen.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat rond de 21 miljoen Amerikanen niet alleen de legitimiteit van Bidens overwinning in twijfel trekken, maar ook geweld rechtvaardigen om Trump weer op zijn troon te krijgen. Wie denkt dat dat relatief weinig is, doet er volgens de onderzoeker goed aan the Troubles in Noord-Ierland in het achterhoofd te houden. Die tonen aan dat ook een relatief kleine groep met een hang naar geweld afdoende is voor een jarenlang gewelddadig conflict.
Een collectieve zorg?
Verontrustende ontwikkelingen, maar delen Amerikanen die zorgen ook? Een kleine meerderheid van de Amerikanen, 56 procent, is het erover eens dat hun democratie onder vuur ligt. Toch stemt dat niet hoopgevend. Het zijn namelijk vooral Republikeinen (75 procent) en niet Democraten (46 procent) die deze zorg hebben. De Amerikanen die niet zijn gevallen voor The Big Lie lijken nog niet en masse doordrongen te zijn van de urgentie van het probleem. Het is ons land niet, maar moeten wij ons niet zorgen maken?
Tijdens de feestdagen passeert het onderwerp in gesprekken met vrienden en familie wel eens. De teneur van zulke gesprekken is vooral dat Amerika sowieso al een kapot land is. ‘Problematisch wat daar gebeurt natuurlijk, maar wat verwacht je er eigenlijk nog van?’ Volgens Pew Research vindt 58 procent van de Nederlanders dat de Amerikaanse democratie ooit als voorbeeld fungeerde, maar inmiddels niet meer. Slechts 18 procent kijkt nog naar de andere kant van de oceaan voor inspiratie.
Een pleidooi voor pessimisme
Hoewel Amerika’s kwalen vaak terugkomen in het nieuws, lijkt het vooral een ver-van-mijn-bed-show. Maar moeten de ontwikkelingen aldaar ook geen aanleiding zijn om te reflecteren op de staat van de democratie in ons eigen land en de wereld als geheel?
Het is onze morele plicht om pessimistisch te zijn. Om vooruitgang te kunnen bewerkstelligen, lijkt een constatering van dat wat nog wel misgaat onmisbaar. Wat hebben we eraan om te stellen dat we in de afgelopen eeuwen veel vooruitgang hebben geboekt met onze democratie, als we in het hier en nu tegen fundamentele problemen aanlopen?
Wat in Amerika plaatsvindt, is een uitwas van een trend die over de hele wereld waar te nemen is
Amerikaanse problemen worden wel eens als sui generis beschouwd. Maar misschien is wat in Amerika plaatsvindt een uitwas van een trend die over de hele wereld waar te nemen is. Voor het jaar 2020 constateerde The Economist een verslechtering in de staat van de democratie in maar liefst zeventig procent van de door hen onderzochte landen. Dit betreft óók landen in het Westen, zoals Frankrijk en Portugal, die hun status van full democracy op de democratie-index verloren. En Freedom House noteerde het vijftiende jaar op rij van democratische aftakeling. De Verenigde Staten was een van de 25 grootste dalers in die periode. Een verminderd functioneren van de overheid, nu burgers het vertrouwen in de overheid kwijtraken, is mede debet aan deze ontwikkeling.
In Nederland lijkt het over het algemeen goed te gaan, maar ook hier is volgens The Economist sinds 2006 ingeleverd op democratisch gebied. Ook in ons land lopen politici rond met fascistoïde en nationalistische karaktertrekken. In navolging van Trump zaaien zij twijfel over bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van briefstemmen of het eerlijk tellen van stemmen. En ook wij kennen politici die ons parlement wegzetten als nepparlement, oproepen politieke tegenstanders via tribunalen te veroordelen, of met minachting spreken over de rechtspraak als uitspraken hen niet aanstaan.
Goede voornemens
Is Amerika ons voorland? Laten we hopen van niet. Maar nu, een jaar na die bestorming, is de hoop wel dat de Amerikaanse politieke ontwikkelingen een uitnodiging zijn om onze eigen democratie onder de loep te nemen. Democratie is geen gegeven, en net zoals we haar zelf om zeep kunnen helpen, kunnen we haar ook collectief versterken.
James Baldwin schreef ooit over de Verenigde Staten dat zijn enorme liefde voor zijn land hem het recht verschafte het tot in de eeuwigheid te bekritiseren. Pessimistisch of niet; zullen wij in 2022 hetzelfde voor eigen land doen?
Met medewerking van Danielle Kliwon.